Uitspraak
[appellant],
Zilveren Kruis,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een Persoonsgebonden Budget (PGB) door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. van appellant, die niet tijdig verantwoording heeft afgelegd voor de besteding van het PGB. Zilveren Kruis heeft appellant een PGB toegekend, maar omdat hij niet binnen de gestelde termijnen verantwoording heeft afgelegd, heeft het zorgkantoor het budget met terugwerkende kracht beëindigd en de reeds betaalde voorschotten teruggevorderd. Appellant heeft hiertegen in eerste aanleg verweer gevoerd, maar de kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen, waarbij werd geoordeeld dat de besluiten tot terugvordering formele rechtskracht hebben.
In hoger beroep vordert appellant vernietiging van het vonnis van de rechtbank en afwijzing van de vordering van Zilveren Kruis. Hij heeft drie grieven ingediend, waarbij hij onder andere aanvoert dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet is ingegaan op het aanbod van Zilveren Kruis om alsnog de benodigde informatie te verstrekken. Het hof overweegt dat de terugvordering van het PGB terecht is, omdat appellant onvoldoende verantwoording heeft afgelegd. De formele rechtskracht van de terugvorderingsbeschikkingen betekent dat deze besluiten bindend zijn en niet meer kunnen worden aangevochten, tenzij tijdig en succesvol bij de bestuursrechter. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt appellant in de kosten van het hoger beroep.