Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant2],
[appellante3],
[appellant4],
[appellant5],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
Het hof zal hieronder eerst de diverse bewijsthema’s en het in dat kader naar voren gebrachte bewijs benoemen. Daarna zal het hof dit bewijs, mede aan de hand van wat partijen hebben aangevoerd in hun (antwoord)memories na enquête, waarderen en daaraan (tussen)conclusies verbinden.
Ik keek er dwars doorheen”, aldus [appellante1] .
Ze keken heel glazig, doorzichtig en ze waren iets gelig. Normaal zien stekken er frisgroen uit.”
“hoe het er voor staat”.
De stekken waren slap, glazig en niet vitaal. Ze waren niet wat je er van verwacht. Je verwacht van stekken dat ze fris zijn, kleur hebben en hard aanvoelen, op spanning staan. Dit was verre van dat.”
als een groen tapijt overheen kijkt”. “
Bij [geïntimeerde] was het groene veld geen groen veld, maar misère. (…)
slap, dun, glazig, rotte kopjes, klein”. Ook bij de volgende leveringen hadden zij soortgelijke klachten.
Het materiaal deugde gewoon niet”. Hij heeft hierbij gewezen op het verschil met de stekken van een andere leverancier, dat heel groot was, omdat die planten mooi en gezond waren, dat zag je meteen.
[G](hierna: [G] ) heeft verklaard dat de stekken die begin 2012 van [geïntimeerde] afkomstig waren, niet zo heel mooi waren, waarbij het verschillende leveringen betrof. “
Er was lengteverschil en ze zagen er niet zo mooi en fris uit”. Ze heeft daarbij verklaard dat ze met een collega, mevrouw Bouwman, heeft geholpen de stekken op te zetten en dat ze allebei vonden dat de stekken er niet netjes uitzagen.
[geïntimeerde]. Hij heeft verklaard dat hij pas op 9 maart 2012 het bedrijf van [appellante1] heeft bezocht en dat hij toen geen afwijkende verschillen heeft gezien ten opzichte van wat hij bij andere klanten waarnam. Volgens hem was slechts een handvol stekken afwijkend kleiner.
[H](hierna: [H] ), die stekken aan [geïntimeerde] leverde, heeft verklaard dat hij niet zeker weet of hij destijds de enige leverancier van [geïntimeerde] was. Hij heeft ook verklaard dat hij niet wist dat hij leverancier was van planten die bij [appellante1] terecht kwamen, omdat hij van [geïntimeerde] alleen orderopdrachten kreeg, waar alleen een debiteurennummer op stond, zodat hij niet wist voor wie de bestellingen waren en waar het naartoe ging. Dit in tegenstelling tot wat de praktijk was en is bij andere afnemers van [H] ; daar krijgt hij altijd de naam en de toenaam van de klant voor wie het product bestemd is, terwijl het zelfs vaak gebeurt dat aan die klant gefactureerd wordt.
[I](hierna: [I] ) heeft in 2012 zelf ook hortensia’s van [geïntimeerde] betrokken. Met die stekken was volgens [I] niets bijzonders aan de hand. [I] heeft de hortensia’s van [appellanten 1 t/m 5] waar het in deze procedure over gaat niet gezien. Hij heeft in dit verband verklaard: “
Ik weet niets van de stekken die de firma [appellante1] heeft betrokken van [geïntimeerde] . Ik heb die stekken niet zelf gezien. Daar kan ik verder niks over verklaren.”
[appellant2]. valt af te leiden dat hij na de eerste levering [geïntimeerde] heeft gebeld en ongeveer een kwartier met hem heeft gepraat. [geïntimeerde] is de daarop volgende dag komen kijken. Ook bij de partijen stekken die erna waren geleverd is meteen gebeld met [geïntimeerde] , waarna [geïntimeerde] ook gelijk weer is komen kijken.
[appellant4]heeft zijn vader steeds dezelfde dag of de volgende dag gebeld met [geïntimeerde] en de klachten gemeld.
op de tuin” gezien.
omdat we natuurlijk de stekken moesten opzetten en dit was in februari”. Verder verklaart [G] dat ze [geïntimeerde] meerdere keren heeft gezien “
en dit was omdat de stekken, die hij geleverd had, niet goed waren”.
[J], een andere medewerker van [appellanten 1 t/m 5] (hierna: [J] ). Hij verklaarde bij de rechtbank dat hij in de wandelgangen had meegekregen dat [geïntimeerde] gebeld was en dat hij hem toen de volgende dag of de dag daarna heeft gezien op het bedrijf. Hij zag “
hem lopen in de gangen”.
[J] heeft dit nog een keer bevestigd in zijn schriftelijke verklaring, die als productie 6 bij memorie van grieven is overgelegd.
ook niet over de stekken die in februari 2012 waren geleverd”. Volgens hem is er nooit melding gemaakt van zaken die niet goed zouden zijn. [geïntimeerde] heeft niets verklaard waaruit volgt dat niet tijdig is geklaagd, zodat hij is benadeeld in zijn mogelijkheden om de klachten goed te beoordelen.
op alle partijen schade zichtbaar (..). Het ging daarbij om de partijen van andere leveranciers en ook om de partijen die [appellante1] zelf, middels navermeerdering had geproduceerd.”[geïntimeerde] verklaarde dat hij de volgende adviezen heeft gegeven:
Ik vraag u wat u daarmee bedoelt. Vervolgens verklaar ik dat ik het daar niet met [appellante1] over heb gehad.”
Het komt allemaal goed, plant ze maar rustig”. [appellant2] . heeft daarbij verklaard dat het volgens [geïntimeerde] geen problemen opleverde. Verder heeft hij verklaard dat [geïntimeerde] bij zijn bezoek na de eerste deellevering had gezegd dat het allemaal wel meeviel, terwijl het voor [appellanten 1 t/m 5] een groot probleem was. Daarbij had [geïntimeerde] ook geen andere stekken, terwijl hij had gezegd dat dit niet nodig was, omdat de stekken goed waren. [appellant2] . heeft daarbij herhaald dat [geïntimeerde] heeft gezegd: “
Het komt allemaal goed, maak je geen zorgen”.
blijkt uit de verklaringvan [appellant2] ., waarbij hij ook zelf de nodige inspecties deed. Op 9 maart had [geïntimeerde] wederom het advies gegeven dat “
de rest goed zou komen”.
Op een gegeven moment heb je geen uitweg. We hebben er alles aan gedaan om van de stekken nog een aantal planten goed te krijgen, want ons bedrijf hangt er ook van af. Dhr. [geïntimeerde] vond het allemaal wel meevallen. Dan loopt het conflict op. We hebben uren staan praten over de stekken, we hebben alles wel aangekaart. Je neemt alles met elkaar door in de tijd dat je met elkaar bezig bent.”
[appellant5]heeft [geïntimeerde] , toen hij na de eerste melding op het bedrijf kwam, gezegd dat het allemaal goed zou komen en dat ze gewoon moesten door steken. Ook toen de stekken niet goed groeiden en wortelden is [geïntimeerde] meerdere malen op het bedrijf geweest en bleef hij zeggen dat het goed zou komen. [appellant5] heeft in dit verband onder meer verklaard: “
De heer [geïntimeerde] zei steeds dat het goed zou komen en hij zei dan dat we dit of dat moesten doen maar ook als we dat probeerden dan kwam het gewoon niet goed.”
het gewoon in de grond konden zetten”. [appellante3] heeft daarbij verklaard dat ze daarover nog een hele discussie met [geïntimeerde] heeft gehad, aan tafel bij hun bedrijf. [geïntimeerde] hield echter vol dat het goed zou komen, aldus [appellante3] , waarna [appellanten 1 t/m 5] “
het toen gewoon hebben opgezet”.
gewoon steken, het komt wel goed”.
“Wij wisten niet waar hij zijn stekken vandaan haalde, hij zei in het begin altijd dat hij het zelf steekte. (…) Ik vond het altijd een wazig verhaal bij de heer [geïntimeerde] . Wij wisten nooit waar zijn stekken vandaan kwamen, hij deed er altijd geheimzinnig over.”
heeft nog als mogelijkheid genoemd dat [geïntimeerde] de stekken zelf kweekte, maar [geïntimeerde] heeft bij antwoordmemorie na enquête (pas) laten weten dat hij alleen tussenhandelaar is en blijkbaar dus niet zelf stekken steekt.
[appellant2]. blijkt dat [appellanten 1 t/m 5] er alles aan heeft gedaan om de stekken toch goed te laten bewortelen en door te laten groeien. [appellant2] . heeft er op gewezen dat de planten van [geïntimeerde] en [C] in dezelfde periode zijn geplant, waarbij de bedden met dezelfde soort steeds naast elkaar stonden. Er waren volgens [appellant2] . geen extreme weersomstandigheden, terwijl de planten al 25 jaar op dezelfde wijze behandeld worden en er nooit problemen zijn geweest met verstening of verharding van planten. Groeiremmers heeft hij ook niet toegepast. Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaringen van de teeltadviseurs.
Omdat de stek zwak is valt het ook snel weg en krijg je eerder rotting”, aldus [appellant5] .
“om de partijen van andere leveranciers en ook om de partijen die [appellante1] zelf, middels navermeerdering, had geproduceerd in februari en maart aan de hand van de stekken die door mij waren geleverd”.[geïntimeerde]noemt als oorzaak in zijn getuigenverklaring het hete weer, doordat de partijen “
tijdens de enorme warmte opgepot waren en zo’n shock hadden gekregen door de wind en de warmte en de instraling van de zon dat zij waren verbrand. Dat waren slechts enkele partijen die op de warmste dagen van binnen naar buiten waren verplaatst. Deze waren zichtbaar geel.”
verschrikkelijk ongelijk en zelfs de beste planten waren heel erg versteend en verhard. Er zat totaal geen groei meer in.” Op de vraag hoe het komt dat de planten zo verschillend waren heeft [D] geantwoord
:“
Dat komt doordat sommige planten onder slechte omstandigheden nog wel een beetje groeien en andere bijna niet meer. Er zat toen ik op het bedrijf kwam geen groei meer in. Er waren helemaal geen groeipunten meer zichtbaar, normaal heeft een plant nog wel lichte punten waaraan zichtbaar is dat hij zich verder gaat ontwikkelen. Dat was nu helemaal weg. Normaal is een plant licht van kleur en een beetje welig, nu hadden de planten alleen nog maar kleine, rare bladeren en was de plant helemaal verhard op de plekken waar normaal gesproken de groeipunten zouden moeten zitten. Als een groeipunt op een bepaald moment verhard en versteend is, dan zit er nog wel een punt maar er zit geen groei meer in omdat hij geen nieuw blad meer afsplitst.”
Er is [D] op het bedrijf niets vreemds opgevallen wat de tegenvallende groei zou kunnen verklaren. Het weer was niet extreem, terwijl de grondsoort en het potgrondmengsel voor zowel de planten van [geïntimeerde] als die van [C] dezelfde waren.
“De planten waren rijp voor de stort.”
Ik denk dat er bij de moederplant iets is misgegaan. De moederplant kan ofwel niet goed bemest zijn of er is niet goed doorgeselecteerd. De temperatuur en het klimaat waaraan de moederplant is blootgesteld geweest kan ook meespelen. We hebben ook geconstateerd dat er sprake was van verschillende partijen stekken, ze kunnen dus ook van verschillende moederplanten afkomstig zijn. (…) De oorzaak van de glazigheid van de stekken zie ik in het feit dat de moederplant niet goed is geweest. Het gaat dan ofwel om een moederplant die niet goed behandeld is ofwel al wat zwakker was, of er is niet goed geselecteerd. Het kan ook zijn dat er te lang is doorgegaan met dezelfde moederplant of dat er niet goed is ververst. Planten lopen terug als je elk jaar dezelfde moederplant gebruikt, je krijgt dan een zwakke stek.”
je eigenlijk geen keus hebt”. Volgens [E] is er in de stekfase van alles aan gedaan, terwijl het toen
“nog nergens op leek”. Ook bij de vraag of er opgepot moest worden, gold dat er eigenlijk geen keus was, omdat [appellante1] anders het jaar daarop geen inkomsten zou hebben. De slechte stekken zijn er toen wel uitgegooid, terwijl er daarna weer alles aan is gedaan om ze aan het groeien te krijgen. Er is [E] niets bijzonders opgevallen tijdens het oppotten.
de andere leverancier”, die wel goed groeiden.
want er was weinig om te remmen”. [E] wijt de oorzaak van de slechte groei wederom aan de slechte stek.
Dit is al uitgesorteerd en het houdt op een gegeven moment ergens op”.
“Er is iets fout gegaan tussen de levering en alles wat daarvoor gebeurd is. Je begint met de moederplant en kijkt hoe die erbij staat. Als de moederplant niet vitaal is, pak je daar een stek van af met een mindere vitaliteit. Dat is de bron van alles. De groeiomstandigheden van de moederplant kunnen verre van optimaal geweest zijn.
er doorheen te krijgen”. “
Er zijn gewasbeschermingsmiddelen gebruikt om te voorkomen dat er veel ziektes zouden optreden, we hebben het hele teeltprotocol doorgenomen en alles gedaan wat mogelijk was om datgene dat er nog stond in leven te houden.”
“die zagen er uit als een zonnetje. Het was een mooi groen veld. Het verschil met de stekken van [geïntimeerde] was zwart- wit.”
er niet als een blinde wordt geplukt.” Als toelichting heeft [H] daarbij gegeven: “
Zo een stek kan nog wel wortels vormen en er zou nog wel een goede plant uit kunnen voortbloeien.”
eerste verklaringvermeld dat hij in oktober 2012 vier hortensiaplanten heeft ontvangen van [geïntimeerde] die volgens [geïntimeerde] afkomstig waren van een Nederlandse teler. Er is geen naam van de Nederlandse teler genoemd. [K] heeft opdracht gekregen om te onderzoeken of er ziektes of schadeverwekkers aan te treffen zouden zijn in de planten. Volgens [K] trof hij in het plantmateriaal Mollicutes mijten, spintmijten en enkele roofmijten aan, maar die konden niet de oorzaak zijn van de aangetroffen schade op de hortensia’s. [K] is daarmee teruggekomen op zijn bevindingen in het door hem in 2012 uitgebrachte rapport. Veel hitte en gewasbeschermingsmiddelen zijn volgens [K] evenmin te beschouwen als oorzaak van de problemen met de planten. [K] heeft toen het vermoeden geuit dat de beschadigingen zouden kunnen zijn ontstaan doordat de hortensia’s ’s avonds zijn besproeid nadat het heel droog is geweest. Bij bedrijven die daarmee zijn gestopt, zag [K] niet meer de schade in die massaliteit, maar hij zag nog wel af en toe planten met deze schade.
tweede verklaringheeft
[K]verklaard over een bedrijf in Turkije, dat stekken van moederplanten heeft geleverd aan drie bedrijven in Duitsland, waarbij bij een van de drie bedrijven een slechte groei werd gezien vergelijkbaar als bij [appellante1] : stagnerende planten, slechte vorming van wortels en symptomen als verharding van de bladeren en de knoppen.
eerste verklaringmeegedeeld dat hij niets weet van de kwekerij van [appellante1] en dat hij ook de stekken niet heeft gezien. Hij is zelf hortensiaproducent. Hij heeft slechts een keer foto’s gezien die [geïntimeerde] hem had getoond, maar die foto’s waren voor hem een beetje onduidelijk. [L] is bij zijn bevindingen afgegaan op wat [geïntimeerde] hem heeft verteld, zo blijkt uit zijn eerste verklaring, en hij heeft aangenomen dat de stekken gewoon aan de eisen voldeden, terwijl [geïntimeerde] hem ook niets heeft verteld over de kwaliteit van de stekken.
Het zou ook kunnen zijn dat er al iets bij de moederplant aan de hand was maar dan is het stekje al niet normaal geweest. Het stekje was dan bijvoorbeeld niet groot genoeg om te plukken en het stagneert daar al.(…) Normaal gesproken zou dat[stekje, hof]
niet in de maatvoering passen.”
tweede verklaringzijn
[L]diverse foto’s, die aan het proces-verbaal van het verhoor zijn gehecht, getoond. [L] heeft toen verklaard dat een hortensia glazigheid een gevolg is van een verschil in vochtopname en vochtafgifte in de plant. Daardoor raakt de groeiknop gestagneerd. Volgens hem heeft dat niets te maken met een beschadigde stek. Verder heeft [L] verklaard dat er verschillende oorzaken kunnen zijn van het feit dat een deel van de hem getoonde planten minder goed groeide, zoals klimaatomstandigheden of de grond. Hij denkt niet dat de moederplant de oorzaak kan zijn.
“zulke stekken niet worden geplukt”.
“het hele verhaal weer opgehaald”. Hij heeft ook onderweg met [M]
“het verhaal van de glazigheid doorgenomen”.
Wat verder opvalt in de eerste verklaring is dat [L] ook aangeeft dat stekken een bepaalde normale maat en stevigheid moeten hebben. Uit de verklaringen van de getuigen die aan de zijde van [appellante1] zijn gehoord en die de stekken hebben gezien, blijkt nu juist dat dit niet het geval was.
Het hof volgt [geïntimeerde] niet in dit betoog. In genoemd arrest is geoordeeld dat detailhandel is te beschouwen als een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn, ook indien die detailhandel op nationaal niveau plaatsvindt. In een dergelijk geval kan volstaan worden met een vereenvoudigde wijze van terhandstelling van de algemene voorwaarden, die bestaat uit een verwijzing naar de website waar die voorwaarden te vinden zijn. [geïntimeerde] heeft echter onvoldoende gemotiveerd gesteld, terwijl dit ook niet uit het dossier blijkt, dat hij een detailhandelaar is. De werkzaamheden van [geïntimeerde] bestaan immers uit het bedrijfsmatig verkopen en leveren van stekken aan professionele afnemers. De terhandstelling van de algemene voorwaarden moet daarom voldoen aan het bepaalde in artikel 6:234 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
heeft gesteld dat hij aan het bepaalde in artikel 6:234 BW heeft voldaan, doordat hij de Plantumvoorwaarden diverse keren heeft toegezonden en/of overhandigd. Hij is toegelaten tot het bewijs van die stelling dat hij [appellanten 1 t/m 5] de gelegenheid heeft geboden om van de voorwaarden kennis te nemen. [geïntimeerde] heeft daarbij zichzelf en [I] als getuigen naar voren gedragen. Daar tegenover staan de verklaringen van [appellant2] . en [appellant5] en de bij de rechtbank afgelegde verklaringen van [appellante3] en [appellant4] .
“Bij het volgende gesprek nam ik ze weer mee en werd het besproken. Ze zijn ook per fax toegestuurd, samen met de orderbevestiging. Ik heb ze daarna weer meegenomen zodat ik zeker weet dat ze waren gezien en dat het ontvangen was. (…) De gesprekken vonden plaats op het bedrijf bij [appellant2] . Hij was daarbij aanwezig en ook de twee zonen. Zij waren aanwezig bij de overhandiging van de voorwaarden.”
Ik heb van [geïntimeerde] Algemene Voorwaarden ontvangen, zowel in printversie als per e-mail. [geïntimeerde] kwam regelmatig bij ons langs, en hij had op een gegeven moment de Algemene Voorwaarden meegebracht. Elk jaar, als wij een overeenkomst sloten, had hij de Algemene Voorwaarden bij zich. Daarnaast zat het altijd in de bevestigingen van de bestellingen bij de e-mail. (…). De Algemene Voorwaarden van [geïntimeerde] zaten er altijd bij. Ik kan zo niet zeggen welke Algemene Voorwaarden dat waren. Dat waren volgens mij twee A4-tjes, het was niet achter een flyer of iets dergelijks, maar gewoon los overgelegd. De Algemene Voorwaarden waren rechtstreeks van [geïntimeerde] , ik weet niet dat de Algemene Voorwaarden veranderd waren.”
Ik onderteken dat dan en dan ga ik er mee akkoord. Het komt altijd goed want ik heb met alle leveranciers een lange relatie. Bij dhr. [geïntimeerde] zat niets achter de bladzijde met de aantallen. Soms waren het misschien twee bladzijden als het een uitgebreide bestelling was, maar er zaten nooit voorwaarden bij. Alleen misschien een paar riedels onderaan de bladzijde.”
“Ik heb nooit een contract gezien. Mijn vader, mijn moeder en mijn broers zeiden ook dat er nooit een contract is geweest. (…) De facturen werden wel eens bij ons op kantoor neergelegd. Het ging dan zo dat de heer [geïntimeerde] eerst met mijn vader had zitten praten en dan daarna de factuur op kantoor had neergelegd. Wij kwamen er dan een dag later achter dat er een factuur in het kantoor lag. Voor zover ik weet ging het altijd op die manier. Ik vond het een beetje raar want hij had het toch ook persoonlijk kunnen afgeven. Ik heb de facturen zelf niet echt bekeken, maar we hebben nooit voorwaarden van de heer [geïntimeerde] gezien. Normaal gesproken worden er voorwaarden overgelegd, maar van [geïntimeerde] zijn er nooit voorwaarden ontvangen. Ik heb van het begin af aan meegekregen hoe het ging en we hebben gezocht of we ooit voorwaarden hadden ontvangen van de heer [geïntimeerde] , als je ze nooit hebt ontvangen dan is het ook lastig zoeken. In mijn geheugen stond ook dat we nooit voorwaarden hadden ontvangen. De rekeningen werden ook zo in het kantoortje gelegd en daar zaten ook nooit voorwaarden bij. Ik zou dus niet weten hoe wij die voorwaarden hadden moeten ontvangen.”
[F]is er [in zijn totaliteit, zo heeft het hof begrepen] meer dan 50 à 60 procent weggevallen.
hebben ze er het hele jaar last van gehad”, waarmee hij het hele teeltseizoen bedoelde.
beneden alle peil” was.
Het hof passeert dit verweer, voor zover dat ziet op navermeerdering uit het door [C] geleverde stekmateriaal.
Eventuele door [appellanten 1 t/m 5] gemaakte winst op navermeerderd materiaal uit de stekken van [C] kan niet in mindering strekken op de schade die [appellanten 1 t/m 5] heeft geleden als gevolg van door [geïntimeerde] geleverd gebrekkig stekmateriaal omdat dit niet dezelfde gebeurtenis betreft, zoals bedoeld in artikel 6:100 BW.
[appellant2] . heeft in dit verband bovendien nog verklaard dat [geïntimeerde] ook geen andere stekken had. [appellant2] . heeft daarbij verklaard dat er geen geld was om halfwas planten aan te kopen, iets wat volgens [D] nog wel tijdens het seizoen verkrijgbaar zou zijn, maar vele malen duurder is dan gewoon stekmateriaal. [E] heeft daarom ook verklaard dat “
je eigenlijk geen keus hebt, omdat er niet goed aan nieuwe stekken is te komen” en “
er is maar een klein tijdsbestek waarin je stekken kunt steken”. [F] heeft eveneens verklaard dat het niet meteen een optie is geweest om alles weg te gooien, omdat je dat niet zomaar hebt vervangen door een nieuwe stek. Hij heeft er daarbij op gewezen dat er een heel korte periode is, waarin het stek geleverd kan worden.
Ook hierom is het hof van oordeel dat [appellanten 1 t/m 5] er geen verwijt van gemaakt kan worden dat zij geen nieuwe stek heeft besteld om daarmee haar schade te beperken.
Dit betoog faalt reeds omdat uit het hiervoor onder 2.67 overwogene volgt dat [appellanten 1 t/m 5] terecht een beroep heeft gedaan op vernietiging van de algemene voorwaarden waar [geïntimeerde] een beroep op doet. [appellanten 1 t/m 5] mocht daarom hetgeen zij aan [geïntimeerde] verschuldigd is verrekenen met hetgeen [geïntimeerde] aan factuurbedragen van [appellanten 1 t/m 5] vordert.
2.98 Nu [appellanten 1 t/m 5] over mag gaan tot verrekening van het door [geïntimeerde] over 2011 gevorderde openstaande bedrag met de schade die [appellanten 1 t/m 5] in de onderhavige procedure vordert, betekent dit dat [appellanten 1 t/m 5] per saldo in conventie niets verschuldigd is aan [geïntimeerde] . De vordering in conventie zal daarom alsnog worden afgewezen. Wel dient als gevolg daarvan een bedrag van € 18.183,63 in mindering worden gebracht op het in reconventie toe te wijzen bedrag. Dit bedrag heeft de rechtbank toewijsbaar aan [geïntimeerde] geoordeeld in verband met facturen over 2011 (zie onder meer r.o. 2.16 van het eindvonnis van 4 maart 2015). Tegen dat oordeel heeft [appellanten 1 t/m 5] geen grieven gericht. Het bedrag van € 53.532,12 dient eveneens in mindering te worden gebracht op het door [geïntimeerde] aan [appellanten 1 t/m 5] te betalen bedrag zoals de rechtbank ook heeft gedaan. [appellante1] heeft daar ook geen grief tegen gericht. Beide bedragen zullen zonder rente in mindering worden gebracht op het door [geïntimeerde] aan [appellanten 1 t/m 5] verschuldigde bedrag.
3.Slotsom
€ 1.376,50
3.407,69