Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- een akte van wijziging van uw huwelijksvoorwaarden, inhoudende een gemeenschap van woonhuis en inboedel; deze houden in dat alle onroerende zaken (m.u.v. het aandeel van de geërfde onroerende zaken van mevrouw (hof: de echtgenote) en de inboedel tussen u gemeenschappelijk is;
- het wettelijke verdelingstestament van de heer (hof: erflater), alsmede een toelichting hierop;
- het testament van mevrouw (hof: de echtgenote);
- de door u beiden op te maken algemene volmachten.
- zijn eerdere uiterste wilsbeschikkingen herroepen;
- aan de zoon en de dochter ieder een bedrag van € 50.000 gelegateerd, af te geven binnen drie maanden na zijn overlijden;
- aan ieder van zijn kleinkinderen een legaat gemaakt vrij van rechten en kosten ter grootte van het bedrag waarover zij geen erfbelasting hoeven te betalen met een maximum van € 25.000; deze legaten komen in mindering op het erfdeel dat de ouder van het kleinkind krijgt; ze zijn pas opeisbaar bij het overlijden van de echtgenote en in een aantal andere gevallen die in het testament zijn opgesomd;
- de echtgenote voor 1/100e gedeelte en de dochter en de zoon samen voor 99/100e gedeelte tot erfgenamen benoemd;
- bepaald dat de wettelijke verdeling van toepassing is;
- de verplichting van zijn echtgenote om aan de dochter en de zoon ter voldoening van hun geldvordering op de echtgenote goederen als bedoeld in artikel 4:19 en 4:20 BW over te dragen opgeheven.
'Wilsrechten'staat:
Erflater was over het laatste duidelijk: de wilsrechten dienden te worden uitgesloten.”Deze verklaring van erflater, die blijkt uit de verklaring van de notaris, mag bij de uitleg worden gebruikt.