Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
verweerster in hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg in beide zaken
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
primairde zorgregeling tussen de vader en [de minderjarige] wordt geschorst zolang de vader weigert individuele
subsidiairer een reguliere zorgregeling komt te gelden in een cyclus van vier weken waarbij [de minderjarige] om de week van vrijdagmiddag 18.00 uur tot zondagavond 18.15 uur bij de vader verblijft, althans een zodanige regeling als het hof in het belang van [de minderjarige] acht.
primairvoor een periode van drie maanden een zorgregeling vast te stellen tussen [de minderjarige] en de vader luidende om de week in een cyclus van vier weken van ofwel donderdag tot zondag 18:15 uur ofwel vrijdag tot zondag 18:15 uur (afhankelijk van de mogelijkheden van vader), waarna zowel de GI als de ouders aan het hof rapporteren over het verloop van de omgang en de reactie van [de minderjarige] hierop, zodat het hof een definitieve regeling kan vaststellen,
subsidiairvoornoemde zorgregeling definitief vast te stellen, waarna de GI de mogelijkheid krijgt de omgang indien de reactie van [de minderjarige] hier om vraagt aan te passen.
primairvoor een periode van drie maanden een zorgregeling vast te stellen tussen [de minderjarige] en de vader van eenmaal per twee weken van ofwel donderdag na bso/school tot zondag
subsidiairvoornoemde zorgregeling definitief vast te stellen, waarna de GI de mogelijkheid krijgt de omgang indien de reactie van [de minderjarige] hier om vraagt aan te passen.
5.De motivering van de beslissing in beide zaken
6.De slotsom
7.De beslissing
30 juni 2020, of zoveel eerder als mogelijk en wenselijk, verslag uit te brengen over het verloop van de zorgregeling;
twee wekenna ontvangst van het verslag van de GI schriftelijk daarop te reageren;