Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/MKB/Kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de vraag of belanghebbende recht heeft op de zelfstandigenaftrek voor de jaren 2012 tot en met 2015. De Inspecteur van de Belastingdienst had navorderingsaanslagen opgelegd en de zelfstandigenaftrek niet toegestaan, omdat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij aan het urencriterium voldeed. Belanghebbende, die samen met haar partner vennoot was in een V.O.F. en daarnaast in loondienst was, stelde dat zij aan het urencriterium voldeed en dat de Inspecteur in eerdere jaren de zelfstandigenaftrek had toegestaan, waardoor zij erop vertrouwde dat dit ook voor de onderhavige jaren zou gelden. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat zij in de relevante jaren ten minste 1.225 uren aan haar onderneming had besteed. Het Hof verwierp ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel, omdat de door belanghebbende aangedragen gevallen niet gelijk waren aan haar situatie. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegewezen.