4.3De tweede vraag is, of Kondar het recht had om loondoorbetaling te stoppen. Daarvoor zijn de volgende feiten van belang.
a. a) Gedurende het eerste ziektejaar van [appellante] was re-integratie niet mogelijk. In het kader van de eerstejaarsevaluatie is een arbeidsdeskundige ingeschakeld. Op 9 november 2017 heeft de arbeidsdeskundige gerapporteerd en geadviseerd om, naast re-integratie bij Kondar (het eerste spoor), een re-integratiebureau in te schakelen voor begeleiding naar passend werk bij een andere werkgever (het tweede spoor).
Kondar heeft daarvoor opdracht gegeven aan Oxhill7.
b) [appellante] heeft op 27 november 2017 een deskundigenoordeel gevraagd over haar re-integratie-inspanningen, toegespitst op de vraag of zij nog wel het eerste spoor zou moeten volgen. Het UWV heeft op 17 januari 2018 geoordeeld dat [appellante] voldoende meewerkt en daarvoor verwezen naar de bijgevoegde rapportage. Daaruit blijkt dat [appellante] zich, in overeenstemming met haar wens en met instemming van de verzekeringsarts, volledig kan richten op het tweede spoor, hetgeen zij op dat moment ook doet.
c) In overleg met Oxhill7 is [appellante] in april 2018 als vrijwilliger gaan werken op het advocatenkantoor van haar broer. Deze broer heeft voorgesteld dat [appellante] bij hem in dienst komt na ontslag bij Kondar met een vaststellingsovereenkomst, waarvoor hij voorwaarden heeft opgesteld. Kondar is niet akkoord gegaan met die voorwaarden.
d) Op 7 mei 2018 heeft [appellante] aan Kondar, Oxhill7 en de bedrijfsarts laten weten dat zij zich goed genoeg voelt om weer bij Kondar te starten. Van de bedrijfsarts mocht zij met ingang van 5 juni 2018 2 x 4 uur per week aangepast werk doen voor Kondar. Feitelijk was dit, na aftrek van tijd voor woon-werkverkeer, tweemaal één uur.
e) Zonder overleg met de bedrijfsarts heeft [appellante] zich op zondagavond 10 juni 2018 per e-mail volledig hersteld gemeld. Kondar heeft [appellante] op 12 juni 2018 medegedeeld dat ze haar per 11 juni 2018 voor 99% beter zal melden en de betermelding zal doorgeven aan de Arbodienst. Kondar heeft [appellante] vervolgens op 20 juni 2018 meegedeeld dat zij, na overleg met de bedrijfsarts, voor 50% hersteld is gemeld; de andere 50% dient [appellante] te besteden aan sollicitatieactiviteiten in het kader van het tweede spoor. Voor de uren waarvoor [appellante] hersteld is, is zij door Kondar te werk gesteld bij Phydias, een bedrijf van de echtgenoot van de directeur van Kondar.
f) Met een e-mail van 21 juni 2018 aan Kondar heeft [appellante] bezwaar gemaakt tegen de herstelmelding van 50% in plaats van 100% en aangegeven dat doorgaan in het tweede spoor weinig zin heeft.
“Wat mij betreft ga ik aan het tweede spoor geen aandacht besteden omdat ik dit niet wil”, aldus [appellante] . Kondar heeft hierop geantwoord dat [appellante] zelf aan het UWV heeft gevraagd of zij niet meer op spoor een hoefde te re-integreren. Kondar zal nu ook een deskundigenoordeel aanvragen; helemaal niets doen en stoppen met het tweede spoor lijkt haar geen optie.
Op 3 juli 2018 heeft [appellante] aan Oxhill7 meegedeeld dat zij is hersteld, haar eigen werk verricht en daarom geen sollicitatieactiviteiten gaat verrichten in het tweede spoor. Met instemming van [appellante] geeft Oxhill7 dit door aan Kondar.
g) Kondar laat [appellante] per e-mail van 9 juli 2018 weten er niet mee akkoord te gaan dat dat zij niet meewerkt aan het tweede spoor. Kondar verzoekt haar met klem het traject met Oxhill7 weer op te pakken en kondigt, vooruitlopend op het verwachte deskundigenoordeel, aan dat zij een loonsanctie zal toepassen als [appellante] niet meewerkt aan haar re-integratie.
h) Het door Kondar aangevraagde deskundigenoordeel over de re-integratie-inspanningen van [appellante] komt op 11 juli 2018 en houdt in, dat die niet voldoende zijn. Het tweede spoor kan niet worden stopgezet en er zijn waarschijnlijk geen mogelijkheden voor structureel passend werk bij de eigen werkgever.
i. i) Op 18 juli 2018 heeft Kondar bij [appellante] geïnformeerd wat zij de afgelopen week in het kader van het tweede spoor heeft gedaan. [appellante] heeft voor een antwoord verwezen naar Oxhill7 en naar haar broer. Daarop heeft Kondar laten weten dat [appellante] onvoldoende doet en dat zij van plan is een loonsanctie in te stellen van 50%.
j) In de voortgangsrapportage van Oxhill7 van 11 september 2018 staat dat dit bureau op
13 augustus 2018 sollicitaties heeft ontvangen van [appellante] uit de periode van 6 - 10 augustus 2018 en op 16 augustus 2018 sollicitaties tot en met die datum; voorts heeft [appellante] een intakegesprek gehad bij een organisatie en een uitnodiging voor een gesprek elders. Van 20 augustus 2018 tot en met 14 september 2018 heeft [appellante] vakantie.
De conclusie van Oxhill7 is dat [appellante] korte tijd niet heeft meegewerkt maar na een loonsanctie wel meewerkt aan het re-integratietraject.
In de eindrapportage van 21 september 2018 staat dat Oxhill7 die dag een gesprek heeft gehad met [appellante] waarbij is gebleken dat zij vanaf 17 september 2018 actief en serieus heeft gesolliciteerd en haar netwerk heeft ingeschakeld. Er lopen drie concrete sollicitaties. De conclusie is dat [appellante] voldoende meewerkt. Het traject bij Oxhill7 wordt op verzoek van Kondar per 21 september 2018 beëindigd wegens het bereiken van het einde van de wachttijd.