In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een schadestaatprocedure die voortvloeit uit onrechtmatig handelen van een executeur-testamentair en tekortschieten als bewindvoerder. De zaak betreft de nalatenschap van de heer [C], die in 2007 overleed. De erven [geïntimeerden] hebben [appellant1] als executeur en bewindvoerder aangesteld, maar beschuldigen hem van wanbeleid en onrechtmatig handelen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in detail onderzocht, waaronder de schenkingen die door de erflater zijn gedaan aan de erven en de rol van [appellant1] in het beheer van de nalatenschap. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant1] in zijn hoedanigheid als bewindvoerder tekort is geschoten in zijn zorgplicht en dat hij excessief heeft gedeclareerd. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat [appellant1] aansprakelijk is voor de schade die de erven hebben geleden als gevolg van zijn handelen. In hoger beroep hebben de appellanten geprobeerd de eerdere uitspraken te weerleggen, maar het hof heeft de grieven afgewezen en de aansprakelijkheid van [appellant1] bevestigd. Het hof heeft de schadevergoeding vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.660.733,-, te vermeerderen met wettelijke rente. De kosten van het hoger beroep zijn eveneens aan de zijde van de erven toegewezen.