Uitspraak
1.[Verzoeker 1],
[Verzoeker 2],
mr. J.A. Endtz, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.A. Endtz, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. Y. Borrius,kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding
- [Verzoeker 1] en [Verzoeker 2] tezamen als [verzoeker 1 en verzoeker 2] of als de kinderen [verzoekers];
- [verweerster 1] als de vennootschap of [verweerster 1];
- Tana Netting Netherlands B.V als Tana Netherlands;
- [verweerster 1] en Tana Netting Netherlands B.V tezamen als [verweerster 1] c.s;
- [[B]];
- Stichting Administratiekantoor [verweerster 1] als Stichting Administratiekantoor;
- Tana Netting Thailand Ltd als Tana Thailand;
- Mosquito Netting Incorporated als Mosquito Netting;
- [[Q]];
- [[R]];
- [[S]];
2.De feiten
3.Aanmerkingen op het onderzoek
4.De inhoud van het verslag
de oprichting en de activiteiten van Tana Thailand in de periode 2000 – 2005.In die periode richtte Tana Thailand zich uitsluitend op de productie van onbehandelde (niet geïmpregneerde) muskietennetten. Tot 2004 had Tana Thailand een winstgevende onderneming. In 2005 leed de onderneming verlies. Er is toen gekozen voor het betreden van de markt van geïmpregneerde muskietennetten, waartoe certificering van de WHO is vereist. Het certificeringsproces voor het verkrijgen van een
full licensebestaat uit drie fases. De kosten die met dit proces gepaard gaan zijn substantieel als gevolg van de WHO testkosten en het aantal te leveren muskietennetten voor het grote aantal testen. Voorafgaand aan de fase II certificering heeft [[Q]] namens Tana Thailand grond aangekocht en daarop een fabriek laten bouwen, waardoor de onderneming van Tana Thailand uitgroeide van een middelgrote onderneming tot een onderneming met 500/600 werknemers. De kosten hiervan werden met achtergestelde leningen door [[Q]] gefinancierd. In 2004-2005 was het perspectief van Tana Thailand op de markt voor geïmpregneerde netten positief.
oprichten van de holdingstructuur.Voorts wordt daarin opgemerkt dat [[B]] reeds tientallen jaren bij de familie van [[Q]] was betrokken als adviseur. De onderlinge relatie kon worden gekenmerkt als informeel en vertrouwd. In 2006 is de gezondheidssituatie van [[Q]] (die al geruime tijd aan kanker leed) verslechterd. Hij is toen vanuit Thailand naar Nederland verhuisd.
ontwikkeling van Tana Thailand in de periode 2006 – augustus 2009(hoofdstuk 5) houdt het verslag onder andere het volgende in. Op 5 september 2006, het moment waarop de deelnemingen werden overgedragen aan [verweerster 1], stond het resultaat van Tana Thailand onder druk. De opbrengst uit de verkoop van niet-geïmpregneerde muskietennetten liep terug door een verdere daling van de marktprijzen. De opbrengst uit de verkoop van geïmpregneerde muskietennetten bleef achter omdat de fabriek van Tana Thailand door een gebrek aan afzetmogelijkheden nog niet op de gewenste productiecapaciteit kon draaien. Het certificeringsproces bij de WHO liep vertraging op omdat de WHO het product herhaaldelijk afwees. Door deze vertraging kon Tana Thailand niet de potentieel lucratieve markt van fase II gecertificeerde netten betreden. Als gevolg daarvan realiseerde Tana Thailand in 2006 en 2007 slechts een beperkte winst, waarna in 2008 en 2009 substantiële verliezen werden geleden. Uiteindelijk is in augustus 2009 de certificering verkregen die vereist was voor het verkrijgen van grotere opdrachten van fase II gecertificeerde netten.
bestuurs- en advieskosten in de periode 2006 – 2009(hoofdstuk 5) houdt het verslag onder andere het volgende in. Deze kosten van bij de vennootschap betrokken personen bestonden hoofdzakelijk uit kosten van [[B]] en [[R]]. Deze kosten werden in de genoemde periode gefactureerd aan [verweerster 1] en aan Tana Thailand. De aan [verweerster 1] gefactureerde kosten bestonden hoofdzakelijk uit (i) het uurloon van [[R]] en [[B]] ad € 225 en (ii) kosten van businessclass tickets Amsterdam-Bangkok-Amsterdam. Per gezamenlijk bezoek bedroegen de kosten die aan [verweerster 1] werden gefactureerd ruwweg € 25.000. Daarnaast factureerden [[B]] en [[R]] advieskosten, welke voor elk maandelijks ruwweg € 2.500 bedroegen. Omdat [verweerster 1] uitsluitend een houdstervennootschap was (en is), die voor haar liquiditeit in beginsel afhankelijk was van de uitkeringen uit de deelnemingen en de deelnemingen – het enig reële actief van [verweerster 1] – in die periode verlieslatend waren, diende [verweerster 1] op een andere wijze te voorzien in liquiditeit. [[B]] heeft toen als bestuurder van de vennootschap diverse leningen aangetrokken uit het onder bewind gestelde vermogen, welke met name zijn bestemd om de adviseurskosten van hemzelf en van [[R]] te vergoeden. Deze leningen betroffen blijkens de jaarrekeningen van de vennootschap in 2007, 2008 en 2009 een totaalbedrag van respectievelijk € 100.000, € 100.000 en € 210.000. Deze leningen werden niet schriftelijk vastgelegd, maar werden geboekt als rekening courant-vordering van de Stichting Administratiekantoor op de vennootschap. De onderzoeker heeft uit zijn gesprekken met de kinderen [verzoekers] en [[B]] afgeleid dat het rentepercentage op de leningen 5% bedroeg, maar dat deze rente nooit is betaald door de vennootschap. Het rentepercentage is niet verwerkt in de desbetreffende jaarrekeningen, er zijn voor deze leningen geen zekerheden verstrekt en de kinderen [verzoekers] zijn niet geïnformeerd over de voorwaarden waaronder de leningen zijn aangegaan.
een lening verstrekt aan Mosquito Netting(hoofdstuk 5) houdt het verslag onder andere het volgende in. Op 28 december 2007 heeft [[B]] ten laste van het onder bewind gestelde vermogen een lening van USD 1.200.000 verstrekt aan Mosquito Netting, een aan Tana Thailand gelieerde handelsmaatschappij. Uit de jaarrekening van Mosquito Netting blijkt dat zij op het moment van ontvangst van de lening een negatief eigen vermogen had en sterk verlieslatend was. De onderzoeker heeft uit de verklaringen van [[R]] en de – anders luidende – verklaringen van [[B]] de achtergrond van deze lening niet kunnen vaststellen. Uiteindelijk is – zo begrijpt de onderzoeker uit de jaarrekening van Mosquito Netting en uit een gesprek met [[B]] – in 2010 een bedrag van USD 300.000 terugbetaald. Hij heeft niet kunnen vaststellen of dit bedrag van de lening is terugbetaald aan [verweerster 1] of weer ten goede is gekomen aan het onder bewind gestelde vermogen. De rentevergoeding, volgens [[B]] vastgesteld op 5%, is, naar de onderzoeker begrijpt, nooit door Mosquito Netting betaald en ook niet verwerkt in haar jaarrekening. In 2011 heeft Mosquito Netting al haar activa en passiva overgedragen aan United Netting Ltd, waarna Mosquito Netting is ontbonden. United Netting Ltd zal volgens [[B]] en de kinderen [verzoekers] zo goed als zeker niet in staat zijn (een deel van) de vordering uit geldleen te voldoen.
de ontwikkeling van Tana Thailand in de periode augustus 2009 – derde kwartaal 2011(hoofdstuk 6) houdt het verslag onder andere het volgende in. Nadat in augustus 2009 alsnog de fase II certificering van de WHO was verkregen, kon Tana Thailand deelnemen aan grotere tenders, waardoor een potentieel grotere afzet van geïmpregneerde netten kon worden gerealiseerd. Hoewel de omzet sterk steeg, werd over 2010 slechts een bescheiden winst gerealiseerd van € 90.574. Dit vond zijn oorzaak in een veranderde wisselkoers. Voorts bleef het gewenste productieniveau achter en was er een gebrek aan werkkapitaal bij Tana Thailand. Er was werkkapitaal vereist omdat de productie van de netten moest worden voorgefinancierd, hetgeen bij grotere orders van meer dan een miljoen netten tot problemen leidde. Door de verliezen in 2007 tot en met 2009 was er geen bancaire financiering beschikbaar. De Bangkok Bank was slechts bereid tot aanvullende financiering onder de voorwaarde van een kapitaalinjectie door [verweerster 1]
de kosten van [[B]], [[R]] en [[S]] in de periode augustus 2009 – derde kwartaal 2011(hoofdstuk 6) houdt het verslag, samengevat, onder andere het volgende in. Na de oprichting van Tana Netherlands heeft [[B]] een deel van zijn werkzaamheden gefactureerd aan deze vennootschap. Volgens de onderzoeker wordt niet duidelijk welke werkzaamheden het concreet betreffen. Uit zijn gesprek met [[B]] heeft hij begrepen dat de kosten gerelateerd waren aan het opzetten van de hierboven genoemde franchisestructuur. [[S]] heeft zijn werkzaamheden als adviseur van Tana Thailand in de periode januari 2011 tot met oktober 2011 uitsluitend gefactureerd aan [verweerster 1] Deze kosten bestonden voornamelijk uit uurloon (€ 225) en de kosten van businessclass vliegtickets Amsterdam-Bangkok-Amsterdam. Door het uitblijven van franchise- overeenkomsten bleven de uit hoofde daarvan beoogde royalty-inkomsten uit en beschikten de vennootschap en Tana Netherlands ook in de periode augustus 2009 – derde kwartaal 2011 niet over liquiditeit. Om de bestuurs- en advieskosten te kunnen betalen heeft [[B]] in zijn hoedanigheid van (indirect) bestuurder van de vennootschap en van Tana Netherlands enerzijds en in zijn hoedanigheid van bewindvoerder anderzijds, in lijn met de voorgaande jaren, leningen tegen een rentepercentage van 5 % aangetrokken uit het onder bewind gestelde vermogen. Deze leningen zijn niet schriftelijk vastgelegd, er zijn geen zekerheden verstrekt en naar de onderzoeker begrijpt is de rente op deze leningen nooit betaald. Het rentepercentage is niet verwerkt in de betreffende jaarrekeningen. Over 2010 betroffen de leningen een totaalbedrag van € 230.000. Deze leningen, zijn in de administratie van [verweerster 1] geboekt als rekening courant van de Stichting Administratiekantoor (zie hiervoor). Voorts blijkt uit de jaarrekening van Tana Netherlands over 2010 dat er aan deze vennootschap uit het onder bewind gestelde vermogen leningen zijn versterkt voor een totaalbedrag van € 319.000. Over het boekjaar 2011 zijn geen jaarrekeningen opgemaakt van de vennootschap en/of Tana Netherlands (of deze zijn niet beschikbaar). Uit de administratie van het onder bewind gestelde vermogen blijkt dat in 2011 leningen aan [verweerster 1] zijn verstrekt tot een totaalbedrag van € 102.500 en leningen aan Tana Netherlands zijn verstrekt tot een totaal bedrag van € 264.564,69.
de ontwikkeling van Tana Thailand in de periode medio 2011 – januari 2013(hoofdstuk 7) houdt het verslag, samengevat, onder ander het volgende in. De problemen voor Tana Thailand namen eind 2011 toe. De onderzoeker noemt in dit verband dat de marktprijs daalde, dat de liquiditeit van Tana Thailand grotendeels was opgedroogd door aanhoudende verliezen en dat Tana Tailand niet langer competitief was op de markt voor geïmpregneerde netten. In mei 2011 bleek NRS International FZCO (hierna: NRS) geïnteresseerd te zijn in een overname. Tijdens een bespreking op 28 oktober 2011 hebben [[B]] en [[S]] enerzijds en NRS anderzijds overeenstemming bereikt over een Memorandum of Understanding (hierna: MoU), waarbij een koopprijs van USD 3.400.000 is overeengekomen. In november 2011 leidde het gebrek aan liquiditeit tot acute problemen bij Tana Thailand. [[B]] heeft toen in zijn hoedanigheid van bewindvoerder uit het onder bewind gestelde vermogen als overbruggingskrediet een lening verstrekt van USD 575.000 aan Tana Thailand. De kinderen [verzoekers] werden hierover achteraf geïnformeerd. In december 2011 is de lening terugbetaald. Naar aanleiding van de uitkomsten van een
due diligenceonderzoek is NRS met [[S]] en [[B]] gaan heronderhandelen over de koopprijs. Op 29 januari 2012 is een
asset purchase agreementtussen NRS en Tana Thailand en een
share purchase agreementtussen NRS en Tana Netherlands gesloten. NRS had aan de overeenkomsten onder andere de voorwaarde verbonden dat de producten voldeden aan de standaarden van fase III certificering van de WHO en dat Tana Thailand het contract met Bayer zou beëindigen en met Clariant AG zou contracteren. Door het uitblijven van de vervulling van deze voorwaarden werden de overdrachten vertraagd. De werkkapitaalproblemen bij Tana Thailand namen begin 2012 toe en leidden er toe dat de onderneming van Tana Thailand op korte termijn zou moeten worden stopgezet. NRS wilde van overname van Tana Thailand afzien. Na heronderhandeling zijn op 26 mei 2012 aangepaste overeenkomsten tot stand gekomen voor een bedrag van in totaal USD 1.000.000. Daarvan was USD 100.000 de koopprijs voor de activa en passiva van Tana Thailand, het resterende bedrag van USD 900.000 was de koopprijs voor de aandelen in Tana Netting Switzerland AG (Tana Zwitserland). De overeenkomsten zijn namens Tana Thailand en Tana Netherlands door [[B]] ondertekend. [[S]] heeft namens Spigthoff getekend ten behoeve van een
escrow account. Het bedrag van USD 100.000 was gelijk aan het in het kader van de MoU bij Spigthoff in escrow gestorte bedrag, welk bedrag volgens de
asset purchase agreementop instructie van NRS zou worden vrijgegeven als betaling van de koopprijs binnen 7 dagen na de overdracht op 31 mei 2012. Naar later bleek had Spigthoff het bedrag in escrow al op 5 maart 2012 vrijgegeven aan de vennootschap, volgens [[S]] en [[B]] op verzoek van NRS. Dit wordt door NRS betwist.
de periode na voormelde verkoop(hoofdstuk 7 en deels hoofdstuk 9) houdt het verslag, samengevat, onder andere het volgende in. In november 2011 heeft [[B]] aan [verzoeker 1 en verzoeker 2] te kennen gegeven dat de bodem van het onder bewind gestelde vermogen in zicht was. Zij hebben vervolgens onderzocht wat hun financiële positie was. Zij hebben [[B]] herhaaldelijk verzocht rekening en verantwoording af te leggen over het door hem gevoerde beleid in zijn verschillende hoedanigheden. Dat is uiteindelijk gebeurd op 15 mei 2012. Bij beschikking van 13 juli 2012 van de kantonrechter te Hilversum is [[B]] wegens gewichtige redenen ontslagen als bewindvoerder en is een nieuwe bewindvoerder benoemd. Op 25 juli 2012 heeft [[B]] ontslag genomen als bestuurder van de Stichting Administratiekantoor en de vennootschap met gelijktijdige benoeming van [T ] als bestuurder. Op 20 september 2012 is [T ] afgetreden als bestuurder van de vennootschap en zijn [verzoeker 1 en verzoeker 2] in die functie benoemd. Op diezelfde dag zijn zij en [T ] benoemd als bestuurder van de Stichting Administratiekantoor. Vanaf juni 2012 wordt er, naar de onderzoeker begrijpt, verder gewerkt aan de liquidatie van Tana Thailand.
de kosten van [[B]], [[S]] en Spigthoff in de periode vierde kwartaal 2011 – januari 2013(hoofdstuk 7) houdt het verslag, samengevat, onder andere het volgende in. De belangrijkste bestuurs- en advieskosten van de vennootschap en haar dochtervennootschappen bestonden uit de kosten van Spigthoff, [[S]] en [[B]]. Deze kosten namen door de onderhandelingen met NSR over de verkoop van de onderneming van Tana Thailand vanaf oktober 2011 significant toe. Voor de betaling daarvan heeft [[B]] wederom leningen aangetrokken uit het onder bewind gestelde vermogen tegen een rentepercentage van 5%. Deze leningen zijn niet op schrift gesteld, er zijn geen zekerheden verstrekt en naar de onderzoeker heeft begrepen, is de rente op de leningen nooit betaald. Uit de administratie van het onder bewind gestelde blijkt dat in 2011 aan [verweerster 1] en aan Tana Netherlands leningen zijn verstrekt met een totaalbedrag van respectievelijk € 102.500 en € 264.564,69. Hierin is niet het eerder genoemde overbruggingskrediet opgenomen, dat is terugbetaald. Uit genoemde administratie over het onder bewind gestelde vermogen blijkt dat in de eerste zes maanden van 2012 aan [verweerster 1] en aan Tana Netherlands leningen zijn verstrekt met een totaalbedrag van respectievelijk € 19.750 en € 255.000.
administratie- en publicatieplicht in de periode 2006 – heden(hoofdstuk 8) houdt het verslag, samengevat, onder andere het volgende in.
rekening en verantwoording aan verzoekers in de periode 2006 – januari 2013(hoofdstuk 9) houdt het verslag, samengevat, het volgende in. Vanaf het overlijden van [[Q]] hebben op kwartaalbasis besprekingen plaatsgevonden tussen [verzoeker 1 en verzoeker 2], [[B]], [[R]] en [[S]] om de ontwikkeling van de vennootschap en haar dochtervennootschappen te bespreken. Er werden tijdens deze besprekingen geen schriftelijke stukken of cijfermatige analyses op detailniveau gedeeld. Er zijn vooraf geen agenda’s opgemaakt en er werd niet genotuleerd. Dat er vanuit het onder bewind gestelde vermogen leningen werden verstrekt werd niet expliciet besproken. Naar de onderzoeker heeft begrepen (i) vonden de besprekingen in een informele setting plaats en hadden zij niet tot doel om voor bepaalde voorgenomen besluiten formeel goedkeuring te vragen, (ii) hebben [verzoeker 1 en verzoeker 2] (en hun moeder die van tafel en bed gescheiden was van [[Q]] en vanaf begin 2010 aan de besprekingen deelnam) steeds te kennen gegeven dat er geen geld van uit het onder bewind gestelde vermogen mocht worden overgemaakt naar Tana Thailand. Naar de mening van [[B]], moeten verzoekers echter wel op de hoogte zijn geweest van het feit dat er leningen werden verstrekt uit het onder bewind gestelde vermogen aan de vennootschap en aan Tana Netherlands omdat Tana Thailand verliesgevend was en de kosten van [[B]], [[R]] en [[S]] betaald moesten worden. Verzoekers ontkennen die wetenschap. In hun ogen was er een strikte scheiding tussen het onder bewind gestelde vermogen en de onderneming van de vennootschap en haar dochtervennootschappen. In 2010 en in 2011 hebben verzoekers en hun moeder telkens een bezoek gebracht aan de onderneming van Tana Thailand, tezamen met [[B]], [[R]] (2010) en later [[S]] (2011). Ook daar is de kapitaalbehoefte van Tana Thailand aan de orde geweest en, naar de onderzoeker heeft begrepen uit zijn gesprekken met onder andere [[B]] en [verzoeker 1 en verzoeker 2], is uitdrukkelijk gemeld dat er onder geen beding geld ter beschikking mocht worden gesteld aan Tana Thailand. Over de onderhandelingen met NRS vermeldt de onderzoeker dat verzoekers en hun moeder zijn geïnformeerd over de geboden koopprijs en de overige voorwaarden van de verkoop. De (concepten van de) MoU en de
purchase agreementszijn niet vooraf gedeeld met verzoekers. Het is de onderzoeker niet duidelijk geworden in hoeverre verzoekers op de hoogte werden gehouden van de overige ontwikkelingen in de onderhandelingen met NRS. In aanvulling op de kwartaalbesprekingen en het jaarlijks bezoek aan Thailand, nam [[B]] jaarlijks met verzoekers de belastingaangifte met betrekking tot (de ontwikkeling van) het onder bewind gestelde vermogen door. Verzoekers en hun moeder enerzijds en [[B]] anderzijds verschillen van mening over de vraag of de leningen hierin duidelijk naar voren kwamen. Na het voor verzoekers onverwachte ontslag van [[R]] eind 2010, kregen zij wantrouwen over het functioneren van [[B]]. Vanaf dat moment hebben verzoekers geprobeerd zich een beter beeld te vormen van de ontwikkeling van de vennootschap en haar dochtervennootschappen. Zij hebben ondanks verzoeken daartoe geen cijfers gekregen over de ontwikkeling van Tana Thailand en/of de jaarrekening van [verweerster 1] en/of Tana Netherlands. Volgens verzoekers werd op hun vragen over de declaraties van [[B]], [[S]] en Spigthoff niet of afhoudend gereageerd. [[B]] en [[S]] hebben uitgelegd, dat zij wegens de intensiteit van de onderhandelingen met NRS eind 2011 toen geen tijd hadden om uitvoerig op deze vragen in te gaan.
bevindingenvan de onderzoeker (hoofdstuk 10) luiden, samengevat en zakelijk weergegeven per hierna te noemen onderwerp, als volgt:
- Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat er vanuit de vennootschap te weinig is gedaan om in de periode 2006 tot het derde kwartaal van 2011 de waarde van de activa van Tana Thailand te beschermen. Naar het oordeel van de onderzoeker is het niet zo geweest dat er van aanvang af faillissement dreigde bij gebreke van aanvullende financiering en investeringsbereidheid van buitenstaanders, zoals de Ondernemingskamer heeft aangenomen in 3.7 en 3.8 van de beschikking van 28 augustus 2012. De leningen zijn, met uitzondering van de lening aan Mosquito Netting, niet ten goede gekomen aan de deelnemingen en evenmin aangewend om een dreigend faillissement tegen te gaan. De leningen zijn in essentie aangewend voor de betaling van de bestuurs- beheer en advieskosten van de vennootschap.
- Achteraf kunnen er vraagtekens worden gesteld bij het beleid van de vennootschap met betrekking tot Tana Thailand (voortgang certificeringsproces, opzetten franchisestructuur, reorganisatie). De onderzoeker heeft echter niet kunnen vaststellen dat de indertijd gemaakte beleidsmatige afwegingen waren gebaseerd op evident onredelijke of onhoudbare aannames.
- Over de periode 2007 tot en met 2012 bedroegen de uitgaven van de vennootschap en Tana Netherlands voor [[B]] € 604.770,06 en voor [[R]] en later [[S]] (als adviseur van Tana Thailand, via Leidam Beheer) respectievelijk € 250.202,68 en € 141.385,50, (exclusief hotel – en andere kosten voor deze drie personen: deze kosten werden betaald door Tana Thailand) en voor Spigthoff (in het bijzonder de kosten voor het opzetten van een franchiseconstructie) € 501.308,85, tezamen € 1.497.667,09 (zie hierboven onder 4.15).
- De door [[B]] ingediende facturen geven nauwelijks inzicht over de vraag of de ten laste van [verweerster 1] en Tana Netherlands gebrachte bestuurs- en advieskosten in redelijke verhouding staan tot de daarvoor verrichte werkzaamheden. De facturen bevatten geen urenopgave noch een specificatie van de verrichte werkzaamheden.
- [verweerster 1] en Tana Netherlands beschikten, afgezien van de door hen gehouden deelnemingen, niet over eigen inkomstenbronnen en liquiditeit, terwijl de deelnemingen vanaf 2008 verliesgevend waren. Voor de voldoening van de kosten die door de vennootschap worden gemaakt, was zij afhankelijk van haar deelnemingen, in het bijzonder van hun resultaten.
- Het is de onderzoeker niet gebleken dat (i) [[B]] zich van tijd tot tijd heeft beraden op de vraag of het maken van verdere kosten langer te verantwoorden was, (ii) de kostenontwikkeling periodiek en gestructureerd kritisch werd gemonitord, (iii) de besluiten in verband met te maken bestuurs- en advieskosten werden vastgelegd.
- Kosten werden niet gebudgetteerd, waarmee een effectieve sturing en bewaking van de kostenontwikkeling werd bemoeilijkt.
- De adviesopdracht aan Spigthoff (inzake de franchise-constructie) en de daaraan gekoppelde (financiële) condities zijn niet schriftelijk vastgelegd.
- Alles tezamen genomen heeft het beleid van [verweerster 1] en van Tana Netherlands met betrekking tot kostenontwikkeling en kostenbeheersing ernstige gebreken getoond.
- De vennootschap (lees: [[B]] als bestuurder) heeft in de periode 2007 – juli 2012 uit het onder bewind gestelde vermogen leningen aangetrokken voor een totaalbedrag van € 1.600.814,69. De leningen zijn aangewend voor de financiering van de kosten van de vennootschap en van Tana Netherlands, en niet voor activiteiten van de deelnemingen. Voorts heeft [[B]] uit het onder bewind gestelde vermogen een overbruggingskrediet verschaft aan Tana Thailand, dat later is afgelost.
- Daarnaast heeft [[B]] uit het onder bewind gestelde vermogen een bedrag van USD 1.2000.000 geleend aan Mosquito Netting voor een onduidelijk doel waarover [[B]] wisselende en ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd. Hiervan resteert nog een schuld van € 900.000, welke zo goed als zeker niet kan/zal worden terugbetaald. De vennootschap heeft zich in geen enkel opzicht bekommerd om de verzekering van terugbetaling door Mosquito Netting. De onderzoeker spreekt in verband met dit een en ander
- De voorwaarden voor de leningen zijn niet schriftelijk vastgelegd, er zijn geen zekerheden verstrekt, de bedongen rente van 5% is nooit betaald. De leningen zijn in de jaarrekeningen verwerkt als “rekening courant aandeelhouder”. De onderzoeker heeft geen besluiten gezien over het aangaan van de leningen.
- [verweerster 1] (lees: [[B]]) heeft geen informatie over de geldleningen aan de kinderen [verzoekers] verstrekt.
- Het is niet duidelijk geworden of en in hoeverre [[B]] bij het aangaan van iedere afzonderlijke lening ten laste van het onder bewind gestelde vermogen een zakelijke beoordeling en afweging heeft gemaakt over de mogelijkheid voor [verweerster 1] of Tana Netherlands om de geleende gelden terug te betalen. Bij dit laatste is van belang dat de schuldenlast van deze vennootschappen met iedere nieuwe lening verder op liep en dat [[B]] wist dat (i) er niet werd afgelost, (ii) er geen rente werd betaald, (iii) er geen zekerheden waren verstrekt en (iv) de resultaten en perspectieven van de deelnemingen steeds verder verslechterden.
corporate housekeeping. Een en ander blijkt uit: (i) tekortkomingen met betrekking tot het jaarlijks vaststellen van de jaarrekening en de openbaarmaking daarvan, (ii) het ontbreken van een deugdelijke vastlegging van transacties en overeenkomsten (geldleningen en opdrachten aan [[B]], adviseurs en advocaten), (iii) het ontbreken van een deugdelijke verklaring voor bovenstaande tekortkomingen.
- De vennootschap heeft Nicoline en Niels [verzoekers] in de periode 2006 tot eind 2011 in een informele setting periodiek geïnformeerd over de gang van zaken binnen de deelnemingen. Er werd geen documentatie verstrekt, de onderwerpen werden niet besproken aan de hand van een agenda of in het kader van goedkeuring of instemming in beleidsaangelegenheden. De besprekingen werden niet genotuleerd. Er zijn geen (concept)jaarrekeningen van de vennootschap en/of Tana Netherlands met de kinderen [verzoekers] gedeeld of besproken. De vennootschap heeft geen informatie verstrekt over het aantrekken van geldleningen uit het onder bewind gestelde vermogen. Opening van zaken is ook achterwege gebleven nadat [[B]] aan verzoekers in november 2011 had medegedeeld dat de bodem van het onder bewind gestelde vermogen in zicht was. Nadien hebben (toen door hen ingeschakelde adviseurs van) de kinderen [verzoekers] herhaaldelijk om opheldering gevraagd, maar deze werd ondanks toezegging niet gegeven, volgens [[B]] wegens de drukte als gevolg van het toen lopende verkoopproces.
- Bij dit alles moet worden bedacht dat [[B]] gold als een vertrouwenspersoon van de familie [verzoekers] waardoor [[B]] heeft kunnen denken dat hij kon volstaan met globale informatie en [verzoeker 1 en verzoeker 2] er in ieder geval tot eind 2010 “niet bovenop hebben gezeten.” In mei 2012 heeft [[B]] eenmalig rekening en verantwoording afgelegd over zijn beheer als bewindvoerder en daaraan gekoppeld zijn rol als bestuurder van de vennootschap.
5.De gronden van de beslissing
corporate housekeeping;
corporate housekeepingen dat [[B]] hierop hiervoor verantwoordelijk is.
escrowgegeven bedrag van USD 100.000 op 5 maart 2012 ten behoeve van [verweerster 1] en/of Tana Netherlands overweegt de Ondernemingskamer dat onvoldoende is komen vast te staan dat dit bedrag zonder toestemming van NRS is vrijgegeven.
corporate houskeeping, waaronder de administratie- en publicatieverplichtingen,