Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2018 tot en met 7 januari 2019 te [plaats] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij] , door
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2018 tot en met 22 december 2018 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 23 november 2018 gegeven door de officier van justitie te Midden-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, geen contact mocht opnemen met die [benadeelde partij] ;
hij op of omstreeks 21 november 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een kussen en/of tijdschriften en/of een ophoudruimte/cel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Politie eenheid Midden-Nederland toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 september 2018 tot en met 7 januari 2019 te [plaats] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij] , door
hij in de periode van 23 november 2018 tot en met 22 december 2018 te [plaats] , opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 23 november 2018 gegeven door de officier van justitie te Midden-Nederland, kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, geen contact mocht opnemen met die [benadeelde partij] , door
hij op 21 november 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een kussen en tijdschriften, die aan de Politie eenheid Midden-Nederland toebehoorden, heeft vernield en/of onbruikbaar heeft gemaakt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Motivering van maatregel ex artikel 38v Wetboek van Strafrecht
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidinhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 5 (vijf) jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde partij] en haar familieleden. Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 14 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 1.851,53 (duizend achthonderdeenenvijftig euro en drieënvijftig cent) bestaande uit € 51,53 (eenenvijftig euro en drieënvijftig cent) materiële schade en € 1.800,00 (duizend achthonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.