Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- een akte uitlating van [de man] , met productie,
- een antwoordakte van [de vrouw] , met productie.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
3.4 Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven zich bij akte uit te laten over de inschrijving in het rechtsmiddelenregister. Bij akte heeft [de man] een brief van 19 december 2019 gericht aan de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, overgelegd. In deze brief deelt mr. Coenders-El Dahri mee dat zij hoger beroep zal indienen tegen het vonnis van 22 november 2019 en verzoekt de rechtbank het vonnis in te schrijven in het rechtsmiddelenregister van de rechtbank. Bij antwoordakte heeft [de vrouw] een e-mail overgelegd van 14 januari 2020 van een medewerker van de kort-gedinggriffie van de rechtbank Gelderland gericht aan mr. Vermeer, waarin de medewerker verklaart dat tot op heden geen inschrijving van de zaak in het rechtsmiddelenregister van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft plaatsgevonden.
4.De beslissing
24 maart 2020bij akte uit te laten als bedoeld in rechtsoverweging 3.6;