ECLI:NL:GHARL:2020:2079

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 maart 2020
Publicatiedatum
10 maart 2020
Zaaknummer
200.250.381/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De vraag of partijen een perfecte overeenkomst hebben gesloten en de mogelijkheid tot vergoeding van positief contractsbelang

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een geschil tussen Prokitchen Design B.V. en H-Hospitality Holding B.V. over de vraag of er een perfecte overeenkomst tot stand was gekomen en of Prokitchen recht had op vergoeding van positief contractsbelang. De feiten van de zaak zijn als volgt: in november 2017 vond er een e-mailwisseling plaats tussen de partijen over een opdracht van H-Hospitality aan Prokitchen voor werkzaamheden in Riyadh, Saoedi-Arabië. Op 8 november 2017 werd er een WhatsApp-bericht verstuurd door H-Hospitality naar Prokitchen, waarin dringend om een telefoongesprek werd gevraagd. Na deze communicatie hebben partijen geen contact meer gehad. Prokitchen stuurde op 1 december 2017 een factuur naar H-Hospitality, maar stelde ook dat er geen verdere samenwerking meer was. Op 19 januari 2018 ontbond Prokitchen de overeenkomst en stelde H-Hospitality aansprakelijk voor de schade, die bestond uit het positief contractsbelang van € 13.500,- exclusief btw.

In eerste aanleg werd de vordering van Prokitchen tot vergoeding van schade afgewezen, omdat de kantonrechter geen verzuim aan de kant van H-Hospitality vaststelde. Prokitchen ging in hoger beroep en voerde grieven aan tegen deze beslissing. Het hof oordeelde dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand was gekomen, maar dat het niet uitvoeren van de overeenkomst niet het gevolg was van verzuim aan de kant van H-Hospitality. Het hof concludeerde dat de partijen bij het sluiten van de overeenkomst niet hadden voorzien dat de benodigde DWG-bestanden niet beschikbaar waren, wat leidde tot een impasse. Aangezien de overeenkomst met wederzijds goedvinden niet verder was uitgevoerd, bestond er geen grond voor toewijzing van de vordering tot schadevergoeding. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Prokitchen in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.250.381/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 6744262)
arrest van 10 maart 2020
in de zaak van
Prokitchen Design B.V.,
gevestigd te Vinkeveen,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Prokitchen,
advocaat: mr. R. van Biezen, kantoorhoudend te 's-Gravenhage,
tegen
H-Hospitality Holding B.V.,
(mede) h.o.d.n. H-Hospitality,
gevestigd te Huizen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
H-Hospitality,
advocaat: mr. G.L. Breunesse, kantoorhoudend te Leusden.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
De in het arrest van dit hof van 29 januari 2019 op 4 april 2019 bepaalde comparitie na aanbrengen heeft niet plaatsgevonden. Vervolgens heeft Prokitchen een memorie van grieven (met productie) genomen en H-Hospitality een memorie van antwoord.
1.2
Op 16 december 2019 heeft met instemming van partijen een enkelvoudige comparitie van partijen plaatsgehad, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
1.3
Na afloop van de comparitie van partijen heeft het hof arrest bepaald op het ten behoeve van de comparitie overgelegde procesdossier, aangevuld met het proces-verbaal daarvan.

2.De vaststaande feiten

2.1
Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende feiten.
2.2
Op 4, 5 en 6 november 2017 heeft tussen partijen een e-mailwisseling plaatsgevonden over een opdracht van H-Hospitality aan Prokitchen. Het betrof door Prokitchen tegen betaling uit te voeren werkzaamheden in verband met de plaatsing en montage van (bedrijfs)keukens in Riyadh in Saoedi Arabië.
2.3
Op woensdag 8 november 2017 om 8.13 heeft [A] (van H-Hospitality) [B] (van Prokitchen) het volgende WhatsApp-bericht verstuurd:
“Hoi [B] . Kan je me bellen svp? Best dringend”
Om 8.21 uur diezelfde dag heeft [A] aan [B] het volgende e-mailbericht verzonden:
“Attached please find the info pertaining to the drawings we need to prepare for two areas in the project.
From these two areas, the most urgent is the staff camp this we need latest Sunday earlier is better.
The workers camp a few days after that.
Can you confirm you can do this? (…)”
Daarna heeft het volgende WhatsApp-contact plaatsgevonden:
“wo 8 nov. 10.34
Beste [A] . Ik lig echt ziek in bed. Dus ik kijk er straks naar. Zitten de DWG tekeningen erbij? Dat kon ik niet zien op mijn telefoon. [B]
Je kan niet spreken?
[A] , nee ik lig in bed. En dat wilde ik nog even volhouden. (…).
Wo 8 nov. 16.23
[A] ik heb ernaar gekeken en ik kon inderdaad geen DWG bestanden vinden. Zonder die bestanden kan ik echt[toevoeging hof (in navolging van partijen en de kantonrechter): niet]
beginnen met tekenen of wat dan ook. Het spijt me”
2.4
Partijen hebben nadien geen contact meer met elkaar gehad.
2.5
Op 1 december 2017 schrijft Prokitchen aan H-Hospitality:
“Zoals overeengekomen hierbij de factuur voor onze werkzaamheden voor de maand november 2017 ten behoeve van het hierboven genoemde project. Aangezien wij niets meer hebben vernomen gaan wij ervan uit dat van verdere samenwerking na 30 november 2017 geen sprake meer is. Wij hebben voor december ander minder goed betaald werk aangenomen.”
2.6
Bij factuur van 1 december 2017 heeft Prokitchen aan H-Hospitality een bedrag van € 3.290,- in rekening gebracht voor
“werkzaamheden uitgevoerd in november 2017”, waaronder een bedrag van € 1.350,- voor
“reserveringskosten i.v.m. afzeggen andere werkzaamheden en vrijhouden 14 dagen aaneengesloten in december 2017 = 10% van de volledige opdracht à € 13.500,-”.
2.7
Op 19 januari 2018 heeft de gemachtigde van Prokitchen voor zover rechtens nog noodzakelijk de overeenkomst ontbonden en H-Hospitality aansprakelijk gesteld voor de schade, te weten het positief contractsbelang, zijnde een bedrag van € 13.500,- exclusief btw.

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1
Prokitchen heeft gevorderd veroordeling van H-Hospitality tot betaling aan haar van
€ 19.222,70 vermeerderd met rente en kosten. Prokitchen heeft hieraan ten grondslag gelegd dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van H-Hospitality, doordat zij na het sluiten van de overeenkomst geen DWG-bestanden en specificaties ter beschikking heeft gesteld, het voor de visumaanvraag benodigde document niet heeft opgevraagd in Saoedi Arabië en een andere partij heeft ingeschakeld voor de opdracht. Prokitchen stelt dat zij recht heeft op vergoeding van haar schade, mede bestaande uit het positief contractsbelang. Als de opdracht was doorgegaan had zij tijd kunnen besteden aan het maken van de tekeningen (voor een bedrag van € 2.867,70 inclusief btw) en had zij een vergoeding van € 16.335,- verdiend met het bezoek aan Riyadh.
3.2
De kantonrechter heeft de vordering van Prokitchen tot vergoeding van schade bestaande uit positief contractsbelang afgewezen, omdat geen sprake is van verzuim aan de kant van H-Hospitality. Aangezien H-Hospitality heeft aangegeven de reeds gemaakte werkuren door Prokitchen te willen vergoeden, heeft de kantonrechter een bedrag van
€ 1.656,49 aan vergoeding voor die uren toegewezen. Daarnaast is de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot een bedrag van € 248,47. De proceskosten zijn gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beoordeling van de grieven en de vordering

4.1
Tegen de beslissing van de kantonrechter tot afwijzing van vergoeding van het positief contractsbelang en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Prokitchen met haar grieven op. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Perfecte overeenkomst
4.2
Het hof zal allereerst ingaan op het door H-Hospitality gevoerde verweer dat tussen haar en Prokitchen geen perfecte overeenkomst tot stand is gekomen.
4.3
Het hof leidt uit de onder 2.2 genoemde e-mailwisseling tussen partijen af dat zij overeenstemming hebben bereikt over de door H-Hospitality aan Prokitchen te verlenen opdracht. Die opdracht bestond uit de controle van aansluittekeningen tegen betaling van
€ 79,- (exclusief btw) per uur en de supervisie van de aansluitwerkzaamheden ter plaatse voor een bedrag van € 13.500,- (exclusief btw). Hier is geen sprake meer van onderhandelingen of een voorlopige overeenkomst. De bewoordingen van de e-mailberichten bieden geen aanknopingspunten voor deze (door Prokitchen bestreden) stelling, terwijl enige andere onderbouwing ontbreekt. Dat H-Hospitality in het e-mailbericht van
8 november 2017 vraagt of Prokitchen aan de daarin gestelde eisen kon voldoen (kort gezegd: het voorbereiden van de tekeningen van de daarin genoemde twee keukens, waarbij die voor het “staff camp” uiterlijk zondag 12 november 2017 gereed moest zijn en die voor het “workers camp” een paar dagen daarna) rechtvaardigt niet de conclusie dat met de
daaraan voorafgaande e-mailberichten (nog) geen perfecte overeenkomst tot stand was gekomen. Een perfecte overeenkomst hoeft immers nog niet alle detailafspraken te omvatten, overeenstemming over de essentiële punten is voldoende. De in de e-mail van
8 november 2017 genoemde punten betreffen details. Van de zijde van Prokitchen is ter zitting in hoger beroep immers erkend haar voordien al duidelijk was dat de opdracht binnen een kort tijdsbestek uitgevoerd zou moeten worden.
4.4
Gelet op het voorgaande kan H-Hospitality niet worden gevolgd in haar verweer dat tussen haar en Prokitchen geen perfecte overeenkomst tot stand is komen.
Vergoeding van positief contractsbelang
4.5
In artikel 6:277 en ook in artikel 6:74 BW ligt besloten dat (ook) de schade die het gevolg is van niet (verder) uitvoeren van de overeenkomst, daaronder begrepen het positief contractsbelang, vergoed moet worden door de schuldenaar wiens verzuim heeft geleid tot het niet (verder) uitvoeren van de overeenkomst (vgls. Hoge Raad 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1684).
4.6
Het hof constateert dat partijen bij de uitvoering van de overeenkomst zijn gestuit op het ontbreken van DWG-bestanden die Prokitchen nodig had om het overeengekomen werk te kunnen doen. Partijen hebben bij het sluiten van de overeenkomst niet voorzien dat de voor Prokitchen benodigde informatie niet voorhanden was. Zij gingen er kennelijk vanuit dat de beschikbare informatie voor Prokitchen toereikend zou zijn. Toen bleek dat de DWG-bestanden niet beschikbaar waren, is niet gebleken dat Prokitchen desondanks de opdracht wel kon of wilde uitvoeren. Integendeel, Prokitchen heeft via een WhatsApp-bericht op
8 november 2017 om 16.23 uur laten weten dat hij zonder die bestanden echt niet kon beginnen. De inmiddels ontstane situatie had ook gevolgen wegens de tijdsdruk dat met het project gemoeid was. Duidelijk was geworden dat uiterlijk zondag 12 november 2017 (gedeeltelijk) opgeleverd moest worden.
Daarmee was een impasse ontstaan, waarin partijen niet hebben voorzien. Partijen hebben zich er onder dit gesternte kennelijk bij neergelegd om geen (verdere) uitvoering aan de overeenkomst te geven. Dit valt aan de kant van H-Hospitality af te leiden uit de omstandigheid dat zij een andere partij voor de opdracht heeft ingeschakeld. Wat betreft Prokitchen blijkt dit uit het hiervoor aangehaalde WhatsApp-contact op 8 november 2018, haar eigen verklaring ter zitting in hoger beroep dat zij er na dit WhatsApp-contact vanuit ging “dat de overeenkomst niet meer door ging” en haar factuur van 1 december 2017 met begeleidende brief waarin staat dat zij er vanuit ging dat van verdere samenwerking geen sprake meer is.
4.7
Aangezien in dit geval de overeenkomst kennelijk met wederzijds goedvinden niet (verder) is uitgevoerd en het uitblijven van die (verdere) uitvoering geen gevolg is van (tekortschietend) handelen en/of verzuim van H-Hospitality, bestaat geen grond voor toewijzing van de vordering van Prokitchen tot vergoeding van schade bestaande uit het positief contractsbelang.

5.De slotsom

5.1
De grieven falen, zodat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd.
5.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Prokitchen in de kosten van het hoger beroep veroordelen.
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van H-Hospitality zullen worden vastgesteld op € 1.978,- aan griffierecht en € 2.148,- aan salaris advocaat (2 punten x tarief II à € 1.074,-).

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter te Almere van 22 augustus 2018;
veroordeelt Prokitchen in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van H-Hospitality vastgesteld op € 1.978,- voor verschotten en op € 2.148,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Willemse, I. Tubben en J. Smit en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2020.