In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een geschil tussen Prokitchen Design B.V. en H-Hospitality Holding B.V. over de vraag of er een perfecte overeenkomst tot stand was gekomen en of Prokitchen recht had op vergoeding van positief contractsbelang. De feiten van de zaak zijn als volgt: in november 2017 vond er een e-mailwisseling plaats tussen de partijen over een opdracht van H-Hospitality aan Prokitchen voor werkzaamheden in Riyadh, Saoedi-Arabië. Op 8 november 2017 werd er een WhatsApp-bericht verstuurd door H-Hospitality naar Prokitchen, waarin dringend om een telefoongesprek werd gevraagd. Na deze communicatie hebben partijen geen contact meer gehad. Prokitchen stuurde op 1 december 2017 een factuur naar H-Hospitality, maar stelde ook dat er geen verdere samenwerking meer was. Op 19 januari 2018 ontbond Prokitchen de overeenkomst en stelde H-Hospitality aansprakelijk voor de schade, die bestond uit het positief contractsbelang van € 13.500,- exclusief btw.
In eerste aanleg werd de vordering van Prokitchen tot vergoeding van schade afgewezen, omdat de kantonrechter geen verzuim aan de kant van H-Hospitality vaststelde. Prokitchen ging in hoger beroep en voerde grieven aan tegen deze beslissing. Het hof oordeelde dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand was gekomen, maar dat het niet uitvoeren van de overeenkomst niet het gevolg was van verzuim aan de kant van H-Hospitality. Het hof concludeerde dat de partijen bij het sluiten van de overeenkomst niet hadden voorzien dat de benodigde DWG-bestanden niet beschikbaar waren, wat leidde tot een impasse. Aangezien de overeenkomst met wederzijds goedvinden niet verder was uitgevoerd, bestond er geen grond voor toewijzing van de vordering tot schadevergoeding. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Prokitchen in de kosten van het hoger beroep.