In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 24 januari 2019. De rechtbank had het beroep van belanghebbende tegen een informatiebeschikking en belastingaanslagen ongegrond verklaard. Belanghebbende stelde dat hij de uitspraak van de rechtbank niet had ontvangen, omdat deze aangetekend was verzonden en niet was afgehaald. Het Hof heeft vastgesteld dat de uitspraak op 25 januari 2019 om 6.56 uur door PostNL is bezorgd en dat er geen retourzending is ontvangen door de rechtbank. Het Hof oordeelde dat het hoger beroep te laat was ingediend, omdat het hogerberoepschrift pas op 29 maart 2019 was ingediend, wat de termijn van zes weken overschreed. Het Hof heeft de argumenten van belanghebbende over de niet-ontvangst van de uitspraak verworpen, omdat er geen bewijs was dat de kennisgeving van de aangetekende zending niet was achtergelaten. Het Hof concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.