Uitspraak
[verzoeker],
[verweerster],
1.Inleiding
2.De feiten
Onze werkzaamheden vraagt integriteit van het personeel, om deze rede wordt er altijd expliciet stil gestaan bij hoofdstuk 1 “Rechten en Plichten Werknemer" pagina 6 uit het VGM-regelement, zo ook met de heer [verzoeker] . Dit onderdeel is zeer belangrijk i.v.m. de eisen die opdrachtgevers aan ons stellen. Zie hiervoor onderstaande tekst uit het “Programma van Eisen” van één van onze opdrachtgevers. Deze eisen worden altijd met alle medewerkers en nieuwe medewerkers gecommuniceerd en zijn als zodanige ook door mij met de heer [verzoeker]
De redenen voor dit ontslag zijn, zoals wij u ook op maandag 20 mei 2019 hebben meegedeeld het stelen dan wel meenemen van een fiets tijdens werktijd op vrijdag 17 mei 2019 rondom (snel)tram halte stadcentrum te Nieuwegein. Hierover heeft geen overleg plaatsgevonden met een leidinggevende en heeft u op uw laatste locatie tegen overstaan van uw collega's de fiets uitgeladen uit de bedrijfsauto."
Hierbij verklaart ondergetekende dat hij op vrijdagmiddag 17 mei omstreeks 15:15 op het terrein Hoofdwerkplaats Rail van GVB Exploitatie B.V. aan de Provincialeweg 2 te Diemen voor het eerst heeft gezien tijdens het uitladen en bevoorraden van de werkauto een fiets heeft aangetroffen die er in de ochtend nog niet in stond. Later heb ik geconstateerd dat de heer [verzoeker] het terrein heeft verlaten met een fiets die op slot zat. De fiets was nog van zo hoge kwaliteit dat ik deze niet wil benoemen als een fiets die bij het oud vuil stond."
Hierbij verklaart ondergetekende dat de heer [verzoeker] op vrijdagmiddag 17 mei omstreeks 15:30 het terrein Hoofdwerkplaats Rail van GV8 Exploitatie B.V. aan de Provincieweg 2 te Diemen heeft verlaten met een fiets die op slot zat. Deze fiets heeft de heer [verzoeker] uit de bestelauto gehaald die gebruikt word voor werkzaamheden aan de SUNU lijn."
Hierbij verklaart ondergetekende te hebben gezien dat de heer [verzoeker] op vrijdagmiddag 17 mei omstreeks 15:30 uur het terrein Hoofdwerkplaats Rail van GVB Exploitatie B.V. aan de Provincialeweg 2 te Diemen heeft verlaten met een fiets die op slot zat. De heer [verzoeker] heeft de fiets meegenomen door hem aan één wiel op te tillen. Enig moment daarvoor heb ik waargenomen terwijl ik bezig was mijn dag af te ronden dat de heer [verzoeker] de fiets uit de auto heeft gehaald die gebruikt word voor de werkzaamheden in Utrecht. De fiets was nog goede kwaliteit en zeker bruikbaar. In het verleden heb ik veel verlaten/verwaarloosde fietsen in mijn handen gehad voor werkzaamheden van mijn werkgever. De fiets die de heer [verzoeker] heeft meegenomen voldoet niet aan de term verlaten/verwaarloosde fiets."
3.De beoordeling in hoger beroep
Volgens de verklaringen van de medewerkers bevond de fiets zich echter nog in een goede/bruikbare staat. Op grond van welke waarnemingen de medewerkers tot die conclusie zijn gekomen blijkt echter niet uit hun verklaringen. Vooralsnog is het bewijs van diefstal dan ook niet geleverd.
4.De beslissing
Stationsplein 15 te Lelystaden wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven aan de griffie van het hof
uiterlijk op 3 april 2020, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;