Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 20 juni 2017, met producties;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met productie;
- het verweerschrift in het incidenteel beroep met productie;
- een journaalbericht van 23 januari 2018 van mr. R.F. Vonk met een aanhoudingsverzoek;
- een journaalbericht van 23 januari 2018 van mr. J. Koekebakker betreffende uitstel mondelinge behandeling van 25 januari 2018;
- een journaalbericht van 17 april 2018 van mr. Koekebakker betreffende nader uitstel;
- een journaalbericht van 18 april 2018 van mr. Vonk betreffende nader uitstel;
- een journaalbericht van 17 juli 2018 van mr. Vonk betreffende nader uitstel;
- een journaalbericht van 18 juli 2018 van mr. Koekebakker betreffende nader uitstel;
- een journaalbericht van 29 oktober 2018 van mr. Koekebakker met het verzoek een datum te bepalen voor een mondelinge behandeling;
- een journaalbericht van 24 januari 2019 van mr. Vonk met een akte vermeerdering van eis in incidenteel hoger beroep met producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 7 februari 2019;
- een journaalbericht van 20 maart 2019 van mr. Vonk met producties en een toelichting daarbij;
- een journaalbericht van 21 maart 2019 van mr. Koekebakker met producties, tevens aanvulling dan wel wijziging van het verzoek;
- een journaalbericht van 8 augustus 2019 van mr. Koekebakker met producties;
- een journaalbericht van mr. Vonk van 23 september 2019 met producties en een toelichting daarbij.
3.De feiten
16 maart 2015 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 19 februari 2015 van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, (hierna: de echtscheidingsbeschikking) in de registers van de burgerlijke stand.
- [kind 1] (verder te noemen: [kind 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 1998 te [geboorteplaats] ;
- [kind 2] (verder te noemen: [kind 2] ), geboren op [geboortedatum 2] 2001 te [geboorteplaats] , en
- [kind 3] (verder te noemen: [kind 3] ), geboren op [geboortedatum 2] 2001 te [geboorteplaats] ,
4.De omvang van het geschil
- de kinderalimentatie voor [kind 3] en [kind 2] met ingang van 1 juli 2016 vastgesteld op € 192,- per kind per maand en tot 1 juli 2016 op hetgeen door of namens de man is betaald;
- de kinderalimentatie voor [kind 3] met ingang van 22 augustus 2016 bepaald op nihil;
- vanaf 1 juli 2016 de partneralimentatie op nihil gesteld en tot 1 juli 2016 op hetgeen door of namens de man is betaald.
5.De motivering van de beslissing
- de terugkeer van de man naar Nederland per 1 juli 2016. Dit is de datum waarvan de rechtbank in de bestreden beschikking is uitgegaan en waartegen geen van de partijen een grief heeft aangevoerd;
- het moment dat [kind 3] bij de man woont per 22 augustus 2016;
- de terugkeer van [kind 3] bij de vrouw per 1 februari 2019.
6.De slotsom
7.Aanhechten draagkrachtberekeningen
8.De beslissing
- [kind 2] en [kind 3] met ingang van 1 juli 2016 op € 476,- (per kind) per maand;
- [kind 3] met ingang van 22 augustus 2016 op nihil en van [kind 2] met ingang van 22 augustus 2016 op € 483,- per maand;
- [kind 2] en [kind 3] met ingang van 1 februari 2019 op € 137,- per kind per maand;
- met ingang van 1 juli 2016 op 637,- per maand;
- met ingang van 22 augustus 2016 op € 593,- per maand;
- met ingang van 1 februari 2019 op € 405,- per maand;
- met ingang van 1 juli 2019 op nihil;