Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante],
[appellanten] c.s.en waar nodig ieder afzonderlijk ook aan te duiden als:
[appellant]respectievelijk
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.en waar nodig ieder afzonderlijk ook aan te duiden als:
[geïntimeerde1]respectievelijk
[geïntimeerde2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“zeker voor jullie gevoel goed”lijkt
“om een bouwkundige inspectie te laten uitvoeren”.Deze e-mail, waarin de antwoorden van [appellanten] c.s. door het hof thans rechtgedrukt achter de schuingedrukte vragen van [geïntimeerden] c.s. zijn vermeld, houdt, voor zover relevant, in:
(…)
(…)”.
“Voor een goed en betrouwbaar beeld”relevant is
“dat ook de ruimtes onder de houten vloeren geïnspecteerd kunnen worden”.Daarop heeft de verkopend makelaar bij e-mail van 23 juni 2016 aan [geïntimeerden] c.s. medegedeeld dat de kruipruimte bereikbaar is
“vanuit het luik in de hal”en dat
“volgens verkoper”zo
“onder de gehele (oorspronkelijke) woning”gekomen kan worden.
(…)
(…)
(…)”.
“De laatste tijd”ook geen last meer van vochtplekken hadden.
“vochtprobleem is (vanuit het verleden en nu)”.Ook hebben zij gevraagd sinds wanneer [appellanten] c.s. in de slaapkamer geen last meer hadden van vochtplekken, wanneer en waarom zij eerder de plinten hebben verwijderd, en waarom de draagbalken (deels) zijn vervangen en gestut en de ventilatieroosters zijn aangebracht.
“altijd een vochtige kamer”is geweest, dat de vloer in 2008 is vernieuwd, dat zij
“sindsdien geen last meer”hebben gehad en dat toen ook
“de plinten achterwege”zijn gelaten.
“Door vocht waren deze deels slecht geworden en daardoor aan vervanging toe. Dit alles is gedaan om te proberen om het vocht uit die kamer te krijgen. De plinten zijn toen ook achter wege
“een tijdstempel met opdruk “15/04/2011” (foto 12)”. Ook is in het rapport opgenomen dat een rioleringsbuis met
“tijdstempel “19-06-2011” (foto 33)”is aangetroffen, waaruit de deskundige afleidt dat
“een deel van het leidingwerk ter plaatse nadien”moet
“zijn vervangen”.De totale schade is in het rapport geraamd op € 16.919,60.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
primair: [appellanten] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de contractuele boete van
subsidiair: [appellanten] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ter grootte van de herstelkosten van € 15.365,00,
meer subsidiair: de koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden en [appellanten] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 15.365,00,
uiterst subsidiair: de gevolgen van de koopovereenkomst ter opheffing van het door [geïntimeerden] c.s. geleden nadeel te wijzigen en [appellanten] c.s. hoofdelijk te veroordelen dit nadeel op te heffen door terugbetaling van € 15.365,00, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente;
primairevordering van [geïntimeerden] c.s., met uitzondering van de gevorderde hoofdelijkheid, toegewezen. De vordering tot vergoeding van kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid is afgewezen. [appellanten] c.s. zijn veroordeeld in de proces- en nakosten.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“tijdstempel “19-06-2011” (foto 33)”,waaruit af te leiden valt dat
“een deel van het leidingwerk ter plaatse nadien”moet
“zijn vervangen”.En in het in opdracht van [appellanten] c.s. opgemaakte rapport, met foto’s, van Woningkeurgroep B.V. van 17 februari 2017 staat vermeld:
“Via datums op de diverse leidingen is geconstateerd dat er de afgelopen 10 jaar diverse veranderingen en vernieuwingen aan het riool stelsel zijn uitgevoerd.”
“informatie die niet specifiek is gegeven in het kader van de mededelingsplicht, maar eerder in het kader van de eerdere opmerking van [geïntimeerde1] in het kader van het ontbreken van de plinten. Op dat moment was er in de beleving van verkoper geen sprake van een vochtprobleem, dit is ook door de bouwkundig inspecteur bevestigd en waren geen sporen te zien in muren of laminaatvloer dat de ruimte nog vochtig zou zijn.”
(…)
(…)
(…)”.