Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidDe Hoge Dennen Capital PE B.V.,
Ulpia B.V.,
Wiefferink Participaties B.V.,
IJsbrand Advies en Participatie B.V.,
Wiefferink B.V.,
1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in hoger beroep
-transactie de opbrengst voor ING, althans het zicht daarop, zodanig hoger lag, dat uitoefening van haar recht tot aandelenoverdracht onredelijk moet worden geacht vanwege het feit dat DHD c.s. hierdoor werd geschaad, is naar het oordeel van het hof in het licht van de gemotiveerde betwisting door ING niet, althans onvoldoende door DHD c.s. onderbouwd. Dat ING, nu zij meer opbrengst verwachtte te halen uit een voortzetting van de onderneming met een nieuwe investeerder, een faillissement wilde voorkomen en haar argumenten naar DHD c.s. kracht bijzette door te wijzen op de belangen van de andere stakeholders, duidt er niet op dat zij haar pandrecht met een ander doel heeft willen uitoefenen: het doel is duidelijk om haar verlies zo veel als mogelijk te voorkomen althans te beperken. Met dat doel gaat zij over tot verkoop van de aandelen, wijst zij een activa/passiva transactie af en tracht zij door snel te handelen een faillissement te voorkomen. Het hof is alle omstandigheden in aanmerking genomen dan ook van oordeel dat ING in redelijkheid tot uitoefening van haar executiebevoegdheid kon overgaan. Het beroep op misbruik van executiebevoegdheid en het beroep op onrechtmatige executie, voor zover op dezelfde feiten en omstandigheden, stuit hierop af. Grief 20 die berust op dezelfde gronden als hiervoor genoemd, faalt eveneens.
bij vestigingvan een pandrecht het stemrecht niet aan de pandhouder mocht worden verstrekt. Dat betekent dat na de statutenwijziging nog slechts een pandrecht op de aandelen mocht worden gevestigd zonder (voorwaardelijke) overdracht van het stemrecht.
bestaat. Het gevolg hiervan is wel dat de verbintenis (het stemrecht)
nog geen werkingheeft. Door de vervulling van de voorwaarde verkrijgt de verbintenis haar werking. Voor die tijd zijn de bepalingen omtrent onvoorwaardelijke verbintenissen (stemrecht) van toepassing voor zover het voorwaardelijk karakter zich daartegen niet verzet. Met name de redelijkheid en billijkheid doet zijn werking reeds gelden. Het voorgaande brengt mee dat het bepaalde onder 11.3 van de gewijzigde statuten niet later, toen de voorwaarde op 17 februari 2015 werd vervuld, aan ING kon worden tegengeworpen.
4.De slotsom
11.002(2 punten x tarief VIII)
11.002(2 punten x tarief VIII)