ECLI:NL:GHARL:2020:1262
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot echtscheiding wegens gebrek aan rechtsgeldig huwelijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot echtscheiding. De appellant, de man, heeft verzocht om echtscheiding van de geïntimeerde, de vrouw, die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De rechtbank Groningen had eerder geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor het bestaan van een rechtsgeldig huwelijk tussen partijen. Dit oordeel was gebaseerd op onduidelijkheden over de naam van de vrouw, de huwelijksdatum en haar verblijfplaats.
Het hof heeft in eerdere tussenbeschikkingen nader onderzoek ingesteld naar de geldigheid van het huwelijk en de echtheid van de door de man overgelegde huwelijksakte. De man stelde dat het huwelijk in 1995 in [B] was gesloten, maar het hof heeft vastgesteld dat er geen dossier van deze huwelijkssluiting bestaat bij de rechtbank in [B]. De door de man overgelegde huwelijksakte bleek niet door die rechtbank te zijn afgegeven, wat de stelling van de man ondermijnt.
Uiteindelijk concludeert het hof dat er geen rechtsgeldig huwelijk tussen partijen is gesloten, waardoor het verzoek tot echtscheiding niet aan de orde kan zijn. Het hof bekrachtigt dan ook de eerdere beslissing van de rechtbank om het verzoek tot echtscheiding af te wijzen. De uitspraak is gedaan door een andere samenstelling van rechters dan in voorgaande beslissingen, maar dit heeft geen invloed op de procesgang, aangezien er geen mondelinge behandeling meer heeft plaatsgevonden.