Uitspraak
[appellant],
DJI,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant], een voormalig werknemer van DJI, en zijn voormalige werkgever, SK Noord Brandbeveiliging B.V. Het geschil betreft de overtreding van een concurrentiebeding, relatiebeding en geheimhoudingsbeding die waren opgenomen in de arbeidsovereenkomst van [appellant]. De arbeidsovereenkomst eindigde op 28 februari 2015, maar de bedingen bleven van kracht. Het hof oordeelde dat [appellant] terecht was veroordeeld tot betaling van boetes wegens schending van deze bedingen. Het hof verwierp de argumenten van [appellant] dat hij het concurrentiebeding niet had overtreden en dat de boetes onterecht waren opgelegd. Het hof benadrukte dat de tekst van het concurrentiebeding geen ruimte liet voor een beperkte uitleg en dat de overtredingen van [appellant] voldoende waren onderbouwd. Het hof bevestigde de hoogte van de boetes, die in totaal € 389.000,- bedroegen, en oordeelde dat er geen gronden waren voor matiging van deze boetes. De grieven van [appellant] werden verworpen en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter.