ECLI:NL:GHARL:2020:1179
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake ontruiming woning en straatverbod
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat betrekking heeft op de ontruiming van een woning en de oplegging van een straatverbod. De appellant, de man, was in eerste aanleg gedaagde en is in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, dat op 11 juli 2019 is gewezen. De vrouw, de geïntimeerde, had de man verzocht de woning te verlaten en een straatverbod te respecteren, wat de voorzieningenrechter heeft toegewezen. De man heeft in hoger beroep drie grieven ingediend, waarbij hij de spoedeisendheid van de vordering en het belang van de vrouw betwistte. Het hof heeft echter geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang was voor de vrouw, die in een blijf-van-mijn-lijf huis verbleef, en dat de man niet voldoende onderbouwde dat er geen sprake was van huiselijk geweld. Het hof heeft de grieven van de man verworpen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. De kosten van het hoger beroep zijn gecompenseerd, gezien de familierechtelijke relatie tussen partijen.