ECLI:NL:GHARL:2020:1159
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Groepsaansprakelijkheid bij hennepkwekerij en de toepassing van artikel 6:166 BW
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om de groepsaansprakelijkheid van een individu, [geïntimeerde], in verband met de exploitatie van een hennepkwekerij. De appellant, Enexis B.V., had in eerste aanleg schadevergoeding gevorderd op basis van artikel 6:166 BW, dat betrekking heeft op de aansprakelijkheid van groepsleden voor onrechtmatige daden. Het hof nam het tussenarrest van 23 april 2019 over, waarin al was vastgesteld dat [geïntimeerde] betrokken was bij de aanleg van de aansluiting buiten de meter om en de exploitatie van de hennepkwekerij. Tijdens het getuigenverhoor bevestigde [geïntimeerde] dat hij was benaderd om hennepstekken te zetten en dat hij samenwerkte met andere personen, waaronder [B]. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] niet in staat was om het bewijs dat tegen hem was geleverd te ontzenuwen. Het hof benadrukte dat de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] niet afhankelijk was van zijn eerdere betrokkenheid bij de hennepkwekerij, maar dat zijn recente deelname voldoende was voor aansprakelijkheid. Het hof concludeerde dat Enexis onvoldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van de schade die [geïntimeerde] had veroorzaakt, en dat de vordering tot schadevergoeding in hoger beroep moest worden afgewezen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Enexis in de kosten van het hoger beroep.