Uitspraak
verder te noemen:
Allsafe,
verder te noemen: mr. Ter Berg,
wonende te [A] ,,
verder te noemen:
[belanghebbende],
advocaat mr. L.V. Claassens te Eindhoven.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 29 december 2020 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door Allsafe Management B.V. tegen mr. W.P.M. ter Berg, raadsheer in het hof. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechter, naar aanleiding van een mondelinge behandeling die op 3 november 2020 had plaatsgevonden. Tijdens deze zitting werd de heer [B] door mr. Ter Berg kritischer behandeld dan mevrouw [belanghebbende], wat volgens Allsafe de schijn van vooringenomenheid wekte. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat mr. Ter Berg als voorzitter van de zitting beide advocaten gelijke spreektijd heeft gegeven en dat de klachten van Allsafe voornamelijk betrekking hadden op de tweede fase van de behandeling, waarin geprobeerd werd een minnelijke regeling te bereiken. De wrakingskamer concludeerde dat de subjectieve ervaring van Allsafe over de behandeling van de zaak niet voldoende was om het wrakingsverzoek toe te wijzen.
De beslissing van de wrakingskamer is in het openbaar uitgesproken en bevestigt dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval was er geen reden om aan te nemen dat mr. Ter Berg niet onpartijdig had gehandeld, en het wrakingsverzoek werd dan ook afgewezen.