Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
beslissing op verzoek ex artikel 32 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
hierna: Markerink,
advocaat: mr. J.C. Wery.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2020 een herstelbeschikking gegeven in het kader van een hoger beroep. De zaak betreft een verzoek van W.B.C. Projekten II B.V. (hierna: WBC) om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. WBC had eerder, op 6 oktober 2020, een beschikking aangevraagd waarbij een deskundige was benoemd. Na deze beschikking heeft WBC verzocht om aanvulling van de uitspraak, omdat er een onderdeel van het verzoek over het hoofd was gezien. Markerink Projecten II B.V. (hierna: Markerink) heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek om uitvoerbaar bij voorraad verklaring.
Het hof oordeelt dat aanvulling van een uitspraak op grond van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mogelijk is, zelfs als het dictum een afwijzing van het “meer of anders verzochte” bevat. Het hof constateert dat in de eerdere beschikking inderdaad verzuimd is om te beslissen over een onderdeel van het verzoek. Het belang van WBC bij de uitvoerbaar bij voorraad verklaring is dat de benoemde deskundige kan beginnen met zijn onderzoek voordat de beschikking onherroepelijk is. Het hof weegt dit belang zwaarder dan de bezwaren van Markerink, die aanvoert dat de beschikking mogelijk vernietigd kan worden in een toekomstige cassatieprocedure.
Het hof besluit om de uitspraak aan te vullen met de verklaring dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Voor het overige blijft de eerdere beschikking ongewijzigd. Deze beslissing is genomen door de rechters H.L. Wattel, J.H. Lieber en C.J.H.G. Bronzwaer en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.