In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikkingen van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, betreffende de faillissementsgijzeling van de appellante. De appellante, geboren in 1981 en momenteel in verzekerde bewaring in de Penitentiaire Inrichting Ter Peel, was in hoger beroep gekomen van de beschikkingen van 16 juni 2020 en 4 december 2020, waarin zij in verzekerde bewaring was gesteld vanwege het niet voldoen aan de inlichtingenplicht jegens de curator. De rechtbank had eerder de faillissementen van de appellante en [B] B.V. uitgesproken en mr. F. Kolkman aangesteld als curator. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet tijdig was gehoord door de rechtbank en dat de termijn voor het instellen van hoger beroep op 9 november 2020 was begonnen, waardoor het hoger beroep ontvankelijk was. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2020 is gebleken dat de appellante onvoldoende informatie had verstrekt aan de curator, wat leidde tot de beslissing van het hof om de inbewaringstelling te handhaven. Het hof oordeelde dat de belangen van de curator en de noodzaak voor informatieoverdracht zwaarder wogen dan de persoonlijke belangen van de appellante, die psychische klachten had en haar kinderen miste. De verzoeken van de appellante in hoger beroep zijn afgewezen en de eerdere beschikkingen zijn bekrachtigd.