ECLI:NL:GHARL:2020:10776

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
21-004019-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor poging tot zware mishandeling, mishandeling, vernieling en openlijke geweldpleging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar werd wel veroordeeld voor poging tot zware mishandeling, mishandeling, vernieling en openlijke geweldpleging. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep. De vordering van de benadeelde partij is afgewezen, omdat de schadevergoeding inmiddels was betaald door de verdachte. Het hof heeft de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gelast, maar deze omgezet in een taakstraf van 120 uur. De uitspraak is gedaan na een zitting op 9 december 2020, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen en opnieuw recht gedaan. De verdachte is niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep voor de vrijspraak van een van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004019-17
Uitspraak d.d.: 23 december 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 7 juli 2017 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-730056-17 en 18-730092-17, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-207863-15, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het in de zaak met parketnummer 18/730092-17 onder 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 december 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 18/730056-17 primair en het in de zaak met parketnummer 18/730092-17 onder 1 subsidiair, 2 en 4 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, proeftijd 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De advocaat-generaal heeft tevens geëist de vordering van de benadeelde partij af te wijzen. Tot slot heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van een maand, met dien verstande dat deze straf dient te worden omgezet in een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. J.A.M. Kwakman, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 7 juli 2017, waartegen het hoger beroep is gericht, de verdachte vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 18/730092-17 onder 3 ten laste gelegde. Verdachte is ter zake van het in de zaak met parketnummer 18/730056-17 primair (poging tot zware mishandeling) ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/730092-17 onder 1 subsidiair (mishandeling), 2 (vernieling) en 4 primair (openlijke geweldpleging tegen personen en goederen) ten laste gelegde, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, proeftijd 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg, en voor zover aan het hoger beroep onderworpen - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-730056-17:
1.
hij in of omstreeks de periode van 11 februari 2017 tot en met 12 februari 2017 te [plaats1] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij1] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde partij1]
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
- meermalen, althans eenmaal, met een of meer bierflesje(s) en/of met een krat bier en/of met een bierkrat, althans met een hard voorwerp, in het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of (vervolgens)
- ten val heeft gebracht en/of (vervolgens)
- terwijl die [benadeelde partij1] op de grond lag, (met kracht) in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt,
ten gevolge waarvan, althans mede ten gevolge waarvan, die [benadeelde partij1] enige tijd het bewustzijn is verloren, althans buiten bewustzijn is geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 11 februari 2017 tot en met 12 februari 2017 te [plaats1] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij1] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde partij1]
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
- meermalen, althans eenmaal, met een of meer bierflesje(s) en/of met een krat bier en/of met een bierkrat, althans met een hard voorwerp, in het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of (vervolgens)
- ten val heeft gebracht en/of (vervolgens)
- terwijl die [benadeelde partij1] op de grond lag, (met kracht) in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt,
ten gevolge waarvan, althans mede ten gevolge waarvan, die [benadeelde partij1] enige tijd het bewustzijn is verloren, althans buiten bewustzijn is geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Zaak met parketnummer 18-730092-17 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 4 maart 2017 te [plaats1] , (althans) in de gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, (te weten [benadeelde partij2] ), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde partij2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met) een of meer voorwerp(en) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of heeft gegooid en/of (met kracht) in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 4 maart 2017 te [plaats1] , (althans) in de gemeente [gemeente] , [benadeelde partij2] heeft mishandeld door (met kracht) (met) een of meer voorwerpen tegen het hoofd en/of het lichaam van die [benadeelde partij2] te slaan en/of te gooien en/of die [benadeelde partij2] (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen;
2.
hij op of omstreeks 4 maart 2017 te [plaats1] , (althans) in de gemeente [gemeente] , opzettelijk en wederrechtelijk een hoeveelheid meubilair ((ondermeer) een kast en/of een of meer stoel(en) en/of een of meer televisie(s) en/of een flatscreen), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4. ( parketnummer 025539/17)
hij op of omstreeks 3 februari 2017 te [plaats2] , (althans) in de gemeente [gemeente] , met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straatnaam] , in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (een) goed(eren) en/of (een) perso(o)n(en), te weten een (bestel)auto (merk: Mercedes Benz, type Viano Cdi 3.0) en/of (onder meer) [benadeelde partij3] , welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal,
- slaan met de vuist(en) en/of met (een) houten knuppel(s) en/of met (een) ijzeren stang(en), althans met (een) hard(e) en/of stevig(e) voorwerp(en), tegen een of meer ruit(en) en/of lamp(en) van die (bestel)auto, althans tegen die (bestel)auto en/of
- slaan (met een houten knuppel, althans met een hard voorwerp,) tegen/op het lichaam van die [benadeelde partij3] en/of het bij de hals/keel grijpen van die [benadeelde partij3] ;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
A.
hij op of omstreeks 3 februari 2017 te [plaats2] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten een (bestel)auto (merk Mercedes Benz, type Viano Cdi 3.0), dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij4] , heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
en/of
B. hij op of omstreeks 3 februari 2017 te [plaats2] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen [benadeelde partij3] heeft mishandeld door deze (met een (houten/ijzeren) knuppel/stang, althans met een hard en/of stevig voorwerp,) tegen het lichaam te slaan en/of (met kracht) bij de hals/keel vast te pakken/grijpen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-730056-17 primair en in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 1 subsidiair, 2 en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-730056-17:
1. primair
hij in de periode van 11 februari 2017 tot en met 12 februari 2017 te [plaats1] , in de gemeente Ooststellingwerf, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij1] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde partij1]
- tegen het hoofd heeft geslagen of gestompt en vervolgens
- met een bierflesje op het hoofd heeft geslagen en
- ten val heeft gebracht en vervolgens
- terwijl die [benadeelde partij1] op de grond lag, met kracht tegen het lichaam heeft geslagen of gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Zaak met parketnummer 18-730092-17 (gevoegd):
1. subsidiair
hij op 4 maart 2017 te [plaats1] , in de gemeente [gemeente] , [benadeelde partij2] heeft mishandeld door die [benadeelde partij2] met kracht tegen het hoofd te slaan of te stompen;
2.
hij op 4 maart 2017 te [plaats1] , in de gemeente [gemeente] , opzettelijk en wederrechtelijk een hoeveelheid meubilair, onder meer een kast en televisies toebehorende aan [benadeelde partij2] , heeft vernield;
4. primair
(parketnummer 025539/17)
hij op 3 februari 2017 te [plaats2] , in de gemeente [gemeente] , met een ander, op en aan de openbare weg, de [straatnaam] , openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed en een persoon, te weten een bestelauto, merk: Mercedes Benz, type Viano Cdi 3.0 en [benadeelde partij3] , welk geweld bestond uit het slaan met een houten knuppel en met een ijzeren stang, tegen ruiten en lampen van die bestelauto en het bij de hals/keel grijpen van die [benadeelde partij3] .
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-730056-17 primair bewezenverklaarde levert op:
poging tot zware mishandeling.
Het in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Het in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Het in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 4 primair bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling, een mishandeling, een vernieling en een openlijke geweldpleging tegen personen en goederen. Verdachte pleegde alle delicten terwijl hij onder invloed van alcohol was. Verdachte heeft door zijn handelen geen enkel respect getoond voor de lichamelijke integriteit en de eigendommen van anderen.
Bij de strafoplegging houdt het hof rekening met het verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 5 november 2020 waaruit blijkt dat verdachte eerder veelvuldig onherroepelijk is veroordeeld wegens strafbare feiten.
Het hof houdt tevens rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals ter zitting verwoord.
Ter zitting van het hof heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het thans beter met verdachte gaat. Hij heeft afstand genomen van de oude ‘vrienden’ die hem op een negatieve manier beïnvloedden en heeft zijn leven inmiddels redelijk op orde. Het leven van verdachte is stabiel te noemen. Het alcoholprobleem van verdachte was voor een groot deel gekoppeld aan het gezelschap waarin verdachte destijds verkeerde en de perikelen omtrent [benadeelde partij3] . Nu verdachte deze oude contacten heeft verbroken, heeft hij zijn alcoholgebruik onder controle en er is geen sprake meer van verslavingsproblematiek. Dit blijkt ook uit het feit dat verdachte de afgelopen twee jaar niet meer met justitie in aanraking is gekomen. De voorwaarden zoals in eerste aanleg voorgesteld door de reclassering, waaronder behandeling bij de Forensische Polikliniek van Verslavingszorg Noord Nederland zijn derhalve niet (meer) nodig.
Het hof zal in strafmatigende zin rekening houden met het tijdsverloop in deze zaak. Het vonnis van de rechtbank dateert van 7 juli 2017 en verdachte heeft hoger beroep ingesteld op 18 juli 2017. Het arrest van het hof wordt gewezen op 23 december 2020. De redelijke termijn is in hoger beroep met 17 maanden overschreden. Deze overschrijding van de redelijke termijn is niet aan verdachte te wijten.
Het hof acht in beginsel de gevangenisstraf zoals geëist door de advocaat-generaal passend en geboden.
Het hof zal de straf echter, in verband met de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat verdachte inmiddels zijn leven (deels) weer op de rails heeft, matigen, met dien verstande dat het hof aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van zes maanden, zodat verdachte – gelet op de periode die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht – niet meer terug hoeft in detentie. Het hof zal tevens afzien van het opleggen van de bijzondere voorwaarden zoals ter zitting in eerste aanleg geadviseerd door de Reclassering.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 400,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Vaststaat dat door het bewezen verklaarde feit door de benadeelde partij rechtstreeks schade is geleden, voor welke schade verdachte jegens genoemd slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De benadeelde partij heeft een vergoeding gevorderd van in totaal € 400,-. Het hof stelt de schade vast op het gevorderde bedrag.
Nu gebleken is dat verdachte de vordering van de benadeelde partij inmiddels heeft betaald, is de grond aan de vordering komen te ontvallen. Om die reden zal het hof vordering afwijzen, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Groningen van 15 januari 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, parketnummer 18-207863-15. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Op grond van hetgeen omtrent de persoonlijke omstandigheden van veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal het hof deze gevangenisstraf omzetten in een taakstraf voor de duur van 120 uur, overeenkomstig de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS).

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 14h, 14i, 14j, 45, 57, 63, 141, 300, 302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
verklaart verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het in de zaak met parketnummer 18/730092-17 onder 3 ten laste gelegde;
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-730056-17 primair en in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 1 subsidiair, 2 en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-730056-17 primair en in de zaak met parketnummer 18-730092-17 onder 1 subsidiair, 2 en 4 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]

Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2] tot schadevergoeding af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 15 januari 2016, parketnummer 18-207863-15, te weten van: een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. L.J. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 23 december 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.