ECLI:NL:GHARL:2020:10767
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R. Feunekes
- J.H. Lieber
- A. Smeeing-van Hees
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en ontvankelijkheid verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen. De man, verzoeker in hoger beroep, was niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank Amsterdam in zijn verzoek tot echtscheiding, omdat de betekening van het verzoek niet tijdig had plaatsgevonden. De man had zijn verzoek tot echtscheiding op 2 december 2019 ingediend, maar de betekening aan de vrouw was niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen, zoals voorgeschreven in artikel 816 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), uitgevoerd. Het hof oordeelde dat de man niet kon worden ontvangen in zijn verzoek, ondanks zijn stelling dat de vrouw op de hoogte was van het verzoek en niet in haar procesbelang was geschaad. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees het meer of anders verzochte af. De vrouw had geen verweer gevoerd in deze procedure. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.