Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie na enquête tevens van wijziging van eis van [verpachter] met producties 40-41,
- de antwoordmemorie na enquête van [pachter] ,
- het proces-verbaal van de pleidooien van 19 november 2020 waarbij akte is verleend van de brief van mr. Bijloo van 3 november 2020 met producties 42 tot en met 47 en het bericht van mr. Van Weverwijk met producties 1-2.
2.De verdere beoordeling van het hoger beroep
€ 4.802,46 aan pacht en € 224,70 aan waterschapslasten (zie ook 4.22 tussenarrest). Die bedragen moet [pachter] in ieder geval nog aan [verpachter] betalen.
Bedrijfsmatige landbouw/geen persoonlijk gebruik/onderverpachting
“In de winter rijden we 1 keer per week de balen gras binnen, want [pachter] voert met gras, en 1 keer in de 1 of 2 dagen leggen we het voer in de voergang. In de zomer zijn wij ook eens in de 1, 2 dagen bij de dieren. Verder houdt [pachter][ [pachter] , hof]
het in de gaten.”De KI gaat via [getuige A] , de drachtcontrole doet [getuige A] zelf en de kosten voor de dierenarts betaalt [pachter] .
Slotsom
€ 4.035,31.
3.De beslissing
1305 (1.03.45 ha),
1307 (2.63.50 ha),
1309 (2.03.80 ha),
1311 (2.75.10 ha),
1323 (2.99.45 ha) en
1324 (0.87.55 ha), totaal 12.32.85 ha,
ingaande 14 november 2013 voor een pachtprijs € 442,78 per ha per jaar;
S.B. Boorsma en de deskundige leden mr. E. Oostra en ir. J.H. Jurrius, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 december 2020.