Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1]
2.
[appellant sub 2],
wonende te [woonplaats]
3.
[appellant sub 3]
[appellant sub 4],
[appellant sub 5],
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De beoordeling van het hoger beroep
De vorderingen in hoger beroep van [verpachter]
“Alle kwesties, zo ook de bollenteelt, werden met [A] en later met [B][de vaders van [verpachter] , hof]
besproken en die kwesties werden altijd opgelost of bereikten we daarover overeenstemming.”Hieruit volgt al dat de vaders van partijen het nodig vonden om over de bloembollen op het gepachte telkens afspraken te maken. Vanaf het moment dat [pachter] het bedrijf alleen voortzette, had hij - net als zijn vader - met [verpachter] de bollenteelt moeten bespreken en dat heeft hij niet gedaan. Er zijn dan ook geen goede redenen voor de veronderstelling van [pachter] dat [verpachter] de toestemming (stilzwijgend) had verleend.
“Met stelligheid kan ik verklaren dat [A] en [B] steeds met ruil en later met verhuur van bollenland hebben ingestemd en dat zij dit gebruik jaarlijks hebben waargenomen of hebben kunnen waarnemen. De familie [pachter] had altijd een goede verstandhouding met de familie [verpachter] . Dat kwam ook doordat [B] in de oorlog bij mijn grootvader [pachter] ondergedoken was.”Het hof heeft geen aanleiding om aan deze verklaring te twijfelen, ook al heeft [verpachter] gemotiveerd betwist en aangevoerd dat hij het niet waarschijnlijk vond dat zijn grootvader en vader met de bloembollenteelt zouden hebben ingestemd.
4.De beslissing
9 oktober 2019;