ECLI:NL:GHARL:2020:10385

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 december 2020
Publicatiedatum
14 december 2020
Zaaknummer
200.265.565/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod en ontbinding van motorclub No Surrender wegens strijdigheid met de openbare orde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de civiele verbodsprocedure tussen het Openbaar Ministerie (OM) en de motorclub No Surrender. Het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die No Surrender had verboden en ontbonden, inclusief haar chapters en brotherhoods, omdat de activiteiten van deze club in strijd zijn met de openbare orde. Het OM had verzocht om een verbod op No Surrender en de daaraan verbonden chapters en brotherhoods, met de stelling dat deze organisaties de samenleving ontwrichten. Het hof oordeelt dat No Surrender een informele vereniging is die zich heeft geplaatst binnen de gewelddadige cultuur van zogenaamde 1%-motorclubs, ook wel Outlaw Motor Gangs genoemd. Het hof stelt vast dat de club zich heeft gemanifesteerd als een gewelddadige organisatie, met een hiërarchische structuur en een cultuur van intimidatie en geweld. Het hof concludeert dat de werkzaamheid van No Surrender in strijd is met de openbare orde, wat een verbod rechtvaardigt. Het hof wijst het verzoek van het OM af om ook de formele vereniging NS MC te verbieden, omdat er geen bewijs is dat deze vereniging zelf in strijd met de openbare orde handelt. De uitspraak van het hof heeft geen uitvoerbaarheid bij voorraad, wat betekent dat de ontbinding van No Surrender pas effect heeft als de uitspraak onherroepelijk is.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.265.565/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/124145)
beschikking van 15 december 2020
in de zaak van
de informele vereniging
No Surrender (Motorcycle Club),
zonder bekende vestigingsplaats in Nederland,
appellante in het principaal appel,
geïntimeerde in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: verweerster,
hierna:
No Surrender,
procesadvocaat: mr. G.C.L. van de Corput, kantoorhoudend te Breda,
tegen
het
OPENBAAR MINISTERIE,
domicilie kiezende te [E] ,
geïntimeerde in het principaal appel,
appellant in het incidenteel appel
in eerste aanleg: verzoeker,
hierna:
het OM,
voor wie optreden mrs. R.J.P. Lambrichts en T.A.M. van de Ven, beiden officier van justitie bij het Landelijk Parket en plaatsvervangend advocaat-generaal bij het Ressortsparket.
Als belanghebbenden in hoger beroep zijn aangemerkt:

1.de vereniging NS MC,

gevestigd te Roermond,
hierna te noemen:
NS MC,
niet verschenen,
2. de
chaptersvan No Surrender,
alle zonder bekende vestigingsplaats,
hierna te noemen:
de chapters,
waarvan is verschenen: chapter
Los Hermanosde Noord,
advocaten mrs. K. Meijer en A.M. Thomas, kantoorhoudend te Alkmaar,
3. de
brotherhoodsvan No Surrender,
alle zonder bekende vestigingsplaats,
hierna te noemen:
de brotherhoods,
niet verschenen.

1.Het verloop van de procedure bij het hof

1.1.
Het verloop van de procedure bij het hof tot aan deze uitspraak blijkt allereerst uit het
beroepschrift van No Surrender tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland in Assen van 7 juni 2019, het verweerschrift van het OM en het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling op 11 september 2020. Op die dag heeft het hof beslist dat NS MC, de chapters en de brotherhoods als belanghebbenden moeten worden opgeroepen voor de zitting van 24 november 2020. Ter uitvoering van die beslissing is NS MC per (aangetekende) brief aan de bij het hof bekende adressen van NS MC opgeroepen. De chapters en brotherhoods zijn opgeroepen via een oproep in de Staatscourant en aan het algemene e-mailadres van No Surrender.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Het OM vraagt om een verbod van No Surrender en de daaraan verbonden chapters
en brotherhoods, alsmede van NS MC. Kort gezegd is de reden daarvoor dat zij de samenleving ontwrichten of kunnen ontwrichten. Dit verzoek heeft de volgende achtergrond.
2.2.
No Surrender is een internationale motorclub die in 2013 is opgericht door [A] .
In de eerste jaren na de oprichting bekleedde hij de functie van 'Generaal'. Medio februari 2016 heeft hij die functie definitief neergelegd. Een half jaar later maakte een van de mede-oprichters ( [B] ) bekend dat hijzelf en drie anderen als Captains World de koers zouden gaan bepalen. In die fase is de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid NS MC opgericht. In juli 2018 heeft ook [B] No Surrender verlaten, nadat hij in voorlopige hechtenis was genomen.
2.3.
No Surrender telt op dit moment meer dan 900 leden en heeft in Nederland ongeveer 30
chapters. Een chapter bestaat uit kaderleden (het chapterbestuur) en 'full-members'. Daarnaast zijn er 'prospects' [1] en 'hangarounds' [2] . Aan No Surrender zijn ook de zogenoemde brotherhoods verbonden (support clubs). Boven de chapters staat een centraal bestuur (bestaande uit de World Board en de National Board) dat wordt gevormd door ’de Generaal’ [3] , Captains [4] en Nomads [5] .
2.4.
Het OM heeft de rechtbank verzocht No Surrender, NS MC en de brotherhoods te
verbieden en te ontbinden, met benoeming van een vereffenaar. Daarbij is het OM ervan uitgegaan dat de chapters en de brotherhoods van No Surrender deel uitmaken en door dat verbod zouden worden getroffen. Ook is verzocht te bepalen dat een eventueel batig saldo na vereffening zal worden uitgekeerd aan de Staat.
2.5.
De rechtbank heeft beslist dat zowel de chapters en de brotherhoods als NS MC deel
uitmaken van No Surrender, en heeft No Surrender verboden en ontbonden. Het OM is gevraagd een vereffenaar voor te stellen. De door het OM gevraagde uitkering van een batig saldo aan de Staat is echter op voorhand geweigerd. De beslissing is ook niet 'uitvoerbaar bij voorraad' verklaard. Het gevolg daarvan is dat de werking ervan door dit hoger beroep is geschorst.
2.6.
De brotherhoods en NS MC zijn door het hof opgeroepen, maar zijn niet 'verschenen'.
Met uitzondering van Los Hermanos (waarover hierna meer) geldt dat ook voor de chapters. Zij hebben zich in dit hoger beroep dus niet tegen het uitgesproken verbod en de ontbinding verzet. Maar volgens No Surrender zelf gaat de rechtbank er ten onrechte vanuit dat de brotherhoods van deze informele vereniging deel uitmaken. Ook verzet No Surrender zich tegen de veronderstelling van de rechtbank dat de chapters door het verbod worden geraakt.
2.7.
Het OM heeft zijn verzoek ten aanzien van NS MC verminderd: hij gaat er niet langer
vanuit dat een verbod van No Surrender ook die formele vereniging treft, en vraagt daarom een afzonderlijk verbod van NS MC.
2.8.
In een zogenoemd 'incidenteel' hoger beroep komt het OM ertegen op dat de beslissing
van de rechtbank pas effect heeft als deze definitief is. Anders gezegd: het OM verwijt de rechtbank dat zijn beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Het hof vat dat op als een verzoek om deze beschikking
weluitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.De opbouw van deze beschikking en de conclusies

3.1.
Het hof zal hierna gebruikmaken van tussenkopjes die bij elkaar een samenvatting
vormen van deze uitspraak. De conclusie zal zijn dat No Surrender terecht is verboden en ontbonden, en dat de chapters en brotherhoods dat lot delen, omdat zij niet als informele verenigingen kunnen worden beschouwd. Het verbod treft echter niet NS MC, omdat dat een formele vereniging is. Daarnaast heeft het OM geen argumenten aangedragen die tot een (zelfstandig) verbod en ontbinding van die vereniging kunnen leiden.
Het uitgangspunt is de vrijheid van vereniging. Alleen in zeer bijzondere gevallen kan een vereniging worden verboden
3.2.
Vrijheid van vereniging is in ons land een grondbeginsel van de democratische
rechtsstaat en een pijler van de democratie. Daarom zijn mensen hier vrij om zich te verenigen en samen activiteiten te ontplooien. Dit recht is verankerd in de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en mag alleen worden onderworpen aan wettelijke beperkingen die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, de openbare orde, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Dat betekent dat een vereniging alleen kan worden verboden als de werkzaamheid daarvan in strijd is met de openbare orde (artikel 2:20 lid 1 BW). Daarna is het strafbaar om er lid van te zijn of om aan de verenigingsactiviteiten deel te nemen.
3.3.
Een verbod is dus een uiterste en noodzakelijke maatregel om gedragingen te
voorkomen die een aantasting vormen van als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtsstelsel en die onze samenleving ontwrichten of kunnen ontwrichten. Daarmee ligt de lat voor de rechter zeer hoog: hij moet tot de conclusie komen dat sprake is van activiteiten waarvan de ongestoorde voortzetting en navolging in een democratische rechtsstaat niet kunnen worden geduld, op straffe van ontwrichting. Om die reden moet de wet strikt worden uitgelegd.
No Surrender is een vereniging
3.4.
Verenigingen zijn rechtspersonen met leden die zijn gericht op een bepaald doel (art.
2:26 lid 1 BW). Er bestaat een juridisch onderscheid tussen de formele en informele
variant, maar beide kunnen worden verboden en ontbonden. Als een vereniging niet beschikt over statuten die in een notariële akte zijn opgenomen, dan is sprake van zo'n informele vereniging (een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid). NS MC is een
formelevereniging, maar No Surrender is dat niet. De vraag is daarom of dat wel een
informelevereniging is. Op de vraag aan welke voorwaarden dan moet zijn voldaan, zal het hof bij de behandeling van de chapters en brotherhoods nog ingaan. Op deze plaats is dat niet nodig. De rechtbank is er namelijk vanuit gegaan dat No Surrender een informele vereniging is (rechtsoverweging 3.29), en daar is geen bezwaar tegen gemaakt. Voor het hof staat dit daarom vast.
De rechtbank heeft de vereniging No Surrender terecht verboden en ontbonden (grief 6 van No Surrender)
De vereniging No Surrender kan alleen worden verboden als haar werkzaamheid in strijd is met de openbare orde. Voor deze beoordeling zijn van belang de aard van die werkzaamheid en ook de kennelijke bedoeling bij en de gevolgen van de desbetreffende uitingen en gedragingen
3.5.
Zoals gezegd, kan No Surrender alleen worden verboden als sprake is van een
'werkzaamheid' in strijd met de openbare orde. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat dit begrip de daden omvat die de rechtspersoon stelt en de woorden die hij spreekt en schrijft, ongeacht op welke wijze blijkt dat die zijn gesteld, gesproken of geschreven in het kader van de organisatie met rechtspersoonlijkheid. Alleen gedragingen van de rechtspersoon zelf kunnen gelden als diens werkzaamheid. Het gaat dan om uitingen en gedragingen (ook nalaten) door het bestuur of waaraan het bestuur leiding heeft gegeven of waartoe het bestuur doelbewust gelegenheid heeft gegeven. Die gedragingen worden aan de rechtspersoon toegerekend.
3.6.
Voor toerekening van gedragingen van individuen aan een rechtspersoon als eigen
werkzaamheid van de rechtspersoon is niet voldoende dat de rechtspersoon van die gedragingen of van de cultuur waarin die gedragingen plaatsvinden, geen of onvoldoende afstand neemt. Wanneer de rechtspersoon aan gedragingen van derden, zoals leden of zusterorganisaties, niet zelf leiding heeft gegeven of daartoe niet zelf doelbewust gelegenheid heeft gegeven, kunnen die gedragingen aan de rechtspersoon alleen als eigen werkzaamheid worden toegerekend wanneer bijzondere feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven. Bij de beoordeling of sprake is van een werkzaamheid in strijd met de openbare orde, is de aard van de werkzaamheid van de rechtspersoon van belang en ook de kennelijke bedoeling
bijen de gevolgen
vande desbetreffende uitingen en gedragingen.
3.7.
Om een goed inzicht te kunnen krijgen in de werkzaamheid van No Surrender, is het
van belang haar ontstaansgeschiedenis te schetsen en de achtergrond daarvan. Dat zal het hof hierna doen.
Bij haar oprichting heeft No Surrender zich geplaatst binnen de gewelddadige cultuur van zogenoemde 1%-MC's
3.8.
Het OM heeft een historische schets gegeven van zogenaamde 1%-MC's die door No
Surrender niet is bestreden: dergelijke motorclubs worden ook wel Outlaw Motor Gangs genoemd (OMG's). Deze typering wijst er al op dat het om groeperingen gaat die zich buiten de maatschappelijke orde plaatsen en deze ook trotseren; zij eisen een eigen geweldmonopolie voor zich op en ontlenen hun bestaansrecht aan deze zelfgekozen positie van wetteloze outlaws. Het zijn zeer gesloten organisaties met een militair karakter: sterke hiërarchische verhoudingen tussen de 'broeders' die zich conformeren aan regels die zijn geworteld in begrippen als loyaliteit, broederschap, respect en eer. Bovendien heerst er een traditie van intimidatie en geweld die intern is ingemetseld in een strikte zwijgplicht (omerta). Door het gewelddadige karakter en een gecultiveerd gevoel van onaantastbaarheid wordt maatschappelijke angst aangewakkerd. Dat geweld keert zich ook naar binnen, waardoor het moeilijk is om uit de groep te treden.
3.9.
Het OM heeft uitvoerig uiteengezet dat No Surrender zichzelf vanaf haar oprichting
binnen deze subcultuur heeft geplaatst: zij heeft zich op diverse manieren als 1%-MC gemanifesteerd, ook op haar eigen website: "Wij zijn een 1% motorclub, ondersteund door meerdere brotherhoods". Leden van No Surrender dragen in sommige gevallen ook een patch met de tekst '1%' als ereteken op hun 'colors' [6] . Daarmee draagt deze vereniging uit dat zij moet worden geplaatst binnen de traditie van de OMG's. Dat beeld wordt versterkt door de interne structuur (chapters, brotherhoods, de functie consigliere [7] , de vrije rol van 'Nomads'), het logo (een doodshoofd met revolvers) en de namen van de chapters en brotherhoods (bijvoorbeeld Mercenaries, Sempre Omerta, Silent Death, Los Soldados en Guerreros). Bij de oprichting zijn bewust criminelen aangetrokken, en bij de werving van nieuwe leden is gezocht naar vechtsporters. Leden die onvoldoende bereidheid toonden om in het belang van No Surrender geweld te gebruiken, werden bij wijze van straf voor hun lafheid zelf met geweld geconfronteerd. Zo zijn leden van een brotherhood van No Surrender in april 2015 bedreigd met geweld door twee captains, omdat ze niet hardhandig genoeg hebben opgetreden toen één van hun leden werd mishandeld. Tegenspraak van hoger geplaatsten leidde tot vergelijkbare represailles.
3.10.
Dit alles is niet (afdoende) door No Surrender bestreden. Het hof zal in het vervolg
dan ook van deze geschiedenis uitgaan. In aanvulling daarop zal het hof hierna enkele specifieke kenmerken van No Surrender bespreken die het beeld van deze vereniging als 1%-MC versterken.
Afbeelding: op 3 augustus 2017 is deze afbeelding op de Facebookpagina van No Surrender geplaatst. Daarop zijn het clublogo en de clubnaam in de clubkleuren zwart, wit en lichtgrijs te zien. Daarnaast zijn het 1%-teken, de afkorting 'MC', de afkorting 'NSFFNS' (No Surrender Forever, Forever No Surrender) en drie binnen de club geldende kernwaarden: 'loyalty', 'brotherhood' en 'respect' afgebeeld.
De hiërarchische structuur en de gewelddadige cultuur van No Surrender worden bepaald door een knellende combinatie van repressie en afgedwongen solidariteit (gehoorzaamheid). Essentieel daarbij zijn de regels en praktijken omtrent zwijgplicht (omerta) en bad standing, en de zogenoemde jailhouseprocedure.
- De omerta
3.11.
Het OM heeft onbestreden aangevoerd dat de gesloten clubcultuur van No Surrender
wordt afgeschermd door een strikte zwijgplicht: het is de leden verboden zich tegenover buitenstaanders - in het bijzonder de overheid - uit te laten over wat zich binnen de club heeft afgespeeld. Samenwerking met de politie wordt bestraft. Daardoor wordt die cultuur beschermd en wordt ook de onderlinge verbondenheid vergroot. Bovendien wordt het justitie (politie en OM) moeilijk gemaakt bewijs te verzamelen van strafbare feiten die door leden van No Surrender zijn gepleegd. De omerta wordt door het bestuur van No Surrender met (dreiging met) geweld gehandhaafd. Het OM heeft daarvan meerdere concrete voorbeelden gegeven.
- Bad standing: het is bijna niet mogelijk No Surrender probleemloos te verlaten
3.12.
Als een lid van No Surrender de club 'in bad standing' verlaat (hij gaat dan 'out in
bad standing'), gebeurt dat onder dwang. Dat lid moet clubeigendommen inleveren en mag geen contact meer onderhouden met leden van de club. Ook wordt hem een boete opgelegd die kan oplopen tot duizenden euro's. Een bad standing gaat vaak gepaard met dreigementen tegen het lid en zijn naasten en fysiek geweld tegen hem. Dergelijke excommunicatie kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer een lid niet (zonder tegenspraak) bereid is geweest de clubbelangen, het territorium of medeleden met geweld te beschermen. Het geweld dat met bad standing gepaard gaat, kan grof zijn. Zo werd een ex-lid van chapter Assen in juni 2015 zo zwaar mishandeld dat hij er gekneusde nieren, lever en hartspier aan overhield. Een ander ex-lid liep een gebroken kuitbeen, gebroken ribben en een verbrijzeld jukbeen op. Het beeld dat het OM heeft opgeroepen, en dat onvoldoende is weersproken, is dat het weinig voorkomt dat een lid de club in 'good standing' kan verlaten of onbedreigd 'met pensioen' kan gaan.
- De jailhouseprocedure (het jailfund): financiële en juridische ondersteuning voor hen die van strafbare feiten worden verdacht en zijn opgepakt
3.13.
De 'jailhouseprocedure' van No Surrender is eveneens komen vast te staan. Die
procedure houdt in dat leden in detentie en voorarrest vanuit de club financieel en juridisch worden ondersteund. Daarvoor wordt een deel van de centrale clubkas gereserveerd. Om in aanmerking te komen voor deze ondersteuning, moeten de strafbare gedragingen zijn begaan in het belang van de club en/of de medeleden. Ze moeten in ieder geval binnen de clubcontext zijn gepleegd. Zo geeft een captain in een gesprek met andere leden in een memberroom van No Surrender aan dat een speciale commissie beoordeelt of mag worden uitgekeerd en of de strafbare gedragingen voldoende 'clubgerelateerd' zijn. Hieruit blijkt dat het plegen van strafbare feiten in het belang van de club een normaal onderdeel is van de werkzaamheid van No Surrender. Een voorbeeld van dit soort gedragingen zijn de cocaïnetransporten naar Frankrijk. Om die mogelijk te maken, zijn bij de Belgische grens chapters van No Surrender opgericht.
3.14.
Het OM heeft deugdelijk onderbouwd - en van de zijde van No Surrender ontbreekt
opnieuw een afdoende verweer tegen de stelling - dat de 'grijze' clubkas van No Surrender wordt gespekt door afdracht van een deel van de winst van dergelijke illegale praktijken door haar leden (en overigens ook door de betalingen in geval van bad standing). Een captain van No Surrender daarover: "Ik zal je sterker vertellen, ik verwacht van al mijn leden, geldt voor mij ook he, alle leden: elke handel die je doet, buiten de club, 10% gaat naar ons. (...) Voorbeeldje: met een weedhok, pakt 10.000 euro, gaat 1000 euro in de clubkas."
Deze werkzaamheid, die in de structuur en cultuur van NS zit ingebakken, faciliteert het plegen van geweldsmisdrijven en andere ernstige strafbare feiten, ook in de publieke ruimte
3.15.
De rechtbank heeft een omvangrijke en door het OM goed gedocumenteerde
opsomming gegeven van ernstige strafbare feiten die door leden van No Surrender gedurende de afgelopen jaren zijn begaan: handel in verdovende middelen, afpersing binnen en buiten de eigen kring, geweld en dreiging met geweld tegen andere motorclubs, verboden wapenbezit, en intimidatie en bedreiging van politieambtenaren, getuigen, horecapersoneel en journalisten - inclusief bedreiging met moord. Kenmerkend voor dergelijke praktijken was het moment dat een journalist van het weekblad [C] met een onaangekondigd bezoek van enkele leden van No Surrender werd geconfronteerd. Hem werd ter ondertekening een vooraf opgestelde tekst voorgehouden waarin hij moest verklaren dat hij bepaalde informatie over No Surrender niet zou publiceren.
3.16.
Geregeld worden aangiftes ingetrokken of wordt medewerking aan strafrechtelijk
onderzoek geweigerd. Dat alles duidt op angst voor represailles van de betrokkenen. Een voorbeeld van geweld dat zich naar binnen keert, is de in opdracht van president [D] van het chapter [E] uitgevoerde afpersing van een supportlid.
3.17.
Het beeld dat hiermee wordt opgeroepen, en waartegen in hoger beroep geen
steekhoudend verweer is gevoerd, sluit naadloos aan bij wat hiervoor is gezegd over de werkelijke bestaansreden van No Surrender. Dergelijke feiten spelen zich niet alleen maar af in de verborgen wereld van deze en andere motorclubs, maar treffen de maatschappij recht in het gezicht. Zo zijn beelden overgelegd van een beveiligingscamera bij [F] waarop een mishandeling is te zien en waarbij voorbijgangers dreigend wordt meegedeeld dat zij zich afzijdig moeten houden en geen politie moeten bellen. De afgelopen jaren hebben in de openbare ruimte zelfs meerdere grootschalige vechtpartijen en schietpartijen plaatsgehad tussen 1%-MC's, waaronder No Surrender. Zo vond op 4 oktober 2014 een shoot out plaats in een woonwijk in [G] tussen (bestuurs)leden van No Surrender en Satudarah MC. Naast een kogelvrij vest droegen de leden van No Surrender toen de colors van hun club. Er is die dag negen keer geschoten.
Bestuursleden van No Surrender hebben zich veelvuldig aan ernstige strafbare feiten schuldig gemaakt. Ook dat is een werkzaamheid van deze vereniging
3.18.
De rechtbank heeft een uitgebreide opsomming gegeven van veelal ernstige strafbare
feiten die door bestuursleden van No Surrender zijn gepleegd. Ook daar is geen gemotiveerd verweer tegen gevoerd. De rechtbank heeft terecht overwogen dat deze misdragingen eveneens als werkzaamheid van No Surrender kunnen worden aangemerkt.
De hiervoor beschreven werkzaamheid van No Surrender is nog steeds actueel. Het vertrek van [A] en [B] heeft daar geen verandering in gebracht
3.19.
Op 29 augustus 2017 verscheen op diverse Facebookaccounts van No Surrender het
volgende bericht: "Wij nemen als No Surrender MC, op elke mogelijke wijze, afstand van onze oprichter [A] en distantiëren ons derhalve ook van alle berichtgeving omtrent zijn persoon, waarbij onze clubnaam herhaaldelijk blijft worden genoemd. Wij wensen op geen enkele wijze meer gelieerd te worden aan hem als persoon dan wel aan de berichtgevingen over zijn persoon." Nadat in 2018 ook [B] was vertrokken (hij was gedetineerd), heeft No Surrender zich eveneens van hem en van zijn beleid gedistantieerd. Volgens No Surrender behoren de excessen die onder deze leiders plaatsvonden daarmee tot het verleden. No Surrender profileert zich sindsdien niet meer als 1%-MC. Intern zouden fysieke straffen zijn vervangen door 'strafcorvee', en ook van de bad standing zouden de scherpe randjes af zijn. Dat gebruik zou zelfs zijn afgeschaft.
3.20.
Deze uitlating van No Surrender bevestigt de centrale rol van het bestuur van No
Surrender binnen de organisatie. Die uitlating is bovendien ongeloofwaardig: het OM heeft een veelheid van incidenten en gesprekken opgesomd die hebben plaatsgehad na het vertrek van [B] , en die slechts tot de conclusie kunnen leiden dat aan de werkzaamheid van No Surrender in essentie niets is veranderd. Op 9 juni 2019 deed bijvoorbeeld een lid van de vereniging, [H] , aangifte van poging tot moord door andere leden. De achtergrond daarvan was dat hij de prijs niet kon betalen die hij verschuldigd was als hij uit de club zou stappen. Hij is door vier man met een mes gesneden, hij is geslagen en getrapt, en heeft slechts met moeite kunnen voorkomen dat hij in de achterbak van een auto belandde. [H] liep ook nog vier schotwonden in zijn benen op. Het dossier bevat meerdere voorbeelden van bad standing en de vrees voor de gevolgen van uittreding in deze periode door gewelddadig gedrag van medeleden, welk gedrag aan No Surrender is toe te rekenen (zie hierna).
De gedragingen van de leden kunnen aan No Surrender worden toegerekend en zijn daardoor een werkzaamheid van No Surrender. Die werkzaamheid wakkert in de maatschappij angst aan voor degenen die zich als lid van No Surrender presenteren, is in strijd met de openbare orde en rechtvaardigt een verbod van No Surrender
3.21.
Met al het voorgaande staat vast dat het bestuur van No Surrender doelbewust
gelegenheid heeft gegeven tot het begaan van maatschappelijk ontwrichtende activiteiten, veelal onder de vlag van de vereniging. No Surrender beperkt zich er niet toe geen afstand te nemen van de gedragingen van haar (bestuurs)leden of van de cultuur waarin die gedragingen plaatsvinden; zij
bepaaltjuist die cultuur en vormt voor deze gedragingen bewust een voedingsbodem. Het was en is de kennelijke bedoeling van No Surrender om zichzelf en haar leden hiermee als wetteloze bandieten buiten de maatschappelijke orde te plaatsen en maatschappelijke angst te kweken. De instrumenten die daarvoor worden gehanteerd, bestaan intern uit repressie en afgedwongen solidariteit. Deze cultuur, waarin het plegen van geweld wordt verheerlijkt en waaraan leden zich niet zomaar kunnen onttrekken, vormen de bijzondere omstandigheden op grond waarvan de strafbare gedragingen van leden aan No Surrender kunnen worden toegerekend - ook al heeft het bestuur van No Surrender daaraan geen directe leiding gegeven of er gelegenheid voor gegeven. Extern gaat het vooral om vaak ernstige criminele gedragingen door individuen of groepen personen die met hun herkenningstekens en andere verschijningsvormen refereren aan de verheerlijking van geweld. Deze werkzaamheid, die zich ook in de openbare ruimte manifesteert (en het criminele gedrag van bestuursleden van No Surrender) is maatschappelijk zodanig beschadigend en ontwrichtend, dat daardoor een verbod van No Surrender wordt gerechtvaardigd.
Een verbod van No Surrender treft niet de chapters of brotherhoods als die zelf ook verenigingen zijn.
3.22.
Zowel een formele als een informele vereniging kan afdelingen hebben waarbinnen
leden van de vereniging bijvoorbeeld geografisch of functioneel zijn ingedeeld. Het is mogelijk dat een afdeling van een vereniging ook zelf rechtspersoonlijkheid heeft. Zo kan een afdeling op haar beurt een formele of informele vereniging zijn. De vraag of dat aan de orde is, doet zich voor ten aanzien van de chapters en brotherhoods van No Surrender. Het antwoord op die vraag is van belang, omdat een verbod ten aanzien van No Surrender zich niet uitstrekt tot haar chapters en (of) brotherhoods als die zelf als rechtspersonen moeten worden aangemerkt. Dat is een gevolg van de strikte uitleg van art. 2:20 lid 1 BW waarover het hof al sprak: toewijzing van een dergelijk verzoek heeft tot gevolg dat alleen de rechtspersoon ten aanzien van wie het verzoek is gedaan verboden wordt verklaard en wordt ontbonden. Een andere opvatting zou zich ook niet verdragen met het uit artikel 6 EVRM voortvloeiende recht van iedere afzonderlijke rechtspersoon om zich tegenover de rechter te kunnen verdedigen tegen een verzoek van het OM dat mede rechtsgevolg kan hebben voor zijn eigen voortbestaan.
3.23.
Aan het bestaan van een informele vereniging moeten niet te zware eisen worden
gesteld. De voorwaarde is bijvoorbeeld niet dat chapters of brotherhoods in overwegende mate onafhankelijk functioneren van No Surrender. Aan de andere kant kan een afhankelijkheidsrelatie bijdragen aan de conclusie dat
geensprake is van afzonderlijke verenigingen. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat de rechter op grond van alle omstandigheden van het geval een afweging maakt tussen de mate van zelfstandigheid van de chapters en brotherhoods ten opzichte van No Surrender enerzijds en anderzijds de aard en omvang van de invloed van No Surrender op die groepen. Uitgangspunt is daarbij altijd dat een informele vereniging leden heeft, is gericht op een bepaald doel, en zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt. Dat veronderstelt enig organisatorisch verband. Of daarvan in een concreet geval sprake is, hangt ook af van de omstandigheden van het geval. Dergelijke omstandigheden kunnen zijn dat er min of meer vaste regels of gebruiken zijn, dat een of meer leden coördinerende taken vervullen ten behoeve van het zelfstandige lichaam, dat er ledeninspraak is, dat gelden worden ingezameld of contributie wordt geheven, dat een bankrekening wordt aangehouden op naam van het zelfstandige lichaam of dat er een gemeenschappelijke kas is.
De chapters zijn geen informele verenigingen. Het verbod en de ontbinding van No Surrender treft hen daarom ook (de grieven 1, 2, 3, 5, 7 van No Surrender )
3.24.
De chapters zijn geen
formeleverenigingen. De discussie spitst zich daarom toe op
de vraag of het wel
informeleverenigingen zijn. Het OM, dat in dit opzicht de bewijslast draagt van wat hij aanvoert, bestrijdt dat. No Surrender meent echter dat elk chapter wel degelijk een informele vereniging is. Vast staat immers dat zij elk een eigen bestuur hebben (de kaders, met de functies President, Vice president, Sergeant at arms, Treasurer, Secretary, Road captain en Consigliere). Ook de andere leden van de chapters hebben een rang en/of functie. Zo zijn zogenaamde 'securityleden' belast met het garanderen van de veiligheid van hun chapter en de andere No Surrenderleden. Verder staat ter onderbouwing van dit verweer het volgende vast.
3.25.
Het kader voert het dagelijks bestuur over de chapters. Op dit lokale niveau is het
gebruikelijk - en meestal vereist - dat de chapters een wekelijkse vergadering beleggen, waarbij aanwezigheid voor de leden verplicht is. Leden worden geacht deze clubavonden voorrang te geven boven alle activiteiten in hun privéleven. Chapters en brotherhoods kunnen bovendien eigen versies van de clubregels hebben en innen eigen contributies. Verschillende chapters hanteren daarbij verschillende contributiebedragen (zij zijn daar kennelijk vrij in). Bovendien hebben de chapters veelal eigen clubhuizen; zij hebben eigen namen en eigen onderscheidingsteken, nemen hun eigen hangarounds en prospects aan, en regelen zelf promotie en degradatie binnen de chapters en de aanschaf van hesjes en dergelijke. Hieruit blijkt dat de chapters inderdaad een zekere mate van zelfstandigheid hebben. Over het doel van de chapters wordt het volgende overwogen.
3.26.
Zoals al werd opgemerkt, is een vereniging een rechtspersoon met leden die is
gericht op een bepaald doel. Dat daarvan bij de chapters sprake is, staat wel vast. Anders dan ter zitting is verdedigd, is het werkelijke doel - het bestaansrecht van de chapters - echter niet het samenbrengen van motorminnende mannen in de buurt van waar zij wonen, laat staan het faciliteren van groepsactiviteiten waarbij het motorrijden centraal staat. Net als de doodskop, de revolvers, de tatoeages en de namen van de vereniging, haar chapters en haar brotherhoods, staan de motoren voor de masculiniteit van de leden en alles wat zij daaraan koppelen. Essentieel daarbij is de onderlinge verbondenheid, de eenheid - maar vooral ook de ondergeschiktheid, het centrale gezag. Met name dat laatste is doorslaggevend, en maakt dat de chapters (toch) niet als verenigingen zijn aan te merken. Het hof zal dat hierna toelichten. Uitgangspunt is daarbij dat het doel van de chapters niet is te onderscheiden van dat van No Surrender.
3.27.
In het maatschappelijke verkeer zijn leden van chapters niet van elkaar te
onderscheiden: ze presenteren zich als onderdeel van een gemeenschap die No Surrender heet, en ontlenen daaraan hun bestaansrecht - niet aan het lidmaatschap van lokale afdelingen. Het feit dat al deze subgroeperingen eigen 'patches' dragen en eigen namen hebben, maakt dat niet anders. Die patches stellen leden van No Surrender onderling weliswaar in de gelegenheid clubgenoten (ook letterlijk) te 'plaatsen', maar voor de buitenstaander zijn die nuanceringen niet onderscheidend. Dat de chapters desondanks daadwerkelijk zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen, is - anders dan bij No Surrender - op geen enkele manier gebleken. Dat heeft als reden dat de presentatie van (chapters van) No Surrender in het maatschappelijke leven wordt bepaald door een strikte, centraal gestuurde organisatie: uitingen op sociale media zijn gebonden aan regels die door het centrale gezag zijn opgesteld - zoals in feite alles binnen de organisatie strikt hiërarchisch ('top down') is vormgegeven: de rangen en functies zijn door No Surrender in clubregels vastgelegd en ook de bepalende regels, zoals omtrent bad standing, zwijgplicht, kledingvoorschriften en de jailhouseprocedure, worden door No Surrender opgesteld en dwingend aan de chapters opgelegd. Het is niet mogelijk lid te zijn van een chapter en niet van No Surrender; leden kunnen niet zonder toestemming van het centraal gezag van chapter wisselen, de chapters hebben geen eigen website of e-mailadres (op een enkele uitzondering na, maar die website van de Haagse chapter Westcoast is niet onderscheidend) en voor zover zij eigen reglementen hebben, wijken die niet wezenlijk af van dat van No Surrender.
3.28.
Dit alles geeft de doorslag bij de beantwoording van de vraag of de chapters als zelfstandige verenigingen zijn aan te merken: de vrijheid die zij wel hebben om de gang van zaken op lokaal niveau te regelen (een eigen kas naast de centrale kas, patches in aanvulling op algemene onderscheidingstekens, een eigen aannamebeleid, eigen vergaderingen, eigen regels et cetera) is in hoge mate ondergeschikt aan de invloed van het centrale gezag binnen No Surrender. Die individuele vrijheid van de chapters is daardoor zeer begrensd. Uiteindelijk staat dat in de weg aan de conclusie dat de chapters als afzonderlijke verenigingen zijn aan te merken. Dat de chapters ook een eigen naam en (meestal) een clubhuis hebben, is bovendien een onontkoombaar gevolg van het feit dat het om lokale afdelingen gaat. Op de vraag of ze als verenigingen zijn aan te merken, heeft dat geen wezenlijke invloed.
3.29.
Het voorgaande wordt niet anders wanneer juist is dat 'Captain [B] verantwoordelijk was voor 'het noorden' en dat dit in zoverre los stond van 'het zuiden' in de tijd dat hij nog de scepter zwaaide over dat noorden. Dat wijst namelijk slechts op een extra bestuurslaag. Het betekent niet dat het [B] vrij stond het centraal geregelde beleid te negeren. Er zijn ook geen aanwijzingen voor dat hij dat heeft gedaan: voor zover uit de stukken van zijn invloed blijkt, is die in lijn met de regels die No Surrender al voor zijn komst aan de chapters oplegde. Terecht merkt No Surrender met een verwijzing naar [B] op dat het OM 'best een punt heeft als het gaat om het verbieden van de noordelijke chapters'. Het hof ziet echter geen aanleiding zich daartoe te beperken.
3.30.
Deze extra bestuurslaag is bovendien na het vertrek van [B] weggevallen. Volgens een vooraanstaand lid ( [I] ) bestaat een onderscheid tussen noord en zuid nu zelfs helemaal niet. Het hof wil dat wel van hem aannemen. Dat betekent dat de geschiedenis rond [B] ook om die reden niet van belang is. Het hof moet zich namelijk richten op de huidige situatie.
3.31.
Dat tussen sommige chapters en No Surrender een gespannen sfeer heerst, is evenmin een reden om te concluderen dat die chapters als vereniging moeten worden gezien. Het illustreert eerder wat hiervoor over de structuur is gezegd, en waar in enkele gevallen verzet tegen opborrelt. No Surrender noemt als voorbeelden de chapters Los Guerreros, onder leiding van [J] , en Los Hermanos (voorheen: [K] ). Het citaat waar No Surrender zich op beroept [8] , onderstreept juist de sterke verbondenheid van de chapters met No Surrender: [J] presenteert zich als een tegendraadse
uitzonderingdaarop, waar hij vertelt dat hij als enige president van No Surrender tegen de andere presidenten is ingegaan.
3.32.
De hiervoor genoemde chapter Los Hermanos, die als enige van de door het hof opgeroepen belanghebbenden is verschenen, heeft in lijn met No Surrender het standpunt verdedigd dat zij als zelfstandige informele vereniging moet worden aangemerkt. Daartoe is echter niets aangevoerd dat hiervoor niet al in de beoordeling is betrokken: Los Hermanos heeft zich kort gezegd beperkt tot de opmerking dat zij een eigen naam heeft en een bestuur dat uitjes organiseert (conform de doelstelling: motoruitjes), dat haar vijftien leden eigen vergaderingen bijwonen, eigen onderscheidingstekens dragen en dat zij contributie betalen. Elke verdere onderbouwing ontbreekt. Dat geldt met name ook voor de opmerking dat Los Hermanos geen verantwoording hoeft af te leggen aan de landelijke informele vereniging No Surrender. Hieraan voegt het hof nog het volgende toe.
3.33.
Desgevraagd heeft de president van Los Hermanos verklaard dat deze chapter slechts beschikt over een stalling, en niet over een clubhuis. Een zelfstandig e-mailadres kon hij niet geven, en van een eigen bankrekening is evenmin iets gebleken - een constatering die overigens voor alle chapters geldt. Al met al geldt ook voor Los Hermanos dat uit niets blijkt dat zij zelfstandig aan het maatschappelijk verkeer deelneemt. Het enkele feit dat na oproeping door het hof twee advocaten voor deze chapter zijn opgetreden, dwingt niet tot een andere conclusie.
3.34.
Los Hermanos is in eerste aanleg niet als belanghebbende opgeroepen. Zij voert aan dat tegen haar geen verbod kan worden uitgesproken omdat zij door die omissie een instantie heeft gemist (beoordeling van haar verweer door de rechtbank). Dat standpunt verwerpt het hof, omdat het uitgaat van de onjuiste opvatting dat Los Hermanos recht heeft op beoordeling door twee feitelijke instanties.
De brotherhoods zijn ook geen informele verenigingen. Het verbod en de ontbinding van No Surrender treft hen daarom eveneens (grief 4 van No Surrender )
3.35.
De brotherhoods zijn geen
formeleverenigingen. De discussie spitst zich wat hen betreft dus evenzeer toe op de vraag of het wel
informeleverenigingen zijn. Dat is niet het geval, want wat voor de chapters geldt, geldt in nog grotere mate voor de brotherhoods: een eigen doelstelling ontbreekt, en er zijn geen beslissende feiten of omstandigheden aangevoerd of gebleken die de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat zij als informele verenigingen zijn aan te merken. In tegendeel, de brotherhoods zijn ondergeschikt aan de chapters en kennen zelfs niet de vrijheden van de chapters. Daar is althans niets van gebleken.
De formele vereniging NS MC kan echter niet worden verboden
3.36.
Het OM is er in eerste aanleg vanuit gegaan dat NS MC onderdeel uitmaakt van No Surrender. Daarop was zijn 'primaire' vordering gebaseerd. Dat standpunt heeft de rechtbank gehonoreerd. Toch heeft het OM het in hoger beroep verlaten (het heeft de eis verminderd), omdat de Hoge Raad inmiddels heeft beslist dat in gevallen als deze een dergelijke formele vereniging afzonderlijk zal moeten worden verboden.
3.37.
Het OM heeft wel het 'subsidiaire' standpunt gehandhaafd dat naast No Surrender ook NS MC verboden moet worden. Dit verzoek moet worden afgewezen, omdat het OM geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die specifiek zien op de werkzaamheid van deze vereniging, laat staan dat die strijdig zou zijn met de openbare orde.
3.38.
Voor een goed begrip voegt het hof hieraan toe dat NS MC de werkzaamheid van de verboden rechtspersoon niet mag voortzetten [9] .
Er is geen ruimte voor nadere bewijslevering (grief 8 van No Surrender)
3.39.
No Surrender is in de onderbouwing van haar verweer ten aanzien van haarzelf, de chapters en de brotherhoods tekortgeschoten en zij heeft geen aspecten genoemd waardoor het hof anders over de zaak zou kunnen denken. Dat betekent dat zij niet zal worden toegelaten tot het leveren van nader bewijs.
Deze uitspraak heeft geen werking als er cassatie tegen wordt ingesteld (de grief van het OM)
3.40.
Het OM heeft een zogenaamde 'incidentele grief' gericht tegen de afwijzing
door de rechtbank van de door het OM verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beslissing, waardoor hoger beroep of cassatie bij de Hoge Raad de werking van de beslissing niet verhindert. De wetgever heeft er volgens hem namelijk niet voor gekozen de uitvoerbaarheid bij voorraad uit te sluiten. De ontbinding van een rechtspersoon zou zich er naar zijn aard ook niet tegen verzetten. Het OM zegt bovendien een zwaarwegend belang te hebben bij de uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Het hof volgt het OM daarin niet.
3.41.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever ervan is uitgegaan dat de rechter bij een ontbinding van een vereniging geen uitvoerbaarheid bij voorraad zal uitspreken, omdat het om een onherroepelijke ingreep gaat. De ontbinding van No Surrender heeft inderdaad tot gevolg dat moet worden overgegaan tot vereffening van haar vermogen, waarna zij ophoudt te bestaan. Het spreekt voor zich dat het belang van No Surrender zich daartegen verzet.
3.42.
Het OM heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat de uitvoering van de ontbinding toch ter hand moet kunnen worden genomen, ook al is de ontbindingsbeslissing nog niet onherroepelijk. De enkele opmerking dat daarmee een halt wordt toegeroepen aan de voor de samenleving schadelijke werkzaamheid van No Surrender in al haar onderdelen, is weliswaar juist, maar onvoldoende, omdat een fundamenteel recht aan de orde is dat met een verbod wordt doorbroken. Dat geldt ook voor het argument dat de schorsende werking van eventuele cassatie verhindert dat een vereffenaar aan de slag kan met het vereffenen van het vermogen.
3.43.
Ten aanzien van de verbodenverklaring geldt bovendien het volgende. In artikel 140 Sr is alleen strafbaar gesteld de deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard of ten aanzien waarvan een onherroepelijke verklaring als bedoeld in artikel 10:122 BW is afgegeven. Aan de verbodenverklaring en de verklaring ex artikel 10:122 BW zijn dus pas strafrechtelijke gevolgen verbonden als de beschikking onherroepelijk is. Dat is niet voor niets. De uitvoerbaarverklaring bij voorraad heeft daarom in dit opzicht geen effect. Een belang daarbij is wat dit betreft dus ook niet aan de orde.
3.44.
De conclusie is dat het belang van No Surrender bij behoud van de bestaande toestand zolang niet definitief over dit geschil is beslist, zwaarder weegt dan het belang van het OM dat de bestreden beschikking werking heeft en ook al tijdens eventuele cassatie ten uitvoer kan worden gelegd. Deze beschikking zal dan ook niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
Het hof zal geen kostenveroordeling uitspreken
3.45.
Het hof ziet geen aanleiding over te gaan tot een veroordeling in de kosten.
De beslissing
Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland in Assen van 7 juni 2019 voor zover daarin de vereniging NS MC als onderdeel van No Surrender is verboden en ontbonden.
Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking voor het overige.
Het hof wijst af wat meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.W. Zandbergen, W.P.M. ter Berg en S.C.P. Giesen en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 december 2020.

Voetnoten

1.Prospect: Leden van Motorcycle Clubs (MC's) die (na de fase als 'hangaround') in de tweede (bij No Surrender de derde) fase van hun 'proeftijd' lopen. Deze periode duurt doorgaans een jaar. Deze leden betalen contributie, mogen colors dragen (onderscheidingstekens) met een beperkt aantal 'rockers' en zijn aanwezig bij clubactiviteiten. Bij No Surrender duurt de prospect-fase doorgaans zes maanden. De prospect krijgt gedurende die periode een full member toegewezen als mentor.
2.Hangaround: de eerste fase van de 'proeftijd' die nieuwe leden van een MC doorlopen. Deze periode duurt doorgaans een aantal maanden en wordt opgevolgd door het 'prospect'-lidmaatschap. Deze leden betalen contributie en zijn aanwezig bij clubactiviteiten. Bij No Surrender bestaat de rang van hangaround uit twee fasen, die ieder minimaal drie maanden duren. Bevordering naar de rang van prospect gebeurt middels stemming door leden vanaf de rang van 'full member'.
3.Generaal: de hoogste rang, de Generaal staat aan het hoofd van No Surrender. Na het vertrek van [A] staan de captains aan de top van de organisatie.
4.Captain: de Captains krijgen chapters toebedeeld waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
5.Nomad: een Nomad heeft gezag over heel No Surrender, waaronder de chapters en brotherhoods. De Sergeant of Arms van een chapter, die gaat over de veiligheid in de chapter, legt verantwoording af aan een Nomad.
6.Colors: benaming van de clubkledij van 1%-MC's, bestaande uit een mouwloos vest waarop de verschillende 'patches' en 'rockers' (stukken stof met opdruk) zijn bevestigd.
7.Consigliere: een bestuursfunctie binnen een chapter, een raadgever van het bestuur
8.Het citaat luidt: "daarnaast geeft hij aan dat het 'oorlog' is tussen No Surrender en Los Guerreros. Het broeit al enige tijd tussen hem en No Surrender. Hij vertelt dat hij als enige president van No Surrender tegen de andere presidenten in ging...Hij heeft momenteel leden van de LG paraat staan voor een eventuele confrontatie."
9.Hoge Raad 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:797 (Bandidos)