Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.De rechtszaken bij kinderrechter
2.De rechtszaken in hoger beroep
3.De feiten
machtiging te verlenen) om de kinderen uit huis te plaatsen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
4.Waar het nu over gaat
5.De redenen voor de beslissing van het hof
emotionele beschikbaarheid). De ouders delen hun emoties met de kinderen, die daardoor belast worden. De ouders stellen het belang van de kinderen niet voorop. De vader is impulsief en gedraagt zich onverantwoordelijk. Door de ruzies met de vader reageert de moeder geregeld niet goed op de kinderen. Ondanks dat er hulpverlening is ingezet, lukt het de ouders niet om hun gedrag te veranderen. [de minderjarige1] heeft last van nachtmerries. Hij is bang dat de vader de moeder iets zal aandoen. Hij is somber en hij is meer dan gemiddeld moe. Op school laat hij onrustig en storend gedrag zien. Ook lukt het hem niet goed om zich te concentreren. [de minderjarige1] stelt zich beschermend op naar de moeder. Hij is veel te alert, hij voelt dat hij moet kiezen tussen zijn ouders terwijl hij met beide ouders een band heeft (
loyaliteitsprobleem) en hij wordt belast met problemen waar hij nog te jong voor is. [de minderjarige2] kan ook niet onbezorgd kind zijn. Zij lijkt geweld als vanzelfsprekend te beschouwen. Zij wordt snel boos. Zij kan dan gaan dreigen en manipuleren. Op school heeft zij veel structuur nodig en zoekt zij grenzen op.
belastbaarheid) en om duidelijk te krijgen of de moeder voldoende aandacht heeft voor de gevoelens en de behoeften van de kinderen (
emotionele beschikbaarheid). Een ander doel was duidelijke en structurele omgang tussen de vader en de kinderen. Verder staat in de beschikking van 22 augustus 2019 dat de kinderrechter het eens is met de raad dat wanneer binnen zes maanden blijkt dat er geen of onvoldoende vooruitgang is en de ontwikkeling van de kinderen onverminderd zorgelijk blijft, de gezinsvoogd dient te beoordelen of een uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk is.
“ [verzoekster] is emotioneel beschikbaar voor haar kinderen en beheerst de opvoedingsvaardigheden.”De moeder erkent dat zij niet steeds (volledig) heeft meegewerkt aan de opvoedondersteuning, maar volgens haar had zij daar een goede reden voor (bijvoorbeeld dat het te druk was voor [D] ) en gaat het erom dat de opvoedondersteuning sinds juni 2020 weer was opgestart en goed liep. De moeder vindt verder dat het niet haar schuld is dat de omgang tussen de vader en de kinderen niet goed van de grond is gekomen.
bekrachtigen).