ECLI:NL:GHARL:2020:10099
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en draagkracht in het ouderschapsplan
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg een verzoek ingediend om de door hem te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn minderjarige kind te wijzigen. De rechtbank Midden-Nederland had hem echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De man was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld.
De procedure in hoger beroep begon op 10 maart 2020 met de indiening van het beroepschrift. De vrouw, de andere partij in deze zaak, heeft geen verweerschrift ingediend en was ook niet aanwezig tijdens de mondelinge behandeling op 2 november 2020. Het hof heeft de feiten van de zaak in overweging genomen, waaronder het ouderschapsplan dat door beide ouders was ondertekend en waarin was afgesproken dat de man geen bijdrage zou betalen in de kosten van de minderjarige, omdat hij geen inkomen had.
Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de eerdere beschikking van de rechtbank op 27 februari 2019 gewijzigde omstandigheden zijn, waardoor de man niet in staat is om de opgelegde kinderalimentatie te betalen. Het hof heeft de door de man gestelde behoefte van de minderjarige van € 195,- per maand in 2019 niet betwist geacht en heeft deze behoefte geactualiseerd naar € 199,88 per maand in 2020. De man heeft geen draagkracht om de kinderalimentatie te voldoen, en het hof heeft daarom de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 27 februari 2019 vastgesteld op nihil. Het verzoek van de man om de kinderbijslag te delen met de vrouw is afgewezen, omdat de ouders tezamen onvoldoende draagkracht hebben om in de kosten van de minderjarige te voorzien.
De beslissing van het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, terwijl het meer of anders verzochte is afgewezen.