Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
et hof overweedgt als volgt. HArtikel 5 van de huurovereenkomst uit 1965 voorziet in een betrekkelijk basale regeling waarmee op verzoek van ieder van partijen de huurprijs kan worden gewijzigd. Hieruit kan worden afgeleid dat destijds tussen (de rechtsvoorgangers van) partijen is gekozen voor een manier om geschillen over de huurprijs op vrij eenvoudige wijze te beslechten. Deze regeling lijkt te zijn gebaseerd op het toenmalige artikel 43 lid 2 Wet RO (thans artikel 96 Rv), nu er geen andere wettelijke basis lijkt te zijn (geweest) voor deze gekozen vorm van geschilbeslechting. Evenals bij geschilbeslechting op de voet van artikel 96 Rv, stond bij geschilbeslechting op de voet van artikel 43 Wet RO geen hoger beroep open, tenzij partijen zich dat hadden voorbehouden en voor zover het ging om zaken die aan hoger beroep waren onderworpen. In de regeling in de huurovereenkomst is geen bepaling opgenomen over de mogelijkheid van hoger beroep van de door de kantonrechter te nemen beslissing. Aangenomen kan daarom worden dat partijen in 1965 de mogelijkheid van hoger beroep niet hebben voorbehouden.