Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven tevens houdende incidenten ex artikel 235 en 351 Rv, met producties,
3.De motivering van de beslissing in het incident
€ 2.500,- per keer en/of dag dat [geïntimeerde] niet aan dit gebod voldoet, tot een maximum van € 50.000,-, omdat die gedragingen geen overtredingen zijn van het verbod zoals neergelegd in dat vonnis. Ten aanzien van de andere drie gedragingen is de executie van het vonnis niet geschorst, waaronder begrepen het plaatsen van een verklaring van [appellant] , die hij heeft opgesteld naar aanleiding van het vonnis van 25 juni 2019, op de website van [bedrijf] en de opdracht van [appellant] aan Quote om die verklaring op de website van Quote te plaatsen. De voorzieningenrechter was van oordeel dat [appellant] het verbod hiermee (evident) heeft geschonden. Aangezien [geïntimeerde] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [appellant] het verbod herhaaldelijk heeft geschonden, is in reconventie de dwangsom verhoogd tot