In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1981 en thans verblijvende in PI Noord, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 21 december 2018, waarin hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, wegens poging tot doodslag. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met overname van de bewijsmiddelen en overwegingen die aan de beslissing ten grondslag lagen. Het hof oordeelde dat er in de fase van het hoger beroep geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren waren gekomen die een andere beslissing rechtvaardigden.
De bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf zijn verbonden, omvatten onder andere de verplichting voor de veroordeelde om zich te melden bij de Verslavingszorg Noord Nederland en om mee te werken aan een plaatsing in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Daarnaast moet de veroordeelde zich laten behandelen voor zijn psychiatrische problematiek en middelengebruik, en is er een verbod op het gebruik van drugs en alcohol, met controle door de reclassering. Het hof heeft de beslissing genomen in tegenwoordigheid van de griffier en heeft het arrest openbaar uitgesproken.
De uitspraak benadrukt het belang van reclassering en behandeling voor de veroordeelde, met als doel zijn terugkeer in de samenleving te bevorderen onder toezicht en begeleiding.