ECLI:NL:GHARL:2019:9556
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging wegens geweldsmisdrijf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. Het hof heeft het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachten in vier zaken. Dit besluit is genomen naar aanleiding van het standpunt van de advocaat-generaal, die stelde dat er een gebrek aan onpartijdige waarheidsvinding en integere bewijsvoering was. De advocaat-generaal weigerde bovendien nadere informatie te verstrekken, wat het hof noopte tot deze beslissing.
De zaak betreft een geweldsmisdrijf dat plaatsvond op 1 september 2013 te Groesbeek, waarbij de verdachte(n) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel hebben toegebracht aan een benadeelde. De tenlastelegging omvatte onder andere poging tot doodslag en openlijk geweld. De rechtbank Gelderland had eerder een vonnis uitgesproken, waartegen de verdachten hoger beroep hebben ingesteld.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie niet in staat was om de integriteit van het bewijsmateriaal te waarborgen, wat leidde tot de conclusie dat de vervolging niet kon worden voortgezet. Het hof heeft de benadeelde partij ook niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, en beide partijen zijn veroordeeld in hun eigen kosten. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een eerlijke en integere procesvoering.