ECLI:NL:GHARL:2019:9529

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
200.253.572/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van een vennootschap voor onjuiste mededelingen door voormalig aandeelhouder met betrekking tot huurovereenkomst

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkstelling van Paas Totaalafbouw B.V. door haar voormalig aandeelhouder, Schuler Beheer B.V., in verband met onjuiste mededelingen over de opzegbaarheid van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst was aangegaan op 14 juli 2015 en had een looptijd tot 1 oktober 2017, waarbij tussentijdse opzegging niet mogelijk was. Paas Totaalafbouw, vertegenwoordigd door haar aandeelhouder, heeft de huur echter opgezegd per 1 maart 2017, wat in strijd was met de overeenkomst. De verhuurder, Bakker Holding Emmen B.V., heeft Paas Totaalafbouw vervolgens veroordeeld tot betaling van achterstallige huur en bijkomende kosten.

In hoger beroep vorderde Paas Totaalafbouw schadevergoeding van Schuler Beheer, stellende dat zij was misleid door onjuiste mededelingen van Schuler Beheer over de huurovereenkomst. Het hof oordeelde echter dat Paas Totaalafbouw zelf de huurovereenkomst had gesloten en niet misleid kon zijn door mededelingen van haar voormalig aandeelhouder. De vordering werd afgewezen, omdat de huur die verschuldigd was, ook zonder de vermeende misleiding verschuldigd zou zijn geweest. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Paas Totaalafbouw in de proceskosten van het hoger beroep.

De uitspraak benadrukt dat een vennootschap niet kan worden misleid door haar eigen vertegenwoordiger over de inhoud van een overeenkomst die zij zelf heeft gesloten. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.253.572/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 6653001
arrest van 5 november 2019
in de zaak van
Paas Totaalafbouw B.V.,
gevestigd te Emmen,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in vrijwaring,
hierna:
Paas Totaalafbouw,
advocaat: mr. E. Heuzeveldt, kantoorhoudend te Emmen,
tegen
Schuler Beheer B.V.,
gevestigd te Emmen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in vrijwaring,
hierna:
Schuler Beheer,
advocaat: mr. R.P. van Boven, kantoorhoudend te Assen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Op 17 april en 13 november 2018 heeft de rechtbank Noord-Nederland in Assen in dit geschil vonnis gewezen. Het verloop van het hoger beroep tegen het eindvonnis blijkt uit de appeldagvaarding met grieven, de memorie van antwoord en de pleitnotities van partijen.

2.De vaststaande feiten

2.1
Vanaf 1 januari 2015 huurde Paas & Schuler Totaalafbouw BV van Bakker Holding Emmen BV (Bakker) een bedrijfsruimte aan de Pieter de Keyserstraat 21 in Emmen. Op
14 juli 2015 is daartoe een schriftelijke overeenkomst aangegaan, die namens Paas & Schuler Totaalafbouw is ondertekend door [A] . Deze [A] was daartoe indirect bevoegd. Hij werkte toen nog samen met [B] : door middel van Schuler Beheer BV respectievelijk Paas Beheer BV hielden zij ieder voor de helft de aandelen in Paas & Schuler Totaalafbouw en vormden zij het bestuur van die BV. De huur is aangegaan tot 1 oktober 2017 en kon niet tussentijds worden opgezegd.
2.2
Nadat aan de samenwerking een einde was gekomen, zijn de aandelen van Schuler Beheer in Paas & Schuler Totaalafbouw op 28 december 2016 verkocht en aan Paas Beheer geleverd. De statutaire naam en de handelsnaam van deze vennootschap is toen gewijzigd in Paas Totaalafbouw.
2.3
In strijd met de huurovereenkomst had Paas een maand daarvoor namens (toen nog) Paas & Schuler Totaalafbouw de huur met ingang van 1 maart 2017 opgezegd. Dat heeft, in de hoofdzaak waarop de onderhavige vrijwaringszaak betrekking heeft, geleid tot de veroordeling van Paas Totaalafbouw tot betaling aan verhuurder Bakker van € 24.224,24 aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, boeterente (€ 960,-), incassokosten (€ 956,68) en proceskosten (€ 1.843,79).

3.De vordering en de beslissing van de rechtbank

3.1
Paas Totaalafbouw heeft de hiervoor genoemde huur, handels- en boeterente en kosten als schadevergoeding van Schuler Beheer gevorderd. Die vordering is afgewezen. Het hoger beroep strekt ertoe dat deze vorderingen alsnog worden toegewezen.

4.Thematische bespreking van de grieven

De onderbouwing van de vordering
4.1
Paas Totaalbouw voert aan dat zij in de veronderstelling verkeerde dat de huur was aangegaan voor onbepaalde tijd en dat die daarom kon worden opgezegd. Zij zegt dat te hebben afgeleid uit mededelingen van Schuler Beheer (in de persoon van [A] ). Die kwamen erop neer dat 'geen sprake was van een formele huurovereenkomst of een akte van huurovereenkomst'. [A] zou dat hebben gezegd op de aandeelhoudersvergadering van
11 november 2015 (dus na het aangaan van de huurovereenkomst, maar nog voor de aandelenoverdracht). Bovendien blijkt uit de akte van levering van die aandelen op
28 december 2016 dat is 'overeengekomen' dat voor de huur, die per 1 maart 2017 was opgezegd, 'geen getekende overeenkomst' bestond. Omdat het voor Paas Totaalafbouw van belang was om te weten of sprake was van een schriftelijke huurovereenkomst, is dit onderwerp zowel in de aandeelhoudersvergadering als in de akte van levering nadrukkelijk besproken. [A] heeft daarover echter telkens misleidende mededelingen gedaan. Daarmee is - zo begrijpt het hof het verwijt, gelet op het gestelde onder 1.8 van de dagvaarding in eerste aanleg in samenhang met het gestelde onder 5.7 van de dagvaarding in hoger beroep - Schuler Beheer als aandeelhouder en verkoper van haar aandelenpakket toerekenbaar tekortgeschoten tegenover Paas Totaalafbouw, die daardoor schade heeft geleden. Paas Totaalafbouw heeft daar aan toegevoegd dat Schuler Beheer uitdrukkelijk niet wordt aangesproken als voormalige (mede)bestuurder, zoals de kantonrechter meende.
De beoordeling van deze onderbouwing
4.2
Bij de beoordeling van het verwijt dat Paas Totaalafbouw aan Schuler Beheer maakt, moet worden vooropgesteld dat zij zelf de huurovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan. Dat zij op dat moment nog een andere naam voerde en door Schuler (Beheer) werd vertegenwoordigd, doet daaraan niet af. Als haar toenmalige aandeelhouder (Schuler Beheer) daarna al aan de toenmalige medeaandeelhouder (Paas Beheer) onjuiste mededelingen heeft gedaan over de looptijd van die overeenkomst, dan kan de partij die deze overeenkomst zelf heeft gesloten daardoor niet zijn misleid. Zonder nadere onderbouwing valt dat in ieder geval niet in te zien, en dergelijke onderbouwing ontbreekt. De gestelde tekortkoming kan bovendien hooguit betrekking hebben op de relatie tussen Schuler Beheer en Paas Beheer (als het gaat om de overeenkomst die aan de aandelenoverdracht ten grondslag lag), maar Paas Beheer is in dit geschil geen partij. Alleen al op die constatering, die ook door Schuler Beheer is gedaan (memorie van antwoord onder 11) moet de vordering van Paas Totaalafbouw stranden. Daar komt het volgende bij.
4.3
Voor het bepalen van de hoogte van eventueel geleden schade moet een vergelijking worden gemaakt tussen de feitelijke situatie en de situatie die zou hebben bestaan als de verweten gedraging wordt weggedacht. In dat laatste geval zou ook sprake zijn van een niet opzegbare huur tot 1 oktober 2017. De huur die tot dat moment verschuldigd is, kan om die reden niet als schade aan de verweten gedraging worden toegerekend.
Tot slot
4.4
De grieven bevatten geen stellingen die hiervoor niet zijn besproken, en die wel tot vernietiging van het bestreden vonnis kunnen leiden. Verdere bespreking van de grieven is daarom niet nodig. Paas Totaalafbouw zal ook in hoger beroep als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld (verschotten plus salaris advocaat overeenkomstig tariefgroep III, 2 punten).
De beslissing
Het gerechtshof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland in Assen van 13 november 2018 en veroordeelt Paas Totaalafbouw in de kosten van het hoger beroep. Tot aan deze uitspraak worden die kosten aan de zijde van Schuler Beheer vastgesteld op € 2.020,- voor verschotten en op € 2.782,-,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief.
Het gerechtshof veroordeelt Paas Totaalafbouw ook tot betaling van € 157,- aan nakosten. Dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,-- en de kosten van het betekeningsexploot als Paas Totaalafbouw binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak niet heeft voldaan en betekening heeft plaatsgevonden.
Het gerechtshof verklaart deze uitspraak ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. L. Janse en H. de Hek en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
5 november 2019.