Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[uitgever],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De beoordeling
“ [geïntimeerde 1] was als lief en zorgzaam meisje altijd op zoek naar bevestiging van haar bestaan omdat [ze] het gevoel had dat ze er niet bij hoorde.
.Deze persoonlijkheidsstoornis is verder niet op objectieve feiten (zoals een persoonlijkheidsonderzoek door een psycholoog/psychiater) gebaseerd. [geïntimeerde 1] heeft in deze procedure wel een stuk overgelegd van een praktijk voor psychologie en seksuologie waarin het begrip ‘narcistisch’ eenmalig is gebruikt tussen haakjes, maar dat is nog geen diagnosestelling. Wat hier verder ook van zij: de citaten van [geïntimeerde 1] over narcisme zijn voor de lezer te begrijpen als haar eigen beleving over (en diagnose van) de persoonlijkheid van [appellant] . [3]
“(…) Wij maken ons zorgen om jou en je broers, omdat jij hebt bevestigd dat er sprake is van lichamelijke mishandeling door jouw vader bij jou. Alleen ontkennen jouw vader en broers dat. In het verleden zijn er drie eerdere AMK-onderzoeken geweest waarin ook zorgen van lichamelijke mishandeling zijn gemeld. In deze onderzoeken zijn de zorgen niet bevestigd. (…)”Kennelijk heeft de betreffende zoon van [appellant] tegen de publicatie van het boek geen bezwaar (prod. 1 bij brief van 12 maart 2019) maar een van de andere kinderen van [appellant] wel (prod. 9 “wat doet het boek met mij?”). De kinderen van [appellant] hebben part noch deel gehad aan de escalaties tussen partijen en in ieder geval één kind van [appellant] wordt tegen wil en dank hierin betrokken door openbaarmaking van het privéleven van zijn vader, [appellant] , hetgeen ook zijn weerslag heeft op zijn privéleven. Niet ter zake doet dat een ander kind van [appellant] geen bezwaar heeft tegen de uitgave van het boek; van de mening van het derde kind is niets bekend in deze procedure. [appellant] mag als ouder tevens opkomen voor de belangen van zijn kinderen, die zijn privéleven raken en daarvan onderdeel uitmaken, ook al zijn deze inmiddels volwassen geworden; daarvoor behoeven zij geen eisers te zijn in deze procedure.