ECLI:NL:GHARL:2019:9220
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- I.W. Levelt-Iseger
- S.M. Evers
- B.J. Engberts
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van spoedeisend belang en restitutierisico in kort geding over vordering tot schadevergoeding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde]. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding van [appellant], die stelt dat hij een bedrag van € 17.400,50 toekomt dat op de derdenrekening van [geïntimeerde] is ontvangen, maar niet aan hem is doorbetaald. [geïntimeerde] erkent de ontvangst van het bedrag, maar beroept zich op verrekening met openstaande declaraties. De voorzieningenrechter heeft de vordering in eerste aanleg afgewezen, waarna [appellant] in principaal appel is gegaan en [geïntimeerde] incidenteel appel heeft ingesteld.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [appellant] onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond bij zijn vordering. Tijdens de pleidooien heeft [appellant] weliswaar gesteld dat hij in een problematische schuldensituatie verkeert, maar hij heeft nagelaten om voldoende gedetailleerde informatie te verstrekken over zijn huidige financiële situatie. Het hof heeft ook het restitutierisico in overweging genomen, aangezien [appellant] slechts een AOW-uitkering en een klein pensioen ontvangt, terwijl zijn woning voor een aanzienlijk bedrag is verhypothekeerd. Het hof concludeert dat de vordering van [appellant] niet voor toewijzing in aanmerking komt, omdat het spoedeisend belang niet aannemelijk is gemaakt.
De beslissing van het hof is om het vonnis van de voorzieningenrechter te bekrachtigen en [appellant] in de kosten van het hoger beroep te veroordelen. De kosten aan de zijde van [geïntimeerde] zijn vastgesteld op € 1.649,-- aan griffierecht en € 3.222,-- voor salaris advocaat. Het hof wijst het meer of anders gevorderde af.