Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties 1 tot en met 7, ingekomen op 29 juni 2018, en
- het verweerschrift met producties 1 en 2.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van een bewindvoerder. De zaak betreft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Findool B.V., die als verzoekster in hoger beroep optreedt. De voormalige bewindvoerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Knobben, verzoekt het hof om de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en haar opnieuw te benoemen tot bewindvoerder. De rechthebbende, bijgestaan door haar advocaat mr. J.W. Haafkes, verzet zich tegen dit verzoek en vraagt om bekrachtiging van de bestreden beschikking.
De kantonrechter had eerder, op 3 april 2018, de voormalige bewindvoerder ontslagen en een nieuwe bewindvoerder, Stichting Uitvoering Vermogensbeheer Meerderjarigen Stuiver, benoemd. De rechthebbende had verzocht om het ontslag van de voormalige bewindvoerder, omdat er gewichtige redenen waren om dit te rechtvaardigen. Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inderdaad gewichtige redenen zijn voor het ontslag, met name gerelateerd aan de vertrouwensrelatie tussen de rechthebbende en de voormalige bewindvoerder. De rechthebbende had te maken met verschillende incidenten die haar vertrouwen in de voormalige bewindvoerder hebben geschaad, wat leidde tot onduidelijkheid en stress.
Het hof concludeert dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de omstandigheden voldoende gewichtige redenen opleveren voor het ontslag van de voormalige bewindvoerder. De bestreden beschikking wordt dan ook bekrachtigd, en het hof wijst het meer of anders verzochte af. Deze uitspraak benadrukt het belang van een goede vertrouwensrelatie in de context van bewindvoering en de strenge eisen die aan het ontslag van een bewindvoerder worden gesteld.