Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] BV tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder de bezwaren van belanghebbende tegen aanslagen vennootschapsbelasting (vpb) voor de jaren 2012 en 2013 niet-ontvankelijk verklaard. De Inspecteur van de Belastingdienst had de bezwaren afgewezen wegens termijnoverschrijding. Belanghebbende stelde dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat de aangiften waren gedaan op basis van onjuiste jaarstukken. Het Hof oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat belanghebbende niet tijdig bezwaar had gemaakt en geen geldige reden had om dit niet te doen. Het Hof verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat belanghebbende niet had aangetoond dat de Inspecteur in vergelijkbare gevallen de bezwaren wel ontvankelijk had verklaard. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. Er werd geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegewezen.