Uitspraak
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
Hij (hof: [verzoeker] ) vroeg mij of ik de dienst wilde afmelden", terwijl zij op 21 augustus 2017 verklaarde dat [verzoeker] haar vroeg "
[B] ziek te melden". Daarbij moet echter worden aangetekend dat [C] op 8 juli 2019 haar woorden over de afmelding doet volgen door de woorden "
Ik zei toen tegen [verzoeker] dat ik toch eigenlijk niet kon afmelden" en
"(…) hij vroeg mij toen ook of ik [B] dan maar ziek wilde melden". Dat op 21 augustus 2017 de term "afmelden" niet is genoemd doet aan de consistentie van haar verklaringen en daarmee de geloofwaardigheid van de door [C] als getuige afgelegde verklaring niet af omdat zowel in die verklaring als in die van 21 augustus 2017 door haar uitdrukkelijk wordt gemeld dat [verzoeker] haar vroeg [B] ziek te melden en haar verklaringen dus op die hoofdzaak consistent zijn.
voor het blok gezet voelde". [C] was een ervaren teammanager en bovendien langdurig bijzonder opsporingsambtenaar (boa). Zo iemand is, aldus [verzoeker] , opgewassen tegen uitgeoefende druk. Ervaring levert, dat is van algemene bekendheid, echter nog geen immuniteit voor gevoelens van druk op. Het enkele feit dat [C] een ervaren teammanager en boa was betekent dus nog niet dat zij onwaarheid sprak toen zij meedeelde zich voor het blok gezet te voelen.
"indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever".
("(…) het boetekleed hiervoor aantrekt"), maar naar mate de tijd voortschreed ging hij over tot ontkenning en volhardde hij daarin (29 augustus 2017, 13 september 2017 en 18 september 2017). In deze procedure heeft hij die ontkennende houding doorgetrokken. Hij is er zelfs toe overgegaan de schuld in de schoenen te schuiven van [C] . Het is met name dat op de fout volgende gedrag en het repeterende karakter van de ontkenning dat de vertrouwensbreuk met NSR heeft verdiept en onherstelbaar heeft gemaakt. Fout en daarop volgende gedrag tezamen maken dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker] . Zijn recht op de transitievergoeding heeft hij daardoor verspeeld.