Uitspraak
Proximedia,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
grief Ibezwaar gemaakt tegen deze feitenvaststelling. Met inachtneming van de bezwaren die Proximedia tegen de door de kantonrechter vastgestelde feiten heeft aangevoerd, staat het volgende vast.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief Iricht zich tegen de feitenvaststelling door de kantonrechter. Nu het hof de feiten zelfstandig heeft vastgesteld, behoeft deze grief geen verdere behandeling meer.
Grief IIkeert zich in vier onderdelen tegen wat de kantonrechter heeft overwogen als hiervoor in rov. 4.2 weergegeven.
Grief IVis gekant tegen de veroordeling van Proximedia in de proceskosten. Er is geen grief III.
grief IIligt ten grondslag de stelling van Proximedia dat de kantonrechter ten onrechte reflexwerking van artikel 6:230o, eerste lid BW heeft aangenomen op de overweging dat de positie van [geïntimeerde] niet of nauwelijks van een consument is te onderscheiden.
grief IVvergeefs op tegen haar veroordeling in de proceskosten van de eerste aanleg.