ECLI:NL:GHARL:2019:8452
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- H. Wammes
- S.C.P. Giesen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de vordering benadeelde partij in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een vordering van een benadeelde partij, [appellant], die in een strafrechtelijke procedure tegen [geïntimeerde] was ingesteld. De politierechter had [geïntimeerde] vrijgesproken van het ten laste gelegde strafbare feit en de vordering van [appellant] afgewezen. [Appellant] heeft hoger beroep ingesteld op basis van artikel 421 lid 4 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), dat de mogelijkheid biedt voor een benadeelde partij om in hoger beroep te komen tegen de afwijzing van haar vordering, mits het Openbaar Ministerie en/of de verdachte geen hoger beroep hebben ingesteld.
Het hof heeft vastgesteld dat de politierechter de vordering van [appellant] niet op inhoudelijke gronden heeft afgewezen, maar omdat [geïntimeerde] was vrijgesproken. Volgens artikel 361 lid 2 Sv is een benadeelde partij alleen ontvankelijk in haar vordering indien de verdachte enige straf of maatregel is opgelegd, of in geval van toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De afwijzing van de vordering door de politierechter werd daarom gezien als een niet-ontvankelijkverklaring. Het hof concludeert dat tegen deze niet-ontvankelijkverklaring geen hoger beroep openstaat, zoals bevestigd door de Hoge Raad in een eerdere uitspraak.
Uiteindelijk heeft het hof [appellant] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep van de afwijzing van de vordering benadeelde partij. Dit arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.