Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
[C],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van een bewindvoerder. De verzoekster, een B.V., was eerder benoemd als bewindvoerder over de rechthebbende, maar de rechthebbende verzocht om wijziging van de bewindvoerder. De kantonrechter in Zwolle had de verzoekster ontslagen en een nieuwe bewindvoerder benoemd. De verzoekster ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld, waarbij het de vraag heeft onderzocht of er gewichtige redenen waren voor het ontslag van de verzoekster. De rechthebbende had geklaagd over de werkwijze van de verzoekster, met name over het gebrek aan persoonlijke benadering en de moeizame communicatie. Het hof oordeelde dat de klachten van de rechthebbende, hoewel begrijpelijk, niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van gewichtige redenen voor ontslag. Echter, het hof erkende dat de omstandigheden rondom de benoeming van de verzoekster en de daaropvolgende samenwerking tot veel stress bij de rechthebbende hadden geleid, wat de samenwerking bemoeilijkte.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om de bestreden beschikking van de kantonrechter te bekrachtigen, waarbij de verzoekster in de proceskosten werd veroordeeld. Het hof benadrukte dat de rechthebbende inmiddels tevreden was over de nieuwe bewindvoerder en dat het in stand houden van het ontslag van de verzoekster in het belang van de rechthebbende was.