Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
“2. Familie [appellanten] accepteert het huidige gebruik van de steeg voortkomende uit de huidige situatie ( [a-straat] 9a is een woning die via de steeg toegankelijk is. [a-straat] 9 en [b-straat] functioneren als eenheid).”De overeenkomst van 30 januari 2003 is opgesteld naar aanleiding van een bespreking die kort daarvoor had plaatsgevonden. Bij die bespreking waren aanwezig: de heer en mevrouw [appellanten] , de architect de heer [D] en de heer [C] . Aanleiding voor de bespreking was het bouwplan van de familie [appellanten] . De aanwezigen bij de bespreking zijn allemaal als getuige gehoord en hebben allemaal verklaard, ook de heer [C] , dat niet is gesproken over de plaatsing van fietsen en containers in de steeg. De heer [C] verklaart op dit punt
:“In het gesprek met de familie [appellanten] en de architect is niet expliciet gezegd dat de fietsen en containers in de steeg konden blijven staan. Dat is niet zo besproken. Maar zoals ik al eerder aangaf, ik ging ervan uit dat het gebruik van de steeg zoals het toen was ook zo zou blijven.”Vervolgens is de tekst van de overeenkomst opgesteld door de architect van [appellanten] c.s. In de tekst van de overeenkomst komt ook geen enkele verwijzing naar het stallen van fietsen en containers voor, enkel naar het feit dat de steeg de ingang is voor de woning aan de [a-straat] 9a. In het verleden had [a-straat] 9a namelijk ook een ingang aan de [a-straat] maar die is door een verbouwing in 1996 komen te vervallen. Als gevolg daarvan is de situatie met betrekking tot de steeg gewijzigd.