Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van ouders over hun twee minderjarige kinderen. De vader, die lijdt aan psychiatrische problematiek, verzocht om het gezamenlijk gezag te handhaven, terwijl de moeder verzocht om het gezag alleen aan haar toe te kennen. Het hof oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren gewijzigd dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk was om het gezamenlijk gezag te beëindigen. De vader had in het verleden te maken gehad met psychotische episodes en was gediagnosticeerd met schizofrenie, wat leidde tot een onaanvaardbaar risico dat de kinderen klem zouden raken tussen de ouders. Het hof concludeerde dat de moeder alleen belast moest worden met het gezag, omdat dit de kinderen de nodige rust en duidelijkheid bood. De vader was niet in staat om op een constructieve manier samen te werken met de moeder, wat de communicatie over de kinderen bemoeilijkte. De beslissing van de rechtbank werd vernietigd en het hof bepaalde dat het gezag over de kinderen voortaan aan de moeder toekwam.