Uitspraak
Westerman,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De vaststaande feiten
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een loonvordering van een bouwvakker, [geïntimeerde], die zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd per 27 augustus 2017. Hij heeft in de weken voorafgaand aan zijn ontslag gewerkt en vakantie genoten, maar zijn werkgever, Bouwbedrijf Westerman Winschoten B.V., heeft het loon over deze weken niet uitbetaald. De bouwvakker heeft aanspraak gemaakt op loon over 19 dagen, maar de werkgever stelt dat er sprake is van een negatief saldo aan vakantie- en roostervrije dagen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep de feiten zoals vastgesteld in eerdere vonnissen van de kantonrechter bevestigd en de werkgever gevraagd om een nadere berekening van de vakantiedagen en verlofuren, rekening houdend met de cao-bepalingen.
Het hof heeft vastgesteld dat de werkgever niet voldoende bewijs heeft geleverd voor het negatieve saldo aan verlofuren en dat de loonstroken onjuist zijn. De werkgever is niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen het comparitievonnis van de kantonrechter en in haar tegenvordering. De zaak is verwezen naar de rol voor aktewisseling, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om nadere informatie te verstrekken over de opgebouwde en opgenomen verlofuren en de afdrachten aan het Tijdspaarfonds. De uitspraak benadrukt het belang van correcte loonadministratie en de rechten van werknemers met betrekking tot vakantiedagen en verlofuren.