In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een hoger beroep van Lifestyle Supplies B.V. tegen de afwijzing van de Inspecteur van de Belastingdienst Oost om ambtshalve vermindering van voldane omzetbelasting over de jaren 2008 en 2009. Lifestyle, een groothandel in voedings- en genotsmiddelen, heeft in die jaren een omzetbelastingpercentage van 19% afgedragen over capsules met N₂O, maar stelt dat het verlaagde tarief van 6% van toepassing is. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van Lifestyle ongegrond verklaard, omdat de bezwaarschriften niet tijdig waren ingediend. Lifestyle heeft vervolgens meerdere verzoeken tot ambtshalve vermindering ingediend, die door de Inspecteur zijn afgewezen.
Het hof overweegt dat op grond van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de Inspecteur de bevoegdheid heeft om ambtshalve vermindering of teruggaaf van belasting te verlenen. Echter, een besluit van de Inspecteur is een besluit waartegen geen bezwaar of beroep openstaat, wat betekent dat de burgerlijke rechter bevoegd is om de rechtmatigheid van dat besluit te toetsen. Het hof heeft de zaak aangehouden in afwachting van een einduitspraak in een andere procedure tussen dezelfde partijen, die relevant kan zijn voor de uitkomst van deze zaak.
De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van Lifestyle, waarbij de Staat na het nemen van de akte in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren. Het hof houdt verder iedere beslissing aan, wat betekent dat de uiteindelijke uitspraak afhankelijk is van de uitkomst van de andere procedure.