Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie na tussenkomst, tevens inhoudende memorie van eis, tevens inhoudende memorie van antwoord in het incident ex artikel 223 Rv van de zijde van Exterion;
- de memorie van antwoord in de hoofdzaak tevens houdende memorie van antwoord in tussenkomst van de zijde van NS Stations;
- de memorie van antwoord in de tussenkomst van de zijde van JCDecaux;
- de spreekaantekeningen voor de comparitie van 28 mei 2019 van mrs. van Nouhuys, Van der Bend en Fanoy namens respectievelijk JCDecaux, NS Stations en Exterion;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen in het incident ex artikel 223 Rv en in de hoofdzaak van 28 mei 2019.
- de memorie na tussenkomst, tevens inhoudende memorie van eis van de zijde van Exterion;
- de memorie van antwoord tevens houdende memorie van antwoord in tussenkomst van de zijde van JCDecaux;
- de akte tot referte in tussenkomst van de zijde van NS Stations;
- de spreekaantekeningen voor de comparitie van 28 mei 2019 van mrs. van Nouhuys, van der Bend en Fanoy namens respectievelijk JCDecaux, NS Stations en Exterion;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 28 mei 2019.
2.De vaststaande feiten in de zaken 200.237.719, 200.233.320 en 200.260.097
3.De motivering van de beslissing
- JCDecaux heeft vanaf 2008 bij NS Stations en haar rechtsvoorgangsters kenbaar gemaakt dat zij geïnteresseerd is in het meedingen naar (kort gezegd) reclamecontracten,
- de e-mail van 13 september 2010 van NS Poort (rechtsvoorgangster van NS Stations) waarin word gesproken over een shortlist waarop JCDecaux zou staan;
- de uitlatingen van NS Stations in 2011 waaruit JCDecaux leek te mogen opmaken
Vóór die tijd was het Bao van kracht.
De wetgever heeft ervoor gekozen om het begrip “aanbestedende dienst” zoals opgenomen in het Bao ongewijzigd over te nemen in de Aw 2012. Beide regelingen geven dus een identieke definitie van het begrip “aanbestedende dienst” en kennen dus hetzelfde toetsingskader voor de beantwoording van de vraag of een instelling/onderneming als een aanbestedende dienst moet worden aangemerkt.
1. die specifiek ten doel heeft te voorzien in behoeften van algemeen belang, anders dan
van industriële of commerciële aard, en
2. die rechtspersoonlijkheid bezit, en
3. waarvan:
a. de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een provincie, een gemeente, een
waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling worden gefinancierd,
waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling of
c. de leden van het bestuur, het leidinggevend of toezichthoudend orgaan voor meer dan
de helft door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere
publiekrechtelijke instelling zijn aangewezen.
JCDecaux Nederland betoogt dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, zoals de rechtbank heeft gedaan. Daartegen komt NS Stations op met grief 3 waarin zij zich op het standpunt stelt dat genoemde vraag ontkennend moet worden beantwoord. Alvorens de in het kader van de toelichting op grief 3 daarvoor aangevoerde argumenten, de argumenten die Exterion ter onderbouwing van diezelfde stelling en de contra-argumenten van JCDecaux te bespreken, stelt het hof vast dat geen grieven zijn gericht tegen het door de rechtbank in rechtsoverweging 4.15.1 en 4.15.2 geschetste toetsingskader, dat het hof hier -verkort- zal weergegeven.
opgerichtom te voorzien in behoeften van algemeen belang, is dat onjuist. Het wettelijke criterium luidt (in overeenstemming met de Europese richtlijnen) dat de betrokken entiteit moet
voorzienin behoeften van algemeen belang. De daadwerkelijke activiteiten zijn daarbij van groot belang (HvJ EG 12 december 2002, ECLI:EU:C:2002:746, Universale-Bau):
Het aandeel van de met een winstoogmerk uitgeoefende activiteiten in de algehele activiteiten van deze entiteit is voor de kwalificatie ervan als publiekrechtelijke instelling evenmin relevant (zie HvJ EU in zijn arrest van10 april 2008, ECLI:EU:C:2008:213, Aigner, punt 47 waarin wordt verwezen naar het arrest van 15 januari 1998, ECLI:EU:C:1998:4, Mannesmann Anlagenbau Austria e.a., punt 25, het arrest van 27 februari 2003, ECLI:EU:C:2003:110, Adolf Truley, punt 56, en het arrest van 22 mei 2003, ECLI:EU:C:2003:300, Korhonen, punten 57 en 58).
(kort gezegd: de transfer-functie).De opzet en formulering van het artikel is ontleend aan
infrastructuur die vanuit de commerciële belangen van NS, als ook vanuit verkeers- en vervoersoptiek een belangrijke functie vervult; deze infra valt in principe onder de commerciële verantwoordelijkheid van NS, echter met randvoorwaarden om de publieke verkeer- en vervoerfunkties te waarborgen
Een Stationsgebouw;
: de vennootschap heeft ten doel het beheren en (doen) exploiteren van stations, daarbij behorende terreinen en andere ruimten…) geldt -als gezegd- dat de statutaire doelomschrijving een van de elementen is, die een rol speelt bij de vraag of de betrokken entiteit
voorzietin de behoeften van algemeen belang en dat voor zover in dit onderdeel van grief 3 wordt betoogd dat het criterium zou zijn, dat moet worden nagegaan of NS Stations is
opgerichtom te voorzien van behoeften van algemeen belang, dat onjuist is. Bepalend zijn de daadwerkelijke activiteiten, waarover het hof in 3.18 reeds een oordeel heeft gegeven.
beheren en exploiterenin plaats van, zoals NS Stations voorstaat, alleen
exploiteren.
ex antebeoordeling) kunnen vaststellen of de te verlenen opdracht aan dit criterium voldoet. De aanbestedende dienst moet dus een inschatting kunnen maken van het belang van de opdracht voor partijen uit andere lidstaten. Verder moet voorkomen worden dat een binnenlandse partij, die de opdracht heeft misgelopen, zich genoodzaakt ziet buitenlandse partijen te benaderen om - al dan niet voor de vorm- in rechte als mede-eiser op te treden teneinde aan te tonen dat er belangstelling uit het buitenland was.
duidelijk grensoverschrijdende belang … weer te geven van concessies voor ondernemers die gevestigd zijn in andere lidstaten dan die van de aanbestedende dienst of de aanbestedende instantie.”Het voornemen tot het gunnen van een concessie moet bekend worden gemaakt met een concessieaankondiging. De Richtlijn Concessieovereenkomsten diende uiterlijk op 18 april 2016 te worden geïmplementeerd, hetgeen in Nederland op 1 juli 2016 is gebeurd.
- De waarde van de concessieovereenkomst 2011 bedraagt over de looptijd 2011-2028 ongeveer € 155.000.000 en vertegenwoordigt daarmee een aanzienlijke waarde, die bovendien ver boven de drempelwaarde van de Richtlijn Concessieovereenkomsten ligt;
- De concessieovereenkomst betreft een landelijk dekkend netwerk van stations in Nederland (volgens Exterion zelf bijna 300 stationsgebouwen);
- JCDecaux maakt deel uit van een groep in de zin van artikel 2:24b BW, waarvan de centrale leiding in Frankrijk is gevestigd;
- Deze groep is organisch gegroeid en niet door overnames tot stand gekomen;
- De resultaten van JCDecaux worden in de jaarrekening van moederbedrijf JCDecaux SA geconsolideerd;
- JCDecaux SA richt zich volgens haar statuten ook op markten buiten Frankrijk;
- De marketing- en sales-afdeling van de JCDecaux-groep zit in Frankrijk;
- Voor alle investeringen boven de € 1.000.000 dient JCDecaux af te stemmen met het moederbedrijf in Frankrijk;
- De contacten/besprekingen die JCDecaux vanaf medio 2011 tot september 2014 heeft gehad met NS Stations om de belangstelling voor de concessie kenbaar te maken, kwamen niet alleen vanuit JCDecaux, maar ook vanuit vertegenwoordigers van het moederbedrijf/-concern: zo zijn de CEO van JCDecaux Groot Brittannië en Noord Europa, tevens lid van de raad van bestuur van JCDecaux SA ( [lid RvB JC Decaux SA] ) en de chairman van JCDecaux SA ( [Chairman JC Decaux SA] ) betrokken geweest bij besprekingen met NS Stations in Nederland;
- De inkoop van straatmeubilair vindt altijd via JCDecaux SA plaats.
- De waarde van de Ngage-overeenkomst bedraagt € 15.700.000 en vertegenwoordigt daarmee een aanzienlijke waarde, die bovendien ruim boven de drempelwaarde van de Richtlijn Concessieovereenkomsten ligt;
- JCDecaux maakt deel uit van een groep in de zin van artikel 2:24b BW, waarvan de centrale leiding in Frankrijk is gevestigd;
- Deze groep is organisch gegroeid en niet door overnames tot stand gekomen;
- De resultaten van JCDecaux worden in de jaarrekening van moederbedrijf JCDecaux SA geconsolideerd;
- JCDecaux SA richt zich volgens haar statuten ook op markten buiten Frankrijk;
- De marketing- en sales-afdeling van de JCDecaux-groep zit in Frankrijk;
- Voor alle investeringen boven de € 1.000.000 dient JCDecaux af te stemmen met het moederbedrijf in Frankrijk;
- De contacten/besprekingen die JCDecaux in 2014 en 2015 heeft gehad met NS Stations om de belangstelling voor reclamecontracten zoals de Ngage-overeenkomst kenbaar te maken, kwamen niet alleen vanuit JCDecaux, maar ook vanuit vertegenwoordigers van het moederbedrijf/-concern;
4.De slotsom in de zaken 200.237.719, 200.233.320 en 200.260.097
- NS Stations is ten aanzien van het (doen) exploiteren van advertentiemogelijkheden op stations een aanbestedende dienst in de zin van het Bao en de Aw 2012;
- Ten aanzien van de concessieovereenkomst 2011 met Exterion en de Ngage-overeenkomst is sprake van een duidelijk grensoverschrijdend belang;
- Van verjaring of rechtsverwerking is geen sprake;
- NS Stations heeft geen passende mate van openbaarheid betracht bij het sluiten van de concessieovereenkomst 2011 met Exterion en de Ngage-overeenkomst.
- De gevorderde verklaring voor recht dat NS Stations ten aanzien van het (doen) exploiteren van advertentiemogelijkheden op stations een aanbestedende dienst in de zin van het Bao en de Aw 2012 is;
- De gevorderde verklaring voor recht dat NS Stations vanaf medio 2011 gehouden was en is om de concessieovereenkomst 2011 en de Ngage-overeenkomst aan te besteden, althans voor mededinging open te stellen;
- De gevorderde veroordeling van NS Stations tot vergoeding aan JCDecaux van schade als gevolg van de schending van de op haar ten aanzien van genoemde overeenkomsten rustende aanbestedingsverplichtingen, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- Het gevorderde verbod aan NS Stations om, op straffe van een dwangsom, vanaf twee maanden na betekening van dit arrest nog verder uitvoering te geven aan de concessieovereenkomst 2011;
- Het gevorderde verbod aan NS Stations om, op straffe van een dwangsom, vanaf 30 dagen na betekening van dit arrest nog verder uitvoering te geven aan de Ngage-overeenkomst;
- Het gebod aan NS Stations om inzage te verstrekken in de concessieovereenkomst 2011 en de Ngage-overeenkomst waarbij informatie ten aanzien van de prijzen (ter bescherming van de commerciële belangen van Exterion en Ngage onleesbaar dient te worden gemaakt, op straffe van een dwangsom;
- Tevens dient NS Stations bij de inzage van de bedoelde overeenkomsten een verklaring van een (van haar) onafhankelijk accountant te verstrekken, waaruit blijkt dat zij een compleet overzicht daarvan heeft verstrekt.