Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitgesproken op 24 september 2019, staat de vraag centraal of het gezamenlijk gezag van de ouders kan worden voortgezet en welke zorgregeling er mogelijk is voor de kinderen. De moeder, die lijdt aan een bipolaire II stoornis, heeft een verleden van ernstige depressies en hypomane episoden, wat heeft geleid tot een belastende situatie voor de kinderen. De vader heeft in eerste aanleg verzocht om een eenhoofdig gezag en een omgangsregeling die onder begeleiding van hulpverleners zou moeten plaatsvinden. De kinderen hebben een hevige angst ontwikkeld voor de moeder, wat de noodzaak van een zorgvuldige afweging van hun belangen benadrukt.
Het hof heeft besloten dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een verantwoorde beslissing te nemen over het gezag en de zorgregeling. Daarom wordt de raad voor de kinderbescherming verzocht om een onderzoek in te stellen naar de situatie van de ouders en de kinderen, en om advies uit te brengen over de mogelijkheden voor contact tussen de moeder en de kinderen. Het hof benadrukt dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat er professionele begeleiding nodig kan zijn om hen te ondersteunen in hun ontwikkeling en omgang met de moeder. De zaak wordt aangehouden tot het rapport van de raad is ontvangen, dat uiterlijk op 3 februari 2020 moet worden ingediend.