In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene, een B.V., voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen omdat het voertuig op 24 oktober 2016 om 21:35 uur de Wycker Heidenstraat te Maastricht had betreden, terwijl daar een geslotenverklaring gold. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat het voertuig was gebruikt voor het laden en lossen van goederen, wat volgens de geldende uitzondering op de geslotenverklaring geoorloofd zou zijn. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in hoger beroep ging.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de verklaring van de ambtenaar die de sanctie had opgelegd. Deze ambtenaar had verklaard dat hij gedurende 10 minuten geen activiteiten rondom het voertuig had waargenomen, wat volgens het hof impliceert dat er geen sprake was van onmiddellijk laden of lossen. Het hof oordeelde dat de betrokkene niet had aangetoond dat het voertuig uitsluitend was stilgestaan voor het laden of lossen van goederen. De gemachtigde had niet kunnen uitleggen waarom de zware spullen niet voor de ingang van het wooncomplex konden worden neergezet, waarna het voertuig verplaatst zou worden naar een toegestane parkeerplek.
Het hof concludeerde dat er geen sprake was van laden en lossen, maar van parkeren, en dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de betrokkene in strijd had gehandeld met de geslotenverklaring. De beslissing van de kantonrechter werd dan ook bevestigd.